Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 270 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 196 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en met als bijzondere voorwaarden dat de verdachte meewerkt met de begeleiding door de jeugdreclassering en zich houdt aan een contactverbod met de slachtoffers;
- met opdracht aan de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een leerstraf, te weten Tools4U Verlengd Plus voor de duur van 35 uren, subsidiair 17 dagen vervangende jeugddetentie.
4.Waardering van het bewijs
hebben, dat hij seks wilde zien, dat zij hun kleding uit moesten trekken, dat die
hebben,
5.Strafbaarheid feiten
1.verkrachting;
3.bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
4. bankbiljetten waarvan de valsheid hem, toen hij ze ontving, bekend was, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, in voorraad hebben;
5. opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
6. handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
- Meewerkt aan begeleiding vanuit de jeugdreclassering;
- Naar school gaat volgens het rooster;
- Een zinvolle vrijetijdsbesteding heeft in de vorm van sport en/of een bijbaantje;
- Op geen enkele manier contact heeft met de slachtoffers;
- Zich houdt aan een avondklok, waarbij de tijden zijn te bepalen door de jeugdreclassering, en met de maximale duur van drie maanden.
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
- [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum 4] 2007 te [geboorteplaats 2] ;
- [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum 5] -2001 te [geboorteplaats 3] ,
€ 10.000,- (zegge: tienduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 januari 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen
€ 10.000,-(hoofdsom,
zegge: tienduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening, en bepaalt daarbij de duur van de gijzeling op 0 (nul) dagen.