Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
4.Waardering van het bewijs
op enig momentbeschikkingsmacht hebben gehad over het vuurwapen. Niet aannemelijk is geworden dat het DNA van de verdachte op andere wijze op het vuurwapen terecht is gekomen. De rechtbank kan echter niet vaststellen dat de beschikkingsmacht van de verdachte zich
in de ten laste gelegde periodeheeft verwezenlijkt. De enige aanwijzing die hiervoor is te vinden, is de verklaring van de moeder van de verdachte over wat de zus van de verdachte zou hebben gezegd. Deze
de audituverklaring, die bovendien niet nader is onderzocht, is echter onvoldoende overtuigend om tot een bewezenverklaring te komen van hetgeen aan de verdachte ten laste is gelegd.