In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 februari 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en Infinitas Care B.V. [eiser] is sinds 5 december 2022 in dienst bij Infinitas Care, waar hij aanvankelijk als persoonlijk begeleider werkte en later als zorgmanager. Hij heeft zich op 27 oktober 2023 ziekgemeld en eist betaling van zijn loon over de maanden oktober, november en december 2023, dat hij niet heeft ontvangen. Infinitas Care verzet zich tegen deze eis en beroept zich op betalingsonmacht, die volgens hen het gevolg is van de schuld van [eiser]. De werkgever stelt dat [eiser] verantwoordelijk is voor het niet tijdig aanvragen van zorgbudgetten, wat heeft geleid tot financiële problemen voor het bedrijf. Op 16 januari 2024 heeft Infinitas Care [eiser] op staande voet ontslagen.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat Infinitas Care onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de financiële problemen uitsluitend door [eiser] zijn veroorzaakt. De rechter oordeelt dat betalingsonmacht de werkgever niet ontslaat van de verplichting om het loon door te betalen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [eiser] recht heeft op zijn loon voor de maanden oktober tot en met december 2023, en dat de wettelijke verhoging van 50% en rente over het verschuldigde bedrag moeten worden toegewezen. Infinitas Care is ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [eiser]. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.