ECLI:NL:RBROT:2024:4213

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 februari 2024
Publicatiedatum
7 mei 2024
Zaaknummer
10819448 HA VERZ 23-79
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische omstandigheden en transitievergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 februari 2024 uitspraak gedaan in de procedure tussen Wemanity B.V. en een werknemer, aangeduid als [verweerster]. Wemanity heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerster] op basis van artikel 7:669 lid 3 sub a BW, omdat de unieke arbeidsplaats van [verweerster] als gevolg van bedrijfseconomische omstandigheden is komen te vervallen. De werknemer was sinds 1 november 2019 in dienst en ontving een bruto maandsalaris van € 2.450,- op basis van 28 uur per week.

Tijdens de mondelinge behandeling op 15 februari 2024 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. [verweerster] heeft aanvankelijk verweer gevoerd tegen de ontbinding, maar heeft later aangegeven zich te refereren aan het oordeel van de kantonrechter. De kantonrechter heeft vastgesteld dat partijen het erover eens zijn dat de arbeidsplaats van [verweerster] is komen te vervallen, wat een redelijke grond voor ontbinding vormt. Herplaatsing is niet aan de orde, zoals ook blijkt uit artikel 7:669 lid 1 en 3 sub a BW.

De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 april 2024 en heeft Wemanity veroordeeld tot betaling van een transitievergoeding van € 4.198,55 bruto aan [verweerster]. Dit bedrag is vastgesteld op basis van het loon en de duur van de arbeidsovereenkomst, waarbij aan alle wettelijke voorwaarden voor de transitievergoeding is voldaan. De proceskosten worden door beide partijen zelf gedragen, en de beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie: Dordrecht
zaaknummer: 10819448 HA VERZ 23-79
datum uitspraak: 29 februari 2024
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van:
de besloten vennootschap
Wemanity B.V.,
vestigingsplaats: Amsterdam,
verzoekster,
gemachtigde: mr. W.M.H. de Werd,
tegen:
[verweerster],
woonplaats: [woonplaats] (gemeente [gemeente] ),
verweerster,
gemachtigde: mr. P.R. Hendriks.
De partijen worden ‘Wemanity’ en ‘ [verweerster] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift van 28 november 2023, met bijlagen;
  • het verweerschrift van 5 februari 2024, met bijlagen;
  • de aanvullende producties.
1.2.
Op 15 februari 2024 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig: [persoon A] en [persoon B] namens Wemanity, met mr. De Werd, en [verweerster] met mr. Hendriks.

2.Het verzoek en de beoordeling daarvan

2.1.
[verweerster] is sinds 1 november 2019 in dienst bij Wemanity. De functie van [verweerster] is [naam functie] met een loon van € 2.450,- bruto per maand op basis van 28 uur per week.
2.2.
Wemanity heeft verzocht de arbeidsovereenkomst met [verweerster] te ontbinden op grond van het noodzakelijkerwijs vervallen van arbeidsplaatsen, zoals bedoeld in artikel 7:699 lid 3 sub a BW (de a-grond). Wemanity stelt dat de (unieke) arbeidsplaats van [verweerster] is komen te vervallen als gevolg van het wegens bedrijfseconomische omstandigheden treffen van maatregelen voor een doelmatige bedrijfsvoering. [verweerster] heeft eerst verweer gevoerd tegen de ontbinding van de arbeidsovereenkomst, maar ontkent niet langer dat haar arbeidsplaats is komen te vervallen. Zij refereert zich aan het oordeel van de kantonrechter over de ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
2.3.
De kantonrechter stelt vast dat partijen het er over eens zijn dat de arbeidsplaats van [verweerster] is komen te vervallen. Dit is een redelijke grond en herplaatsing ligt niet voor de hand (artikel 7:669 lid 1 en 3 sub a BW). De kantonrechter zal de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst dan ook ontbinden. De einddatum wordt vastgesteld op 1 april 2024.
2.4.
[verweerster] heeft recht op een transitievergoeding omdat aan alle wettelijke voorwaarden is voldaan en geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerster] (artikel 7:673 lid 1 en lid 7 BW). Op basis van het loon en de duur van de arbeidsovereenkomst is de hoogte van de vergoeding € 4.198,55 bruto. Dit bedrag moet Wemanity betalen.
proceskosten
2.5.
De kantonrechter bepaalt dat partijen de eigen proceskosten dragen.
uitvoerbaarheid bij voorraad
2.6.
Deze beschikking wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen per 1 april 2024;
3.2.
veroordeelt Wemanity om aan [verweerster] een transitievergoeding van € 4.198,55 bruto te betalen, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
bepaalt dat partijen de eigen proceskosten betalen;
3.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C. Halk, kantonrechter, en heden in het openbaar uitgesproken.