In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 31 januari 2024, wordt een wijziging van de zorgregeling tussen de ouders van twee minderjarigen vastgesteld. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.A. Smits, verzoekt om een wijziging van de zorgregeling die eerder was vastgesteld in een beschikking van 18 mei 2021. De man, die niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling, heeft het verzoek van de vrouw niet weersproken. De rechtbank oordeelt dat de gewone verblijfplaats van de minderjarigen in Nederland ligt, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is om te beslissen op het verzoek tot wijziging van de zorgregeling.
De rechtbank wijst de verzoeken van de vrouw toe, omdat deze niet zijn weersproken en het belang van de minderjarigen niet in het geding is. De nieuwe zorgregeling houdt in dat de minderjarigen om de 14 dagen van vrijdagmiddag tot zondagavond bij de man verblijven, waarbij de man verantwoordelijk is voor het vervoer naar sportactiviteiten. Tevens wordt een dwangsom van € 250,- opgelegd voor iedere keer dat de man de zorgregeling niet naleeft, tot een maximum van € 10.000,-. De rechtbank compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en er kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag binnen drie maanden na de beschikking.