Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 januari 2024, met bijlagen;
- het antwoord (e-mails van [gedaagde] van 25 en 31 januari 2024);
- de repliek, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft Menzis Zorgverzekeraar N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor onbetaalde zorgkostennota's. De eiseres, Menzis, heeft op 3 mei 2024 een vonnis gekregen van de kantonrechter in Rotterdam. De gedaagde, die zelf procedeert, heeft aangevoerd dat hij door financiële omstandigheden niet in staat was de facturen te betalen en dat Menzis onzorgvuldig is omgegaan met zijn medische gegevens, wat heeft geleid tot een klacht bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Menzis heeft echter betwist dat deze omstandigheden invloed hebben op de betalingsverplichting van de gedaagde. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Menzis toewijsbaar is, omdat de gedaagde niet heeft gereageerd op de nadere stellingen van Menzis en de betalingsverplichting blijft bestaan, ongeacht de persoonlijke omstandigheden van de gedaagde. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 938,65 aan Menzis, inclusief rente en incassokosten, en heeft de proceskosten aan de kant van Menzis begroot op € 795,99. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.