ECLI:NL:RBROT:2024:4268

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 februari 2024
Publicatiedatum
8 mei 2024
Zaaknummer
10-741300-17
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren in strafzaak

Op 19 februari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak betreffende de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1988. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd. Deze beslissing volgt op een vordering van het openbaar ministerie, die op 18 januari 2024 is ingediend, en is behandeld tijdens een openbare terechtzitting. De terbeschikkinggestelde verblijft momenteel in een instelling en heeft een behandelprogramma dat gericht is op zijn (milde) autismespectrumstoornis en een depressieve stoornis. De instelling heeft geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, omdat het recidiverisico zonder de huidige structuur als matig tot hoog wordt ingeschat. De rechtbank heeft vastgesteld dat, ondanks de positieve stappen die de terbeschikkinggestelde heeft gemaakt, er onvoldoende zicht is op het terugbrengen van het recidiverisico binnen een kortere termijn dan twee jaar. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar vereisen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de jongste rechter niet in staat was om de beslissing mede te ondertekenen. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10-741300-17
Datum uitspraak: 19 februari 2024
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[terbeschikkinggestelde] (de terbeschikkinggestelde),
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
verblijvende in [naam instelling] (de instelling),
raadsman mr. S. Weening, advocaat te Maastricht.

1.Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank van 25 april 2019 is de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van doodslag. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 2 februari 2022.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 18 januari 2024 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging met twee jaar. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 19 februari 2024 behandeld. De officier van justitie mr. B.J. Berton, de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door de raadsman
mr. S. Weening, en de deskundige mevrouw [persoon A] , werkzaam als psycholoog bij de instelling, zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 22 december 2023, de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging te verlengen met twee jaren. De deskundige heeft dit advies ter terechtzitting nader toegelicht.
De terbeschikkinggestelde verblijft sinds 14 juli 2022 op de huidige afdeling met beveiligingsniveau 3, onder meer gericht op de (milde) autismespectrumstoornis van de terbeschikkinggestelde. Bij hem is eveneens sprake van een depressieve stoornis. Van gebruik van middelen is op dit moment geen sprake meer.
De terbeschikkinggestelde volgt zijn behandelprogramma, houdt zich aan de regels en afspraken en functioneert goed in deze omgeving. Binnen de huidige structuur wordt het recidiverisico ingeschat als laag tot matig en zonder deze structuur als matig tot hoog. Sinds een aantal maanden gaat de terbeschikkinggestelde met begeleid verlof. Vervolgens zal gekeken worden hoe op een veilige manier netwerkverloven kunnen worden ingericht. Stapsgewijze verruiming van verloven zal worden vormgegeven (eerst begeleid, later mogelijk onbegeleid en transmuraal). Toegewerkt zal worden naar verblijf in een begeleide woonvorm, buiten zijn regio van herkomst. Een verlenging van de maatregel met twee jaar is nodig voor het maken van deze stappen en om te onderzoeken hoe langdurig risicomanagement geborgd kan worden.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde en de raadsman hebben zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Beoordeling
Op grond van het advies van de instelling wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
Zoals alle partijen erkennen is er, ondanks de positieve stappen die de terbeschikkinggestelde al heeft gemaakt, onvoldoende zicht op het voldoende terugbrengen van het recidiverisico binnen een termijn die korter is dan twee jaar. Hoewel de terbeschikkinggestelde de afgelopen periode – getuige de grote hoeveelheid diploma’s die de terbeschikkinggestelde ter zitting aan de rechtbank heeft overlegd – mooie stappen heeft gemaakt, is een verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaar dus aangewezen.

5.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met 2 (twee) jaren.
Deze beslissing is genomen door
mr. E.A. Poppe-Gielesen, voorzitter,
en
mr. F.J.E. van Rossumen
mr. S. Woudman-Bijl, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. T. van Driel, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.