Beoordeling door de voorzieningenrechter
4. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Deze procedure kan alleen worden gevoerd als er een spoedeisend belang is waardoor iemand niet kan wachten op een beslissing op zijn bezwaar- of beroepschrift. De voorzieningenrechter moet eerst kijken of er sprake is van een spoedeisend belang, voordat de zaak inhoudelijk kan worden beoordeeld.
5. De burgemeester heeft het spoedeisend belang betwist nu de enkele aanwezigheid van een financieel belang geen spoedeisend belang oplevert. Verzoeker heeft verklaard voor zijn levensonderhoud afhankelijk te zijn van zijn bedrijven. Het APK Keuringsstation KZZ (het Keuringsstation) staat al op zijn naam. Garage [naam garage 1] is hij aan het overnemen. Door de sluiting van drie maanden kan verzoeker niet voldoen aan zijn betaalverplichtingen en zal de opbouw van zijn bedrijf stoppen. Ook zal de sluiting onomkeerbare gevolgen hebben, omdat hij imagoschade zal leiden, die na een heropening tot sterk verminderde klandizie zal leiden. Volgens verzoeker bestaat het risico op een faillissement.
6. De voorzieningenrechter heeft onvoldoende redenen om te twijfelen aan de stelling van verzoeker dat hij voor zijn levensonderhoud afhankelijk is van voornoemde bedrijven en zal daarom een spoedeisend belang aannemen. Dat betekent dat de zaak inhoudelijk zal worden beoordeeld.
7. In een bestuurlijke rapportage van 30 januari 2024, opgemaakt op 12 februari 2024, staat dat op 30 januari 2024 onder regie van de gemeente Vlaardingen een integrale controle plaatsvond in het pand [adres 1] te Vlaardingen, waarin meerdere garagebedrijven zijn gevestigd, waaronder Garage [naam garage 1] en het Keuringsstation. Tijdens deze controle werden gestolen goederen aangetroffen, namelijk 2 bromfiets motorblokken en een bestelauto. Op 6 februari 2024 zijn beide bedrijven gecontroleerd in verband met de verplichting om als opkoper het Digitaal Opkoperregister (DOR) bij te houden. Garage [naam garage 1] had de administratie niet op orde. Ook bij het Keuringsstation bleek het register niet op orde. Diverse goederen dan wel motorvoertuigen bleken niet geregistreerd te zijn. Bij beide bedrijven is een nacontrole ingepland.
8. In de rapportage wordt verwezen naar een rapportage uit 2021 en een rapportage van 27 juni 2023 waaruit volgens de burgemeester blijkt dat het pand faciliterend is geweest bij ondermijnende criminaliteit. In de afsluitende aanbevelingen staat dat, ondanks een eerdere bestuurlijke maatregel in 2022, nu weer is geconstateerd dat er ondermijnende criminaliteit heeft plaatsgevonden in het pand, vooral betreffende de wet- en regelgeving die is gemaakt ter voorkoming van ondermijning, witwassen en het faciliteren van criminele activiteiten. Gelet op het zwaarwegend algemeen belang om deze situatie te beëindigen en de openbare orde en veiligheid te waarborgen, wordt verzocht om het bestuurlijk instrumentarium zoals bijvoorbeeld een tijdelijke sluiting aan te wenden en voorts te onderzoeken of de oplegging van een vergunningplicht voor bedrijvigheid in dit pand, meer specifiek met betrekking tot activiteiten in de automotiv sector, de aantrekkelijkheid van het pand voor criminele doeleinden zal verminderen.
9. Naar aanleiding van de bestuurlijke rapportage van 30 januari 2024 heeft de burgemeester verzoeker en [persoon A] bericht om in verband met een overtreding van de APV voornemens te zijn om het pand voor drie maanden te sluiten. De burgemeester heeft hen daarbij in de gelegenheid gesteld een zienswijze in te dienen. In zijn zienswijze van 2 maart 2024 heeft [persoon A] ten aanzien van de motorblokken gesteld dat hij deze via marktplaats heeft gekocht en een printscreen van whatsappberichten met de verkoper overgelegd. Volgens hem hebben zij (de voorzieningenrechter begrijpt: [persoon A] en verzoeker) bij aankoop alles gecontroleerd op stopheling.nl. Ten aanzien van de bestelauto heeft hij gesteld dat die door een klant ter reparatie is gebracht, maar ondanks herhaaldelijke verzoeken nooit is opgehaald en heeft daartoe een kopie van het rijbewijs van de eigenaar overgelegd. Wat betreft een eerdere sluiting van het pand voor zes maanden in november 2021 heeft [persoon A] gesteld dat de strafzaak is geseponeerd. Daartoe heeft hij een brief van de officier van justitie van 10 oktober 2022 overgelegd waaruit blijkt dat er in een op zijn naam gesteld voertuig cocaïne is aangetroffen, maar dat is gebleken dat hij de auto aan iemand anders had uitgeleend, zodat de strafzaak tegen hem wordt geseponeerd. Wat betreft het onderzoek in de garage van 24 mei 2023 heeft [persoon A] aangegeven dat hij niet betrokken is bij wat er in het betreffende rapport is beschreven en dat hij er niks van af weet. Verzoeker heeft in zijn zienswijze aangevoerd dat hij sinds januari 2023 bezig is om het bedrijf van [persoon A] over te nemen en dat [persoon A] destijds de bestelauto ter reparatie heeft ingenomen en dat zij (de voorzieningenrechter begrijpt: verzoeker en [persoon A] ) niet konden zien dat het om een omgekat voertuig ging, omdat het chassisnummer overeen kwam met het kenteken. Ook heeft verzoeker aangevoerd dat de motorblokken aantoonbaar op marktplaats zijn gekocht.
10. Het bestreden besluit is gericht aan [persoon A] . Verzoeker is door de burgemeester als belanghebbende aangemerkt en heeft een afschrift van het besluit gekregen. Aan het besluit is ten grondslag gelegd dat Garage [naam garage 1] zich onder andere richt op de aankoop, verkoop, import en export van tweedehands auto’s en auto-onderdelen. Tijdens de controle zijn meerdere gestolen auto-onderdelen en een gestolen voertuig in het pand aangetroffen. Dat de motorblokken zijn gecontroleerd op stopheling.nl kan niet juist zijn aangezien de nummers van de motorblokken onleesbaar waren en controle dus niet mogelijk was. De gebruiker van het pand is verantwoordelijk voor het aldaar plaatsen van een voertuig. Voertuigdiefstal is een zeer ingrijpende gebeurtenis. Gestolen voertuigen worden als middel voor andere strafbare feiten gebruikt zoals bij liquidaties en plof- of ramkraken. Deze vorm van voertuigcriminaliteit is vaak georganiseerd op zo’n wijze dat ogenschijnlijk legitieme garagebedrijven een dekmantel vormen voor malafide bedrijfsvoering.
De sluiting van het pand is als middel geschikt om het doel, de eventuele handel in gestolen goederen, ongedaan te maken, het gebruik en de bekendheid van het pand als een pand waar strafbare feiten worden gepleegd te doorbreken, recidive te voorkomen, de openbare orde in de omgeving van de bedrijven te herstellen en verdere nadelige effecten van de handel op het openbare leven en andere lokale omstandigheden ongedaan te maken. Daarnaast krijgt de handelaar tijdens de sluitingsperiode de gelegenheid om de bedrijfsvoering te verbeteren. Een minder vergaande maatregel is niet geschikt vanwege de gewenste signaalwerking, het ernstige risico op herhaling en het herstel van de openbare orde. Op basis van ervaringen die in de praktijk zijn opgedaan, is een periode van enkele maanden tot een jaar nodig om de loop van personen die zich op de een of andere manier met deze strafbare feiten bezig houden, weg te nemen.
De sluiting is noodzakelijk om de openbare orde te herstellen en de rust te doen terugkeren. Opkopers en handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen zijn verplicht een inkoopregister bij te houden. Ook is een handelaar verplicht om ingeschreven te staan in het DOR-register en aantekeningen bij te houden van dergelijke goederen in een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register. Zowel Garage [naam garage 1] als het Keuringsstation hadden hun administratie betreffende tweedehands goederen niet op orde. Er is sprake van een patroon dat niet gehandeld wordt zoals van een professionele autohandelaar verwacht mag worden.
Heling van goederen gaat vaak gepaard met andere vormen van criminaliteit, hetgeen ook blijkt uit de rapportages uit 2021 en 2023. Uit de rapportage van 20 december 2021 blijkt dat er naar aanleiding van een onderzoek naar een crimineel samenwerkingsverband dat zich bezig hield met de invoer en handel van verdovende middelen, een doorzoeking heeft plaatsgevonden in het pand. Daarbij zijn munitie, 1104 gram cocaïne in een auto op naam van [persoon A] , 8 gram ketamine, 15 op vuurwapens gelijkende gasaanstekers, Sweepers (bakens die worden gebruikt om voertuigen mee te kunnen traceren en volgen), een auto met een vals kenteken en een groot bedrag aan contant geld in bezit van [persoon A] aangetroffen. Uit de rapportage van 27 juni 2023 blijkt dat uit een onderzoek naar een internationale criminele organisatie die zich bezighoudt met de smokkel en handel in verdovende middelen en het bezit en de verkoop van wapens, munitie en explosieven, in het pand van Garage [naam garage 1] afspraken zijn gemaakt over de aankoop van cocaïne, daartoe geld is overhandigd en cocaïne is overgedragen.
Uit de rapportages uit 2021 en 2023 blijkt dat het pand al langere tijd een rol vervult binnen het internationale criminele (drugs)circuit. Gelet op die rol en de heling vanuit het pand, is de maatregel evenredig en is een minder vergaande maatregel niet afdoende om de toeloop van afnemers en andere betrokkenen te beëindigen, aldus de burgemeester in het bestreden besluit.
11. Verzoeker heeft aangevoerd dat de motorblokken voor de scooters zijn aangeschaft door [persoon A] , die nu nog eigenaar is van Garage [naam garage 1] en evenals verzoeker gebruik maakt van het pand. [persoon A] heeft duidelijk gemaakt wie de eigenaar van de bestelauto is, waar hij de motorblokken voor de scooters heeft aangeschaft en wat hij heeft gedaan om zich er van te verzekeren dat de motorblokken niet gestolen zijn. Meer dan dat kon hij ook niet doen. Er is bovendien niet aangetoond dat sprake is van gestolen goederen en dat verzoeker zich schuldig zou hebben gemaakt aan heling. Hij is ook niet als verdachte aangemerkt. Het chassisnummer van de motor in de bestelauto kwam overeen met het kenteken en het chassisnummer op het kentekenbewijs. Pas na een tweede bezoek heeft de politie geconstateerd dat de auto mogelijk is omgekat. Met het blote oog of door raadpleging van openbare registers kon dat niet worden vastgesteld. [persoon A] en verzoeker hadden niet kunnen vermoeden dat er iets mis was met de auto. Primair is verweerder dan ook niet bevoegd om tot sluiting over te gaan, omdat er geen sprake is van overtreding van de APV of een andere wettelijke regel. Voor zover er wel sprake zou zijn van een overtreding wijst verzoeker er op dat hij niets weet over een ontmoeting die blijkens de hem onbekende bestuurlijke rapportage van 27 juni 2023 op 23 maart 2023 zou hebben plaatsgevonden. Hij was toen nog niet betrokken bij het pand. Ook wijst verzoeker op het tijdsverloop sinds die gestelde ontmoeting en de datum van het besluit, 2 april 2024. Bovendien is de begunstigingstermijn onredelijk kort. Daarbij komt dat de noodzaak tot sluiting onvoldoende is gemotiveerd. De motivering is heel algemeen en nauwelijks toegespitst op het pand in kwestie en verzoeker. Er lijkt sprake te zijn van een putatieve sanctie en geen reparatoire maatregel. Er is immers geen gevaar voor de openbare orde of een loop naar het pand. Het pand staat ook niet bekend als een pand van waaruit criminele activiteiten plaatsvinden. Verzoeker heeft bovendien geen strafblad. Tot slot heeft verzoeker aangevoerd dat met zijn belangen geen rekening is gehouden en dat, als er al sprake zou zijn van een overtreding, verweerder met een minder ingrijpend middel had kunnen volstaan.
Wet- en regelgeving en beleid
12. Op grond van artikel 174 van de Gemeentewet is de burgemeester belast met het toezicht op de openbare samenkomsten en vermakelijkheden alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven.
Op grond van artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht is een autohandelaar verplicht om aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verworven dan wel voorhanden heeft. In het bijbehorende Uitvoeringsbesluit wordt deze verplichting verder uitgewerkt.
Tevens is een autohandelaar op grond van artikel 2.81 van de Algemene Plaatselijke Verordening (de APV) verplicht om de burgemeester in kennis te stellen van de uitoefening van het beroep als handelaar en wijzigingen in de uitoefening van handelaar.
Daarnaast is een autohandelaar op grond van artikel 2.80 van de APV verplicht om aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt in een doorlopend en door of namens de burgemeester gewaarmerkt register.
Op grond van artikel 2.54 van de APV kan de burgemeester, indien de openbare orde dit naar zijn oordeel vereist, de gehele of gedeeltelijke sluiting bevelen van een voor het publiek openstaand gebouw - niet zijnde een openbare inrichting als bedoeld in afdeling 8 - of een bij dat gebouw behorend erf.
In het ‘Beleid heling van toepassing op handelaren in gebruikte en ongeregelde goederen’ (het Helingbeleid) van de gemeente Vlaardingen is onder ‘Handhavingsarrangement’ opgenomen dat bij een eerste overtreding van de artikelen 2.80 en 2.81 van de APV een bestuurlijke waarschuwing volgt. Bij constatering van heling volgt bij een eerste overtreding een sluiting van drie maanden. Doel is de bescherming van de openbare orde, veiligheid en het woon- en leefklimaat.
Oordeel van de voorzieningenrechter
13. De voorzieningenrechter merkt allereerst op dat in het bestreden besluit staat dat de sluiting een periode van drie maanden betreft, te weten van 5 april 2024 tot 5 augustus 2024. Dit betreft echter een periode van vier maanden. Nu zowel in het voornemen, als in het bestreden besluit en in het verweerschrift wordt gesproken over drie maanden, gaat de rechtbank er van uit dat de sluiting een periode van drie maanden betreft.
14. De voorzieningenrechter merkt vervolgens op dat het bestreden besluit is gericht tot [persoon A] , als eigenaar van Garage [naam garage 1] . Verzoeker is door verweerder als belanghebbende aangemerkt en heeft een afschrift van het besluit gekregen. In de bestuurlijke rapportage van 30 januari 2024 staat dat in het pand meerdere bedrijven ingeschreven staan en niet geheel duidelijk is welke persoon of entiteit waar verantwoordelijk voor is en dat Garage [naam garage 1] en het Keuringsstation gebruikers zijn van het pand. Ter zitting is door verzoeker bevestigd dat verzoeker eigenaar is van het Keuringsstation, dat [persoon A] nu nog eigenaar is van Garage [naam garage 1] maar dat verzoeker bezig is dat bedrijf over te nemen en dat beide bedrijven gebruik (kunnen) maken van dezelfde, voor hen beiden toegankelijke, binnen- en buitenruimten.
15. De voorzieningenrechter merkt ook nog op dat in de rapportage van 27 juni 2023 verzoeker ten aanzien van de doorzoeking op 24 mei 2023 vermeld staat als betrokkene (“Later kwam de eigenaar van de garage, de heer [verzoeker] , ter plaatse”). Uit de uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 28 april 2016 (ECLI:NL:RBROT:2016:3201) in een eerder geding tussen verzoeker en de burgemeester blijkt bovendien dat destijds in het pand aan de [adres 2] te Vlaardingen Garage [naam garage 2] was gevestigd en verzoeker die garage toen als eenmanszaak dreef en de garage daarvoor werd gedreven door verzoeker en zijn broer. In het verweerschrift heeft de burgemeester ook nog aangegeven dat in de rapportage van 20 december 2021 (die zich niet bij de stukken bevindt), waarop het huidige pand destijds gesloten is op grond van artikel 13b van de Opiumwet, verzoeker ook als betrokkene is aangemerkt en in het verhoor van [persoon A] is aangegeven dat [persoon A] de eigenaar is van het pand, maar de zaak samen draait met verzoeker. 16. Tot slot merkt de rechtbank nog op dat in het bestreden besluit wordt gesproken over auto-motorblokken, maar dat ter zitting door verweerder is bevestigd dat het om motorblokken van scooters/bromfietsen gaat, zoals ook uit de rapportage van 30 januari 2024 blijkt.
17. De bevoegdheid van de burgemeester om een voor een publiek openstaand gebouw te sluiten is neergelegd in artikel 2.54 van de APV. De sluiting moet zijn vereist in het belang van de openbare orde. Uit het Handhavingsarrangement van het Helingbeleid volgt dat in geval van heling een sluiting voor drie maanden volgt. Bij niet naleving van het DOR volgt bij een eerste constatering een waarschuwing en bij een tweede constatering een sluiting van een week.
18. Niet duidelijk is of er op de niet naleving van het DOR een (officiële) waarschuwing is gevolgd, maar naar het oordeel van de voorzieningenrechter is afdoende komen vast te staan dat de aangetroffen motorblokken en de bestelauto van diefstal afkomstig zijn en sprake is van heling. Dit volgt uit de rapportage van de politie van 30 januari 2024 en in het verweerschrift heeft de burgemeester er nog op gewezen dat de nummers van de motorblokken weggehaald waren, zodat het niet mogelijk was om deze nummers te controleren op stopheling.nl, hetgeen voor een professionele autohandelaar al voldoende had moeten zijn om deze goederen niet aan te schaffen. Uit de email van de politie van 28 maart 2024 blijkt voorts dat een professionele autohandelaar het verschil had moeten zien tussen het aangetroffen voertuig en een voertuig dat elf jaar ouder zou moeten zijn.
19. Wat verzoeker daartegen heeft ingebracht, overtuigt niet. Het had [persoon A] en verzoeker, nu zij al langere tijd werkzaam zijn in de autobranche, moeten opvallen dat de nummers op de motorblokken waren weggeslepen. Bovendien, als gevolgd moet worden dat, zoals [persoon A] in zijn zienswijze heeft verklaard, de bestelauto ter reparatie is ingenomen maar nooit is opgehaald, dan had het [persoon A] en verzoeker duidelijk moeten zijn dat iets niet in de haak was. Ter zitting heeft verzoeker verklaard dat de bestelauto al 3 jaar geleden (in 2021) ter reparatie is aangeboden.
20. Gelet op het voorgaande was de burgemeester bevoegd om op grond van artikel 2.54 van de APV in samenhang gelezen met het Helingsbeleid het pand te sluiten in het belang van de openbare orde en het woon- en leefklimaat.
Noodzaak en evenredigheid van de sluiting
21. Aan de hand van de ernst en omvang van de overtreding dient vervolgens te worden beoordeeld in hoeverre sluiting van het pand noodzakelijk is ter bescherming van het woon- en leefklimaat en het herstel van de openbare orde en evenredig is gelet op de betrokken belangen.
22. Het gaat om het aantreffen van gestolen motorblokken en een gestolen bestelauto en het niet in orde hebben van de DOR-administratie. De burgemeester heeft ook de eerdere rapportages meegewogen. Van een handelaar in tweedehands goederen mag verwacht worden dat hij op de hoogte is van de wet- en regelgeving, dat hij deze naleeft en dat hij de risico’s kent die de aan- en verkopen in de branche met zich meebrengen. [persoon A] en verzoeker zijn al langere tijd werkzaam in deze branche. Door het bijhouden van een register wordt voorkomen dat een afzetmarkt voor dieven wordt gecreëerd. Heling gaat bovendien vaak gepaard met andere vormen van criminaliteit. Uit de rapportages uit 2021 en 2023 blijkt dat het pand al langere tijd een rol vervuld binnen het internationale criminele (drugs)circuit. Door die rol en de heling vanuit het pand worden de openbare orde en veiligheid en de rechtsorde ernstig geschaad. De sluiting heeft mede ten doel om het patroon te doorbreken en een signaalfunctie af te geven. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de maatregel om tot sluiting over te gaan evenredig is. De burgemeester heeft een minder vergaande maatregel of een sluiting van kortere duur niet afdoende hoeven achten. De belangen die met de sluiting zijn gemoeid heeft de burgemeester zwaarder mogen laten wegen dan het belang van verzoeker bij het geopend blijven van het pand. Dit betekent dat de burgemeester de sluiting van het pand voor de duur van drie maanden noodzakelijk heeft mogen achten ter bescherming van het woon- en leefklimaat bij het pand en het herstel van de openbare orde.
23. De begunstigingstermijn was niet te kort. De burgemeester heeft in het verweerschrift en ter zitting toegelicht dat het besluit op 2 april 2024 is genomen en op 5 april zou worden geëffectueerd. Nadat een medewerker van de burgemeester contact had opgenomen met verzoeker, bleek dat het besluit op 4 april 2024 nog niet ontvangen was. Toen is besproken dat de sluiting pas 8 april 2024 geëffectueerd zou worden. Dit vervolgbesluit is niet meer verzonden omdat in de tussentijd een verzoek om een voorlopige voorziening werd ingediend en de burgemeester akkoord ging met opschorting van de sluiting tot de uitspraak van de voorzieningenrechter.