ECLI:NL:RBROT:2024:4194

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 april 2024
Publicatiedatum
7 mei 2024
Zaaknummer
10-005540-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor woningoverval, veroordeling voor diefstal met valse sleutel

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 april 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het (mede)plegen van een woningoverval en diefstal met een valse sleutel. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de woningoverval, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij de overval had gepleegd. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte voor beide feiten zou worden veroordeeld, maar de rechtbank oordeelde dat de omstandigheden en het bewijs niet voldoende waren om de verdachte als dader van de woningoverval aan te wijzen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij de overval had gepleegd.

Echter, de rechtbank heeft de verdachte wel schuldig bevonden aan diefstal met een valse sleutel. De verdachte had op 28 september 2023 betalingen verricht met een bankpas die kort daarvoor was weggenomen tijdens de woningoverval. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op de hoogte moest zijn geweest dat hij de bankpas niet rechtmatig gebruikte, aangezien deze niet op zijn naam stond en hij geen toestemming had van de rechtmatige eigenaar. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 115 dagen en een schadevergoeding aan de benadeelde partij van €34,82, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de overval.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn strafblad. De vordering van de benadeelde partij werd gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank oordeelde dat de overige gevorderde schade niet voldoende was onderbouwd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10-005540-24
Datum uitspraak: 29 april 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
niet ingeschreven in de Basisregistratie Personen,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [detentieadres]
,
raadsman mr. C.P. Timmers, advocaat te Middelharnis.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 15 april 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W.L. van Prooijen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde, met partiële vrijspraak van het in vereniging plegen van beide feiten;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak feit 1 (diefstal met geweld in vereniging)
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
Aangever heeft verklaard dat hij op 28 september 2023 is overvallen in zijn woning aan het [adres 1]. Hierbij zijn onder andere een telefoon en een bankpas weggenomen. Onderzoek heeft uitgewezen dat deze bankpas kort daarna is gebruikt bij de New York Pizza Zuidplein. Op camerabeelden van de New York Pizza is een man te zien die betalingen met deze bankpas verricht. Deze man wordt door twee verbalisanten herkend als de verdachte. Uit onderzoek blijkt dat de telefoon van de verdachte en de weggenomen telefoon van aangever zich bewegen van de omgeving van de woningoverval naar Plein 1953. Vervolgens stralen beide telefoons een mast aan in de buurt van de New York Pizza Zuidplein. Hoewel de verdachte niet wordt gezien op camerabeelden van de centrale hal van het flatgebouw waar aangever woont en hij niet door aangever is herkend, is er naar mening van de officier van justitie voldoende wettig en overtuigend bewijs dat het de verdachte is geweest die de overval heeft gepleegd. Er is geen indicatie dat er een tweede verdachte bij betrokken was en daarom dient verdachte te worden vrijgesproken van het in vereniging plegen van dit feit.
4.1.2.
Beoordeling door de rechtbank
Het dossier biedt onvoldoende aanknopingspunten die leiden tot de conclusie dat de verdachte de persoon is geweest die aangever op 28 september 2023 in zijn woning heeft overvallen. De omstandigheden dat de telefoon van de verdachte zich rond het moment van de overval in de buurt van de woning van aangever bevond, zijn telefoon zich daarna op meerdere momenten in de buurt van de weggenomen telefoon van aangever bevond en de verdachte is herkend als de persoon die pinde met de weggenomen bankpas, zijn opmerkelijk, maar onvoldoende om vast te kunnen stellen dat het niet anders kan dan dat de verdachte de persoon was die aangever in zijn woning heeft overvallen.
4.1.3.
Conclusie
Het onder 1 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.2.
Bewijswaardering feit 2 (diefstal met behulp van een valse sleutel)
4.2.1.
Standpunt verdediging
De verdachte dient van het onder 2 ten laste gelegde te worden vrijgesproken. De enkele omstandigheid dat de telefoon van de verdachte een mast in de buurt van de New York Pizza Zuidplein aanstraalt, is onvoldoende om tot een veroordeling te komen. Als de rechtbank al waarde hecht aan de herkenningen van de verdachte door de verbalisanten op de camerabeelden, dan betekent dat nog niet dat hij iets wist van de woningoverval en dat wist dat hij pinde met een zogenaamde valse sleutel.
4.2.2.
Beoordeling door de rechtbank
Op 28 september 2023 zijn er kort na de woningoverval bij de New York Pizza Zuidplein, gelegen aan [adres 2], twee betalingen gedaan met een bankpas horende bij een ABN-AMRO rekening op naam van aangever.
Op camerabeelden uit de New York Pizza Zuidplein is op het moment van deze betalingen een man te zien die pint. Deze man wordt door twee verbalisanten als de verdachte herkend. De rechtbank acht deze herkenningen betrouwbaar nu deze afkomstig zijn van verbalisanten die beide vanuit hun functie al meerdere jaren bekend zijn met de verdachte. Eén van de verbalisanten is zelfs enkele dagen voor 28 september 2023 nog met hem in contact geweest. De herkenningen van de verbalisanten worden ondersteund door de historische gegevens van de telefoon van de verdachte, waaruit volgt dat hij op dit tijdstip gebruik maakte van een zendmast in de buurt van voornoemde pizzeria. De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat de verdachte de persoon is die op 28 september 2023 betalingen heeft verricht met de bankpas van aangever.
Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat de verdachte moet hebben geweten dat de betalingen werden gedaan met een valse sleutel. De verdachte heeft immers betaald met een bankpas die niet op zijn naam stond. Uit het dossier volgt op geen enkele manier dat aangever de verdachte toestemming zou hebben gegeven tot het gebruik van deze bankpas. Bovendien straalde de telefoon van de verdachte rond het tijdstip van de woningoverval een mast aan in de buurt van de woning van de aangever en zijn de betalingen bij de New York Pizza kort na de woningoverval verricht. Weliswaar bevat het dossier onvoldoende aanknopingspunten om verdachte als dader van de woningoverval aan te wijzen, maar bij gebreke aan een aannemelijke andere verklaring voor het vorenstaande, gaat de rechtbank er ook op basis van die omstandigheden van uit dat het niet anders kan dan dat de verdachte heeft geweten dat de pinpas van misdrijf afkomstig was en hij tot het gebruik daarvan niet gerechtigd was.
Het dossier biedt ook onvoldoende aanknopingspunten om aan te nemen dat er een andere persoon betrokken was bij het verrichten van de betalingen. De verdachte zal daarom worden vrijgesproken van het
in verenigingplegen van de diefstal met valse sleutel.
4.2.3.
Conclusie
Het onder 2 ten laste gelegde – niet in vereniging gepleegd – kan wettig en overtuigend worden bewezen.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 28 september 2023 te Rotterdam
geldbedragen, die geheel aan [naam],
toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen
geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een
een valse sleutel, te weten door gebruik te maken van een bankpas van de
ABN-AMRO tot het gebruik waarvan hij niet gerechtigd
was.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van een valse sleutel.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft twee betalingen gedaan met de bankpas van iemand anders. Deze bankpas was kort voor deze betalingen weggenomen tijdens een woningoverval. Daarvan was de verdachte op de hoogte. Het slachtoffer was een man op leeftijd. Het door de verdachte gepleegde feit heeft de benadeelde schade toegebracht en zorgen opgeleverd. De verdachte heeft hierbij kennelijk alleen oog gehad voor zijn eigen financiële gewin. Dit rekent de rechtbank de verdachte aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 11 maart 2024, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensdelicten. De rechtbank houdt hier in het nadeel van de verdachte rekening mee.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij], ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van €1.112,82 aan materiële schade en een vergoeding van €1.000, - aan immateriële schade.
8.1.
Standpunt officier van justitie
De vordering van de benadeelde partij is geheel toewijsbaar, met toepassing van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.2.
Standpunt verdediging
Gelet op de bepleitte vrijspraak dient de vordering te worden afgewezen.
8.3.
Beoordeling
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 2 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de gevorderde schadevergoeding genoegzaam is onderbouwd, zal de vordering worden toegewezen tot een bedrag van € 34,82. Dit betreft een vergoeding van de twee betalingen bij de New York Pizza met de bankpas van de benadeelde partij.
Het is niet komen vast te staan dat de overige gevorderde schade rechtstreeks verband houdt met het bewezenverklaarde feit. De benadeelde partij zal ten aanzien hiervan niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 28 september 2023.
Nu de vordering van de benadeelde partij de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard ten aanzien van het merendeel van de vordering, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
8.4.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 34,82, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2023. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36f, 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 2 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 115 (honderdvijftien) dagen;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van heden;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij], te betalen een bedrag van
€ 34,82 (zegge: vierendertig euro en tweeëntachtig cent), bestaande materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij] te betalen
€ 34,82(hoofdsom,
zegge: vierendertig euro en tweeëntachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 34,82 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
1 (één) dag; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij, tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.H. Geerars, voorzitter,
en mrs. N.M. Ketelaar en S. Zuidwijk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.M. Grubben, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 28 september 2023 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een geldbedrag van ongeveer 500 euro en/of
- een telefoon en/of
- een bankpas van de ABN-AMRO en/of
- een en/of meerdere sieraden
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam], in elk geval
aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen die [naam], gepleegd met het oogmerk om die
diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de
vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en), dat hij,
verdachte en/of zijn mededader(s)
- genoemd slachtoffer (met kracht) heeft/hebben geduwd en/of
- ( dreigend) tegen genoemd slachtoffer heeft/hebben gezegd: "Als je de politie belt,
doe ik je iets aan", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2
hij op of omstreeks 28 september 2023 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(een) geldbedrag(en), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen
geldbedrag(en) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een
een valse sleutel, te weten door gebruik te maken van een bankpas van de
ABN-AMRO tot het gebruik waarvan hij en/of zijn mededader(s) niet gerechtigd
was/waren.