4.4.[persoon C] c.s. vorderen na vermeerdering van eis dat de rechtbank bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. [persoon A] c.s. veroordeelt om de kadastrale grens aan de achterzijde van de percelen die is weergegeven in het veldwerk (relaas van bevindingen) van het kadaster overgelegd als productie 2 te eerbiedigen en om binnen 2 weken na het te wijzen vonnis hun medewerking te hebben verleend aan het geven van een opdracht aan een door [persoon C] c.s. te nomineren hovenier om – op kosten van beide partijen, ieder de helft – de erfafscheiding aan de achterzijde van de percelen te verplaatsen naar de kadastrale grens, zodanig dat de werkzaamheden in elk geval binnen twee maanden na het te wijzen vonnis zijn uitgevoerd, dat wil zeggen dat de houten schutting weergegeven op voornoemd veldwerk met de aansluiting’ht sch’, die de achtertuinen van partijen gescheiden houdt wordt verplaatst naar de kadastrale grens, zodat de houten schutting komt te staan op de lijn die loopt vanaf de door het Kadaster geplaatste spijker aan de voorzijde van de woningen (aangeduid met ‘spr’op het veldwerk, meetpunt 1) en dan doorloopt via meetpunt 2 gelegen op 0,97 meter gemeten vanuit de hoek aan de voorzijde van de woning van [persoon C] c.s., vervolgens doorloopt via meetpunt 3 dat gelegen is op 0,73 meter vanaf de hoek aan de achterzijde van de woning van [persoon C] c.s. en dan doorloopt tot de ijzeren buis, aangeduid met ‘íj bs’ aan de achterzijde van de tuin van [persoon C] c.s. (meetpunt 4), een en ander op straffe van een dwangsom van € 250 per dag of gedeelte daarvan dat [persoon A] c.s. in gebreke blijven de veroordeling na te komen, met een maximum van
€ 15.000;
althans bij vonnis waarin de rechtbank in lijn daarmee en met hetgeen in de conclusie van antwoord en in de vordering in reconventie is gesteld een zodanige juiste en redelijke veroordeling uitspreekt;
II. voor recht verklaart dat de juridische grens aan de voorzijde van de percelen over een lengte van 10,6 meter zich bevindt daar waar voorheen de muur van de bakkerij stond, zijnde 44,5 centimeter over de kadastrale grens, zodat komt vast te staan dat de juridische erfgrens zich aan de voorzijde van de percelen (vanaf de dijk), en gezien vanuit de woning van [persoon C] c.s. op 44,5 centimeter vanaf de door het Kadaster geplaatste spijker aan de voorzijde van de woningen (angeduid met ‘spr’ op het veldwerk in productie 2, meet punt 1) begint, en dan over een afstand van 10,6 meter evenwijdig aan de kadastrale erfgrens doorloopt naar achteren, een en ander zoals weergegeven op de impressietekening in paragraaf 38 van de conclusie van antwoord;
althans bij vonnis waarin de rechtbank in lijn daarmee en met hetgeen in de conclusie van antwoord en in de vordering in reconventie is gesteld een zodanige juiste en redelijke veroordeling uitspreekt;
III. [persoon A] c.s. veroordeelt om binnen twee weken hun medewerking te verlenen om de juridische grens aan de voorzijde van de percelen (op de dijk) die zich bevindt daar waar voorheen de muur van de bakkerij stond, zoals omschreven onder II, in te laten schrijven in de openbare registers van het kadaster, een en ander op straffe van een dwangsom van € 250 per dag of gedeelte daarvan dat [persoon A] c.s. in gebreke blijven de veroordeling na te komen;
althans bij vonnis waarin de rechtbank in lijn daarmee en met hetgeen in de conclusie van antwoord en in de vordering in reconventie is gesteld een zodanige juiste en redelijke veroordeling uitspreekt;
IV. [persoon A] c.s. veroordeelt om de kosten die gemaakt moeten worden voor het inschrijven van de juridische grens in de openbare registers van het kadaster en alle kosten die daar redelijkerwijzs uit voortvloeien te betalen;
althans bij vonnis waarin de rechtbank in lijn daarmee en met hetgeen in de conclusie van antwoord en in de vordering in reconventie is gesteld een zodanige juiste en redelijke veroordeling uitspreekt;
V. [persoon A] c.s. veroordeelt om de kadastrale erfgrens aan de achterzijde van de perelen te eerbiedigen en om binnen 2 weken na het te wijzen vonnis hun medewerking te hebben verleend aan het geven van een opdracht aan een door [persoon C] c.s. te nomineren hovenier - op kosten van beide partijen, ieder de helft - de erfafscheiding aan de voorzijde van de percelen (op de dijk) te verplaatsen naar de juridische grens zodanig dat de werkzaamheden in elk geval binnen twee maanden na het te wijzen vonnis zijn uitgevoerd met het resultaat dat de groenafscheiding die de voortuinen van partijen gescheiden houdt wordt verplaatst naar de juridische grens, zodat de erfafscheiding vanaf de plaats waar de bakkerij stond op 147,5 centimeter vanaf de woning van [persoon A] c.s. komt te staan, een en ander op straffe van een dwangsom van € 250 per dag of gedeelte daarvan dat [persoon A] c.s. in gebreke blijven de veroordeling na te komen, met een maximum van € 15.000;
althans bij vonnis waarin de rechtbank in lijn daarmee en met hetgeen in de conclusie van antwoord en in de vordering in reconventie is gesteld een zodanige juiste en redelijke veroordeling uitspreekt;
VI. [persoon A] c.s. veroordeelt om de twee bomen die zijn geplaatst op circa 170 centimeter van de (kadastrale) erfgrens, binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis te verwijderen en verwijderd te houden;
althans om die vanaf 14 dagen na het te wijzen vonnis te snoeien en vervolgens te allen tijde gesnoeid te houden tot een maximale hoogte van 6 meter;
althans in lijn daarmee en met hetgeen in de conclusie van antwoord en in de vordering in reconventie is gesteld een zodanige juiste en redelijke veroordeling uitspreekt;
een en ander op straffe van een dwangsom van € 250 per dag of gedeelte
daarvan dat [persoon A] c.s. in gebreke blijven de veroordeling na te komen;
VII. [persoon A] c.s. veroordeelt tot nakoming van de overeenkomst, namelijk de twee bomen die zijn geplaatst op 170 centimeter van de erfgrens, binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis te verwijderen en verwijderd te houden;
althans om die vanaf 14 dagen na het te wijzen vonnis te snoeien en vervolgens te allen tijde gesnoeid te houden tot een maximale hoogte van 6 meter;
althans in lijn daarmee en met hetgeen in de conclusie van antwoord en in de vordering in reconventie is gesteld een zodanige juiste en redelijke veroordeling uitspreekt;
een en ander op straffe van een dwangsom van € 250 per dag of gedeelte
daarvan dat [persoon A] c.s. in gebreke blijven de veroordeling na te komen;
zowel in het primaire als in het subsidiaire geval:
VIII. [persoon A] c.s. veroordeelt in de proceskosten en nakosten, te vermeerderen met de wettelijk rente indien de voldoening daarvan niet binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis plaatsvindt.