In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 april 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Stichting Havensteder en de krakers van een woning. Eiseres, Havensteder, is de eigenaresse van de woning die door de krakers is gekraakt. De procedure is gestart met een dagvaarding op 8 april 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 16 april 2024. Havensteder vordert de ontruiming van de woning, omdat zij vermoedt dat de woning momenteel door krakers wordt bewoond, waaronder gedaagde 1. De voorzieningenrechter heeft verstek verleend tegen de krakers, die niet zijn verschenen in de procedure. De vordering van Havensteder is toegewezen, omdat het spoedeisend belang van Havensteder is aangetoond en de vordering niet ongegrond of onrechtmatig is bevonden. De krakers zijn veroordeeld om de woning binnen drie dagen na betekening van het vonnis te ontruimen. Tevens zijn de krakers in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op € 1.998,51. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Havensteder het vonnis direct kan laten uitvoeren, ook al is er nog geen definitieve uitspraak in een eventuele hoger beroep.