Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 april 2024, met bijlagen 1 tot en met 3;
- de mondelinge behandeling op 22 april 2024.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft de vrouw, eiseres, een kort geding aangespannen tegen de man, gedaagde, die niet is verschenen. De vrouw en de man zijn voormalige echtgenoten en zijn samen eigenaar van een woning, waarvoor zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de hypotheek. De vrouw wenst de woning te verkopen, omdat zij wordt geconfronteerd met problemen door het bezit van de woning en de bijbehorende hypotheek. In een eerdere echtscheidingsbeschikking is bepaald dat de man de woning moet overnemen of, indien dat niet mogelijk is, dat de woning verkocht moet worden. De man heeft echter geen actie ondernomen om de woning over te nemen en reageert niet meer op communicatie van de vrouw.
De voorzieningenrechter heeft verstek verleend tegen de man, aangezien hij niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling. De vrouw heeft verschillende eisen geformuleerd, waaronder een verzoek om de man te veroordelen tot medewerking aan de overname van de hypotheek en een verzoek om haar te machtigen de woning te verkopen. De voorzieningenrechter heeft de eis tot medewerking aan de hypotheekovername afgewezen, omdat deze te onbepaald was. De eis om de vrouw te machtigen de woning te verkopen is toegewezen, met de voorwaarde dat de machtiging alleen geldt voor noodzakelijke handelingen om de woning te verkopen.
Daarnaast is de eis om het vonnis in de plaats te laten treden van de akte tot levering van de woning afgewezen, omdat hiervoor kadastrale informatie nodig is die niet is verstrekt. De eis om het vonnis in de plaats te laten treden van de benodigde wilsverklaring van de man is wel toegewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten betaalt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de vrouw direct kan overgaan tot verkoop van de woning, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.