In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 12 april 2024, wordt een ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren in 2008, toegewezen voor de duur van een jaar. De zaak is aangespannen door de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht, die verzocht om deze maatregel vanwege zorgen over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige]. De ouders, [naam moeder] en [naam vader], zijn belast met het ouderlijk gezag, maar er zijn ernstige zorgen over de ouder-kindrelatie en de ontwikkeling van [voornaam minderjarige]. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 april 2024 waren beide ouders aanwezig, evenals vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige] momenteel geen contact heeft met haar moeder en broertje, wat een bedreiging vormt voor haar ontwikkeling. Er zijn zorgen over manipulatief gedrag en een gebrek aan vertrouwen in volwassenen. De ouders zijn gezamenlijk gezagdragers, maar zijn niet in staat om samen beslissingen te nemen in het belang van [voornaam minderjarige]. De Raad heeft het verzoek om ondertoezichtstelling gehandhaafd, waarbij werd benadrukt dat hulpverlening in het vrijwillig kader niet voldoende is om de situatie te verbeteren.
De kinderrechter oordeelt dat de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling zijn vervuld, zoals vastgelegd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de ondertoezichtstelling gaat in op 12 april 2024 en duurt tot 12 april 2025. Hoger beroep kan worden ingesteld door de verzoeker of belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.