In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 mei 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee eisers, [eiser 1] en [eiser 2], en de gedaagde, [gedaagde]. De eisers, die zelf procederen, vorderen een schadevergoeding van € 20.328,00 van de gedaagde, een damesmodezaak, omdat deze een foto van [eiser 2] in kleding van het merk Only-M op haar Facebookpagina heeft geplaatst zonder toestemming. De eisers stellen dat dit onrechtmatig is, terwijl de gedaagde aanvoert dat zij de foto van Only-M heeft ontvangen voor promotiedoeleinden en zich niet bewust was van enige onrechtmatigheid.
De rechtbank heeft de vordering van de eisers afgewezen. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde niet onrechtmatig heeft gehandeld, omdat zij de foto van [eiser 2] heeft ontvangen van Only-M en deze in het kader van haar bedrijfsvoering heeft gebruikt. De rechtbank verwijst naar een eerder vonnis van de rechtbank Overijssel, waarin Only-M is veroordeeld om haar wederverkopers te informeren over het gebruik van de foto. De gedaagde heeft echter niet van Only-M vernomen dat zij de foto niet mocht gebruiken en heeft deze onmiddellijk verwijderd na ontvangst van de dagvaarding.
De kantonrechter concludeert dat, indien de gedaagde te goeder trouw handelde en de foto onmiddellijk heeft verwijderd, er geen sprake is van onrechtmatig handelen. De eisers krijgen ongelijk en worden veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die bedragen € 1.086,00. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de proceskostenveroordeling direct kan worden afgedwongen, zelfs als de zaak in hoger beroep wordt gebracht.