Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde, te weten het vervoeren van 2.970 gram heroïne;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden die Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) heeft geadviseerd in het over de verdachte opgemaakte rapport gedateerd 3 april 2024;
- teruggave van het inbeslaggenomen geldbedrag van € 1.035,00;
- afwijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging in de zaak met parketnummer 20/002548-22.
4.Waardering van het bewijs
opzettelijk heeft vervoerd 2970 gram heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.In beslag genomen voorwerpen
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf)
maanden;
opzettelijk heeft vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 2970 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet.