Op 17 april 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking uitgesproken over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De zaak betreft de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, die het verzoek heeft ingediend. De moeder van [voornaam minderjarige] is belast met het ouderlijk gezag, maar de minderjarige verblijft momenteel in een pleeggezin. De kinderrechter heeft de procedure op basis van een verzoekschrift van de GI, dat op 5 maart 2024 is ingediend, behandeld tijdens een mondelinge zitting op 17 april 2024.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de situatie van [voornaam minderjarige] ernstig bedreigd wordt door de onveilige opvoedsituatie bij de moeder, die in het verleden getuige is geweest van huiselijk geweld. De moeder heeft recentelijk een dochter gekregen, die ook uit huis is geplaatst, en haar eigen stabiliteit is nog niet hersteld. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de moeder momenteel niet in staat is om de nodige zorg en stabiliteit te bieden aan [voornaam minderjarige].
De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] te verlengen voor de duur van een jaar en de machtiging tot uithuisplaatsing in een pleegzorgvoorziening eveneens te verlengen tot 18 april 2025. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker of andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.