Uitspraak
1.Inleiding
2.Procesverloop
3.Adviezen
4.Standpunt van partijen
5.Beslissing
mr. E.A. Poppe-Gielesen, voorzitter,
mr. F.J.E. van Rossumen
mr. S. Woudman-Bijl, rechters,
Rechtbank Rotterdam
Op 19 februari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak betreffende de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1988. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd. Deze beslissing volgt op een vordering van het openbaar ministerie, die op 18 januari 2024 is ingediend, en is behandeld tijdens een openbare terechtzitting. De terbeschikkinggestelde verblijft momenteel in een instelling en heeft een behandelprogramma dat gericht is op zijn (milde) autismespectrumstoornis en een depressieve stoornis. De instelling heeft geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, omdat het recidiverisico zonder de huidige structuur als matig tot hoog wordt ingeschat. De rechtbank heeft vastgesteld dat, ondanks de positieve stappen die de terbeschikkinggestelde heeft gemaakt, er onvoldoende zicht is op het terugbrengen van het recidiverisico binnen een kortere termijn dan twee jaar. De rechtbank oordeelt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar vereisen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de jongste rechter niet in staat was om de beslissing mede te ondertekenen. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.