Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- de heer mr. D.A. IJpelaar, werkzaam bij JAW Advocaten (hierna: advocaat);
- mevrouw T. Baart, werkzaam bij Schuldvangnet (hierna: beschermingsbewindvoerder).
Rechtbank Rotterdam
Op 12 april 2024 heeft verzoeker een verzoekschrift ingediend op basis van artikel 284 en 287b van de Faillissementswet (Fw) bij de Rechtbank Rotterdam. Het verzoek betreft een voorlopige voorziening om gedurende zes maanden te voorkomen dat verweerster, Stichting Juridisch Eigenaar Certitudo iResidence V, het vonnis van 29 december 2023 tot ontruiming van de woonruimte van verzoeker ten uitvoer legt. Tijdens de zitting op 18 april 2024 is verzoeker niet verschenen, terwijl verweerster ook niet ter zitting is verschenen. De rechtbank heeft op 25 april 2024 uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker onder beschermingsbewind staat en dat de huurtermijnen tijdig zijn betaald. De beschermingsbewindvoerder heeft verklaard dat de huur voor mei 2024 ook tijdig zal worden voldaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake is van een bedreigende situatie, aangezien verweerster heeft aangekondigd de woning op 29 april 2024 te ontruimen. De rechtbank heeft de belangen van verzoeker, die in de huurwoning wil blijven wonen en het minnelijk schuldhulpverleningstraject wil doorlopen, zwaarder laten wegen dan die van verweerster, die het vonnis van ontruiming wil uitvoeren.
De rechtbank heeft de tenuitvoerlegging van het vonnis van 29 december 2023 opgeschort voor de duur van zes maanden, met de voorwaarde dat de huurtermijnen tijdig worden voldaan. Tevens is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling, maar kan hij in de toekomst een nieuw verzoek indienen. De uitspraak is gedaan door mr. C. de Jong, rechter, en griffier S.R.L.T. Peek, en is openbaar uitgesproken op 25 april 2024.