Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1],
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 december 2023, met bijlagen;
- het antwoord;
- de nadere producties van [eiseres] van 12 april 2024.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Vereniging van Eigenaren (VvE) en twee gedaagden die eigenaar zijn van een appartementsrecht. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. A.C. Hoogmoed, vorderde betaling van achterstallige VvE-bijdragen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De gedaagden, die zelf procederen, zijn niet verschenen op de zitting, ondanks dat zij correct waren opgeroepen.
De eiseres stelde dat de gedaagden maandelijks een bedrag van € 169,18 aan VvE-bijdrage verschuldigd zijn en dat zij daarnaast twee eenmalige extra bijdragen moesten betalen voor noodzakelijke werkzaamheden aan het gebouw. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden de juistheid van de vorderingen niet hadden betwist en dat de eiseres voldoende bewijs had geleverd van de besluiten genomen tijdens de algemene ledenvergadering van de VvE.
De kantonrechter heeft de vorderingen van de eiseres grotendeels toegewezen. De gedaagden zijn veroordeeld tot betaling van € 1.751,72 aan de eiseres, inclusief wettelijke rente. Daarnaast zijn de gedaagden ook veroordeeld tot betaling van toekomstige VvE-bijdragen tot het einde van het lopende boekjaar en de proceskosten, die zijn begroot op € 1.142,97. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de eiseres het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, ook als de gedaagden in hoger beroep gaan.