ECLI:NL:RBROT:2024:4270

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 februari 2024
Publicatiedatum
8 mei 2024
Zaaknummer
10-203374-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde met schizofrenie

Op 19 februari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1990. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. De terbeschikkingstelling was eerder gelast op 25 februari 2021, naar aanleiding van een poging tot zware mishandeling. De rechtbank ontving op 16 januari 2024 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, welke op de openbare terechtzitting van 19 februari 2024 is behandeld. De officier van justitie, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman, alsook een deskundige van Reclassering Nederland, zijn gehoord.

De reclassering en een forensisch psychiater hebben geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen. De terbeschikkinggestelde vertoont stabiliteit, maar lijdt aan schizofrenie en een depressieve episode. Ondanks medicatie blijft hij psychotisch, maar het recidiverisico wordt onder de huidige omstandigheden als laag ingeschat. De rechtbank oordeelt dat de terbeschikkinggestelde nog steeds een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens vertoont, en dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd.

De rechtbank heeft de beslissing genomen dat beëindiging van de maatregel nog niet verantwoord is, gezien het risico op recidive en de recente verhuizing van de terbeschikkinggestelde naar beschermd wonen. De rechtbank heeft de vordering van de terbeschikkinggestelde om de verlenging af te wijzen, niet gehonoreerd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, met de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10-203374-20
Datum uitspraak: 19 februari 2024
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[terbeschikkinggestelde] (de terbeschikkinggestelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
verblijvende in [verblijfplaats] te [vestigingsplaats] (locatie [verblijflocatie] ),
raadsman mr. Z. Yeral, advocaat te Roosendaal.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 25 februari 2021 is de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde gelast met voorwaarden betreffende het gedrag van de terbeschikkinggestelde.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van poging tot zware mishandeling. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 25 februari 2021.
Bij beslissing van deze rechtbank van 3 maart 2023 is de terbeschikkingstelling laatstelijk verlengd met één jaar.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 16 januari 2024 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 19 februari 2024 behandeld. De officier van justitie mr. B.J. Berton, de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door de raadsman
mr. Z. Yeral, en de deskundige mevrouw [persoon A] , werkzaam bij Reclassering Nederland, zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies reclassering
De reclassering adviseert in het rapport, gedateerd 22 december 2023, de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar. De deskundige heeft het advies op de terechtzitting toegelicht.
De terbeschikkinggestelde functioneert in zekere zin stabiel en zet zich actief in om
de stabiliteit te behouden, mede dankzij de druk van onderhavig kader. Bij hem is sprake van schizofrenie en een eenmalige depressieve episode. Onder de huidige omstandigheden wordt het recidiverisico ingeschat als laag, vanwege de gecontroleerde omstandigheden en voldoende monitoring. In de toekomst zal de terbeschikkinggestelde naar verwachting steeds zorg en ondersteuning nodig blijven hebben. Vooralsnog is niet te overzien hoe de terbeschikkinggestelde zal functioneren binnen het vervolgtraject, in hoeverre hij zelfredzaam is en of hij de stabiliteit op diverse leefgebieden kan vasthouden binnen het verdere ambulant traject. De terbeschikkinggestelde zit sinds begin januari 2024 bij [verblijfplaats] . Daar moet nog een behandelteam worden gevormd. Een zorgmachtiging is hierdoor nu niet aangewezen. Het stapsgewijze traject dat de reclassering voor ogen heeft, zal nog een jaar in beslag nemen.
Advies psychiater
Forensisch psychiater drs. [persoon B] adviseert in het rapport, gedateerd
16 februari 2024, de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van schizofrenie en een eenmalige depressieve stemmingsstoornis. De terbeschikkinggestelde heeft beperkt gereageerd op de behandeling. Ondanks instelling op een antipsychoticum blijft hij chronisch psychotisch. Wel is de psychose minder heftig. De terbeschikkinggestelde blijft er echter van overtuigd niet/nooit psychotisch te zijn geweest en heeft zijn eigen verklaring voor het indexdelict. Hoewel hij zichzelf niet als ziek ziet, blijft hij wel medicatietrouw. De terbeschikkinggestelde functioneert onder de huidige omstandigheden voldoende stabiel, maar vanwege zijn blijvende ernstige psychiatrische aandoening (schizofrenie) behoeft hij zeer waarschijnlijk levenslange begeleiding. Samengevat wordt het recidiverisico wordt zonder de maatregel en zonder ambulante behandeling/begeleiding, op de korte termijn als minstens matig en op de (middel)lange termijn als matig tot hoog ingeschat, en hoger naarmate de tijd vordert. Het risico bestaat dat de terbeschikkinggestelde zonder een kader zal stoppen met zijn medicatie. Onder de huidige omstandigheden met voortzetting van een antipsychoticum en begeleiding wordt het risico als laag ingeschat. De terbeschikkinggestelde dient een goed afgestemd stapsgewijs resocialisatietraject te volgen, waarvoor zeker nog een jaar noodzakelijk is. Getoetst moet worden of hij binnen een resocialisatietraject stabiel blijft functioneren en niet toenemend psychotisch wordt. Het is thans nog te vroeg om de tbs-maatregel over te laten gaan in een zorgmachtiging.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met één jaar.
Standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde en de raadsman hebben primair afwijzing van de vordering bepleit. De terbeschikkinggestelde vormt geen gevaar meer voor de veiligheid van personen. Uit de rapportages blijkt dat het goed gaat met hem, dat hij zijn medicatie neemt en zich aan afspraken houdt. Hij heeft geen wraakgevoelens jegens het slachtoffer en kan bij zijn ouders wonen. Subsidiair zou de rechtbank ambtshalve een zorgmachtiging kunnen verlenen voor zes maanden.

5.Beoordeling

Op grond van de adviezen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd.
Beëindiging van de maatregel is mogelijk indien de uit de stoornis van de geestvermogens voortvloeiende gevaarlijkheid van de terbeschikkinggestelde voor de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen in die mate is teruggebracht dat beëindiging verantwoord is. Daarvan is op dit moment nog geen sprake. Immers blijkt uit de rapporten dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van schizofrenie en hoewel hij onder de huidige omstandigheden voldoende stabiel functioneert, wordt het risico op recidive door de psychiater, zonder de maatregel of behandeling/begeleiding, op de korte termijn als minstens matig ingeschat en steeds hoger naarmate de tijd vordert. De rechtbank ziet geen reden om hier anders over te denken. Daar komt bij dat de terbeschikkinggestelde kortgeleden verhuisd is naar beschermd wonen. Dit is een ingrijpende verandering, die enige tijd gemonitord zal moeten worden. Verlenging van de maatregel is daarom vereist.
Aan beoordeling van het subsidiaire standpunt komt de rechtbank dan ook niet toe.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met 1 (één) jaar.
Deze beslissing is genomen door
mr. E.A. Poppe-Gielesen, voorzitter,
en
mr. F.J.E. van Rossumen
mr. S. Woudman-Bijl, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. T. van Driel, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.