ECLI:NL:RBROT:2024:3934

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
30 april 2024
Zaaknummer
10-754537-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van mensensmokkel door gebrek aan bewijs van wetenschap van aanwezigheid van personen in voertuig

Op 24 april 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1948 in Griekenland, die werd beschuldigd van mensensmokkel. De zaak werd behandeld door een meervoudige kamer voor strafzaken. De officier van justitie, mr. E. ter Braak, had vrijspraak geëist en de opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. Tijdens de zitting op 10 april 2024 werd vastgesteld dat het bewijs ontbrak dat de verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de in de tenlastelegging genoemde personen in het door hem bestuurde voertuig. De rechtbank concludeerde dat niet onomstotelijk vast was komen te staan dat de verdachte op enig moment op de hoogte was van deze aanwezigheid. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Tevens werd het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, aangezien deze eerder was geschorst. Het vonnis werd uitgesproken door mr. A. Hello, voorzitter, en mrs. I. Bouter en M. van Zinnen, rechters, in aanwezigheid van griffier D.J. Boogert.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10-754537-20
Datum uitspraak: 24 april 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Griekenland) op [geboortedatum] 1948,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres] , [postcode] , [woonplaats] (Griekenland),
raadsman mr. L.E.J. Vleesenbeek, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 10 april 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E. ter Braak heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het ten laste gelegde;
  • opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.

4.Vrijspraak

Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het bewijs ontbreekt dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan. Op basis van de in het onderliggende dossier gerelateerde feiten en omstandigheden is niet onomstotelijk vast komen te staan dat de verdachte op enig moment wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van de in de tenlastelegging genoemde personen in het door hem bestuurde voertuig.
De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken.

5.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Hello, voorzitter,
en mrs. I. Bouter en M. van Zinnen, rechters,
in tegenwoordigheid van D.J. Boogert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij,
op of omstreeks 7 november 2020 te Hoek van Holland, gemeente Rotterdam,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een ander of anderen, te weten vier, althans één of meer, personen, met de
Albanese nationaliteit, althans van buitenlandse afkomst,
-behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van toegang tot of doorreis
door Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, en/of het
Verenigd Koninkrijk, zijnde een staat die is toegetreden tot het op 15
november 2000 te New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van
migranten over land, over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15
november 2000 te New York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale
georganiseerde misdaad,
en/of genoemde personen daartoe gelegenheid, middelen en/of of inlichtingen
heeft verschaft
en/of
-uit winstbejag behulpzaam is geweest bij het zich verschaffen van verblijf in
Nederland en/of een andere lidstaat van de Europese Unie, en/of het Verenigd
Koninkrijk, zijnde een staat die is toegetreden tot het op 15 november 2000 te
New York totstandgekomen Protocol tegen de smokkel van migranten over land,
over de zee en in de lucht, tot aanvulling van het op 15 november 2000 te New
York totstandgekomen Verdrag tegen transnationale georganiseerde misdaad,
door
-bovengenoemde personen in een verborgen ruimte in de laadruimte van een
voertuig (Mercedes Sprinter met kenteken [kentekennummer] ) te vervoeren door Nederland
richting Hoek van Holland om vervolgens de veerboot naar het Verenigd
Koninkrijk te nemen, en/of
-een ticket aan te schaffen voor de ferry (Stena Line) van Hoek van Holland
naar het Verenigd Koninkrijk,
en (aldus) de doorreis en/of het transport en/of toegang door/naar en/of het
verblijf in Nederland en/of Verenigd Koninkrijk georganiseerd en/of
gefaciliteerd en/of gecoördineerd,
terwijl hij, verdachte, en zijn mededader(s), wist(en) of ernstige redenen
had(den) te vermoeden dat die toegang of die doorreis of dat verblijf
wederrechtelijk was,
en dit feit werd begaan in de uitoefening van zijn ambt of beroep als
internationaal chauffeur,
en terwijl daarvan levensgevaar voor een of meer ander(en), te weten genoemde
vier personen van Albanese, althans buitenlandse, afkomst, te duchten was.