ECLI:NL:RBROT:2024:4327

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 maart 2024
Publicatiedatum
14 mei 2024
Zaaknummer
10/302015-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heropening van het onderzoek naar de mogelijkheid van een zorgmachtiging in een strafzaak

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 12 maart 2024 een tussenvonnis uitgesproken in een strafzaak tegen een verdachte die preventief gedetineerd is. De rechtbank heeft besloten het onderzoek ter terechtzitting te heropenen om de officier van justitie de gelegenheid te geven een verzoekschrift voor een zorgmachtiging op te stellen, zoals bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Dit besluit is genomen omdat het onderzoek naar de persoon van de verdachte niet volledig was. De verdachte heeft geweigerd mee te werken aan een onderzoek door een psychiater, terwijl een psycholoog heeft geadviseerd om een zorgmachtiging af te geven vanwege een veronderstelde chronisch psychotische stoornis. De officier van justitie had eerder aangegeven dat een zorgmachtiging niet doelmatig zou zijn en stelde een terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor. De rechtbank oordeelt echter dat er onvoldoende informatie is om tot een eindvonnis te komen en verzoekt de officier van justitie om de benodigde stappen te ondernemen voor het aanvragen van een zorgmachtiging. De rechtbank schorst het onderzoek voor maximaal drie maanden en beveelt de oproeping van de verdachte en de slachtoffers voor de nadere terechtzitting.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/302015-23
Datum uitspraak: 12 maart 2024
Tegenspraak
Tussenvonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in
P.I. [naam PI] te [plaats] .
Raadsvrouw mr. R. Dijkstra, advocaat te Utrecht.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 27 februari 2024. Van deze zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Heropening onderzoek

Na de inhoudelijke behandeling ter terechtzitting is tijdens de beraadslaging gebleken dat het onderzoek naar de persoon van de verdachte niet volledig is geweest. De verdachte is onderzocht door GZ-psycholoog [psycholoog] ; de verdachte heeft geweigerd mee te werken aan het onderzoek door psychiater [psychiater] . Gezien de veronderstelde chronisch psychotische stoornis heeft de psycholoog geadviseerd om een zorgmachtiging af te geven. De psychiater heeft verwezen naar de rapportage van de psycholoog.
De officier van justitie heeft voorafgaand aan- en tijdens het onderzoek ter zitting te kennen gegeven dat een aanvraag voor een zorgmachtiging niet doelmatig is. Zij heeft daarom geen verzoekschrift voorbereid voor een zorgmachtiging zoals bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) en heeft de rechtbank reeds op voorhand te kennen gegeven dat slechts een terbeschikkingstelling met dwangverpleging als passend moet worden gezien.
Uit het dossier blijkt dat de psycholoog van het NIFP uitgebreid heeft gemotiveerd dat een behandeling in het kader van een zorgmachtiging voor de verdachte de voorkeur zou dienen te hebben en dat in diens rapportage bovendien expliciet wordt vermeld dat een Tbs-maatregel (rechtbank: laat staan met dwangverpleging) niet wordt geadviseerd. Tevens dient te worden opgemerkt dat de reclassering over een eventuele Tbs-maatregel in het geheel niet heeft gerapporteerd. Nu er geen enkel onderzoek naar de mogelijkheid tot het verlenen van een civielrechtelijke zorgmachtiging en tot behandeling van de verdachte in een zodanig kader heeft plaatsgevonden en de rechtbank slechts zou dienen af te gaan op wat de officier van justitie heeft verklaard over haar telefoongesprek met de geneesheer-directeur van Antes, acht de rechtbank zich onvoldoende voorgelicht om tot een eindvonnis te komen in deze zaak.
De rechtbank verzoekt de officier van justitie gelet op het voorgaande een verzoekschrift voor een zorgmachtiging voor te bereiden, zodat zij bij een bewezenverklaring over voldoende informatie beschikt om te bepalen welke afdoening het meest passend is. De voorbereiding houdt concreet in dat de officier van justitie een geneesheer-directeur aanwijst die een zorgverantwoordelijke en een onafhankelijk psychiater zal zoeken. De hieruit volgende medische verklaring van de onafhankelijk psychiater (in de zin van artikel 5:7 van de Wvggz), het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur kan de rechtbank betrekken bij het hierna te wijzen (eind)vonnis.

4.Beslissing

De rechtbank:
- heropent het onderzoek ter terechtzitting;
- verzoekt de officier van justitie de mogelijkheden voor een verzoekschrift tot het verlenen van een zorgmachtiging, zoals bedoeld in hoofdstuk 5 van de Wvggz, voor te bereiden en stelt de stukken daartoe in handen van de officier van justitie;
- schorst het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd, maar voor maximaal drie maanden, vanwege de klemmende reden dat de voorbereiding van een zorgmachtiging niet binnen één maand zal zijn voltooid;
- beveelt de oproeping van de verdachte tegen de nadere terechtzitting, met tijdige
kennisgeving daarvan aan de raadsvrouw van de verdachte;
- beveelt de oproeping van de slachtoffers tegen de nadere terechtzitting.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.F. Smulders, voorzitter,
en mr. N.M. Ketelaar en mr. dr. S. Wahedi, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.D. Beenakker, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 13 november 2023 te Capelle aan den IJssel
opzettelijk
(de medewerkster van Antes) (mevrouw) [ functionariscode 1]
wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden,
door
de kamerdeur dicht te houden van de kamer waarin (mevrouw) [ functionariscode 1] en hij,
verdachte, verbleef en/of die kamerdeur vast te houden
en/of die tegen te houden en/of een mes in zijn handen te houden en/of te tonen
en/of voor/bij die deur te (blijven) staan, terwijl die (mevrouw) [ functionariscode 1] niet weg
kon uit die kamer
met het oogmerk een ander, te weten (de heer) [functionariscode 2] en/of andere personen
buiten de kamer,
te dwingen iets te doen of niet te doen, te weten
de politie te bellen en/of buiten de kamer te blijven, althans de kamer niet in te
komen en/of hem, verdachte, niet te brengen naar een separeercel, althans rustige
ruimte
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 november 2023 te Capelle aan den IJssel
opzettelijk
(de medewerkster van Antes) (mevrouw) [ functionariscode 1]
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
door de kamerdeur dicht te houden van de kamer waarin (mevrouw) [ functionariscode 1] en hij,
verdachte, verbleef en/of die kamerdeur vast te houden en/of die tegen te houden
en/of een mes in zijn handen te houden en/of te tonen en/of voor/bij die deur te
(blijven) staan, terwijl die (mevrouw) [ functionariscode 1] niet weg kon uit die kamer en/of
(daarbij) te zeggen aan die (mevrouw) [ functionariscode 1] "bel de politie"en/of te zeggen tegen
(de heer) [functionariscode 2] , althans tegen iemand buiten de kamer, "ik die haar niets als zij
de politie belt" en/of "ik doe haar niets, als jullie buiten blijven" en/of "ik doe haar
niets als jullie niet binnen komen" althans woorden van gelijke (dreigende) aard
en/of strekking
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op/in of omstreeks 13 november 2023 te Capelle aan den IJssel,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een ander, te weten (de medewerkster van Antes) (mevrouw) [ functionariscode 1] ,
door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige
andere feitelijkheid gericht tegen die ander en/of derden, te weten (de
medewerkster van Antes) (mevrouw) [ functionariscode 1]
wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten
de politie te laten bellen om te komen,
de kamerdeur heeft dicht gehouden van de kamer waarin (mevrouw) [ functionariscode 1]
verbleef en/of die kamerdeur heeft vastgehouden en/of die deur heeft tegen
gehouden en/of een mes in zijn handen heeft gehouden en/of voor/bij die deur is
blijven staan, terwijl die (mevrouw) 322581 niet weg kon uit die kamer en/of
(daarbij) te zeggen aan die (mevrouw) [ functionariscode 1] “bel de politie” en/of te zeggen tegen
(de heer) [functionariscode 2] , althans tegen iemand buiten de kamer “ik doe haar niets, als zij
de politie belt” en/of “ik doen haar niets, als jullie buiten blijven en/of ik doe haar
niets als jullie niet binnen komen”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard
en/of strekking
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij op of omstreeks 13 november 2023 te Capelle aan den IJssel
(de medewerker van Antes) (de heer) [functionariscode 2] en/of diens collega heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door met een mes in diens/hun richting te wijzen en/of te zeggen "Ik ga jullie
neersteken, kom dan kom dan, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of
strekking".