ECLI:NL:RBROT:2024:384

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 januari 2024
Publicatiedatum
23 januari 2024
Zaaknummer
C/10/657948 / HA ZA 23-449
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale handelszaak over de kwalificatie van leveringen van citrusvruchten als koop of consignatie

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen een Spaans bedrijf dat citrusvruchten levert en een Nederlandse groothandelaar die deze vruchten verkoopt. De eiseres, een Spaans bedrijf, vordert betaling van een bedrag van € 113.094,67 van de gedaagde, een Nederlandse groothandelaar, op basis van leveringen van grapefruits, sinaasappels en citroenen. De rechtbank moet beoordelen of de leveringen zijn gekwalificeerd als koopovereenkomsten of als consignatieovereenkomsten. De eiseres stelt dat er sprake is van koop met een minimumprijs, terwijl de gedaagde betoogt dat het gaat om consignatie, waarbij de gedaagde het fruit voor rekening en risico van de eiseres verkoopt. De rechtbank concludeert dat voor de eerste drie vrachtwagens met grapefruits koopovereenkomsten zijn gesloten, terwijl voor de overige leveringen consignatieovereenkomsten van toepassing zijn. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van een hoofdsom van € 30.711,00, vermeerderd met wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/657948 / HA ZA 23-449
Vonnis van 17 januari 2024
in de zaak van
[eiseres01]
,
gevestigd te [vestigingsplaats01] , Spanje,
eiseres,
advocaat mr. I.A. van Rooij te Tilburg,
tegen
[gedaagde01]
,
gevestigd te [vestigingsplaats02] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.P.M. Borsboom te Rotterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres01] en [gedaagde01] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 1 mei 2023, met producties 1 tot en met 17;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 8;
  • producties 18 tot en met 20 van [eiseres01] ;
  • de mondelinge behandeling van 29 november 2023, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
  • de pleitnotities van [eiseres01] ;
  • de pleitnotities van [gedaagde01] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres01] is een Spaans bedrijf dat handel drijft in citrusvruchten.
2.2.
[gedaagde01] is een Nederlandse groothandelaar in en importeur en exporteur van aardappelen, groenten en fruit (agf).
2.3.
In de periode oktober 2022-januari 2023 hebben partijen met elkaar handel gedreven in van [eiseres01] afkomstige grapefruits (variëteit
Star Ruby), sinaasappels (variëteit
Cara Cara) en citroenen (variëteit
Primofiori).

3.Het geschil

3.1.
[eiseres01] vordert dat de rechtbank, voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, [gedaagde01] veroordeelt tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiseres01] van € 113.094,67, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:120 lid 2 BW juncto artikel 6:119a BW over een bedrag ad
€ 107.985,23 vanaf 25 april 2023 tot aan de dag van de volledige betaling, subsidiair met de wettelijke handelsrente naar Spaans recht over dit bedrag vanaf de vervaldata van in de dagvaarding genoemde facturen tot de dag van de volledige betaling, met veroordeling van [gedaagde01] in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
3.2.
Hieraan legt [eiseres01] – samengevat – de volgende stellingen ten grondslag:
  • [eiseres01] heeft partijen grapefruits, sinaasappels en citroenen aan [gedaagde01] verkocht en geleverd voor een totaalprijs van € 224.583,--;
  • van deze totaalprijs is door [gedaagde01] slechts een bedrag van in totaal € 98.631,13 betaald;
  • over bovengenoemde koopprijs van € 224.583,-- had [gedaagde01] recht op een commissievergoeding van 8%, hetgeen neerkomt op een totaalbedrag aan commissievergoeding van € 17.966,64;
  • het reeds door [gedaagde01] betaalde bedrag van € 98.631,13 en de aan [gedaagde01] toekomende commissievergoeding van € 17.966,64 kunnen worden verrekend met de vordering van [eiseres01] , zodat [gedaagde01] per saldo nog een bedrag van € 107.985,23 aan hoofdsom verschuldigd is aan [eiseres01] ;
  • naast deze hoofdsom van € 107.985,23 is [eiseres01] ook nog wettelijke (handels)rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd; dat alles leidt tot een nog door [gedaagde01] aan [eiseres01] verschuldigd bedrag van € 113.094,67.
3.3.
[gedaagde01] voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiseres01] in haar vorderingen, althans tot ontzegging aan [eiseres01] van die vorderingen, althans tot afwijzing daarvan, met veroordeling van [eiseres01] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
3.4.
[gedaagde01] onderbouwt haar verweer – samengevat – met de volgende stellingen:
  • tussen partijen is geen sprake geweest van vastkoop maar van commissiekoop; [gedaagde01] heeft het fruit voor rekening en risico van [eiseres01] verkocht;
  • [gedaagde01] heeft zich ingespannen om het fruit te verkopen tegen de door [eiseres01] gewenste prijzen; aanvankelijk is dit in de meeste gevallen gelukt; gelet op de zich wijzigende marktomstandigheden en de kwaliteit van het fruit en de verpakking was het evenwel onmogelijk om vast te houden aan deze prijzen;
  • [gedaagde01] heeft aan haar financiële verplichtingen voldaan door de uit haar
verkoopafrekeningen blijkende netto-opbrengst van de verkoop van de agf-producten
aan [eiseres01] te betalen; [eiseres01] heeft niets meer te vorderen van
[gedaagde01] ;
  • de renteberekening van [eiseres01] is onjuist;
  • [gedaagde01] is geen buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.

4.De beoordeling

4.1.
Hier is sprake van een internationale zaak, omdat [eiseres01] buiten Nederland haar woonplaats heeft. De rechtbank is derhalve ambtshalve gehouden te onderzoeken of zij internationaal bevoegd is.
4.2.
Omdat sprake is van een burgerlijke of handelszaak in de zin van artikel 1 lid 1 van Verordening (EU) Nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking) (Brussel I bis-Vo) die aanhangig is gemaakt na 10 januari 2015, het tijdstip van inwerkingtreding van Brussel I bis-Vo, is deze verordening materieel en temporeel van toepassing. Brussel I bis-Vo is tevens formeel van toepassing, omdat de gedaagde in deze zaak woonplaats heeft op het grondgebied van een lidstaat.
4.3.
De internationale bevoegdheid van deze rechtbank dient derhalve vastgesteld te worden aan de hand van Brussel I bis-Vo; als deze rechtbank geen internationale bevoegdheid kan ontlenen aan Brussel Ibis-Vo, dan is zij onbevoegd. Zie artikel 5 lid 1 Brussel I bis-Vo.
4.4.
Reeds omdat [gedaagde01] geen bevoegdheidsverweer heeft gevoerd, is deze rechtbank bevoegd op grond van een stilzwijgende forumkeuze (in de zin van artikel 26 Brussel I bis-Vo). Bovendien heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht vanwege de woonplaats van [gedaagde01] in Nederland (art. 4 lid 1 Brussel I bis-Vo) en is deze rechtbank relatief bevoegd op grond van artikel 99 Rv.
4.5.
Partijen zijn het er niet over eens hoe hun overeenkomsten in deze zaak gekwalificeerd moeten worden. Volgens [eiseres01] liggen aan de leveringen van het fruit aan [gedaagde01] uitsluitend koopovereenkomsten met minimumprijzen ten grondslag. [gedaagde01] is van mening dat geen sprake is geweest van vastkoop maar van commissiekoop. [gedaagde01] heeft het fruit voor rekening en risico van [eiseres01] verkocht, aldus [gedaagde01] .
4.6.
Daarmee komt de rechtbank toe aan de vraag welk recht van toepassing is in deze internationale zaak.
4.7.
Voor zover partijen op basis van koop met elkaar hebben gecontracteerd, zijn zij het erover eens dat op hun overeenkomst(en) het Weens Koopverdrag van toepassing is. Daar sluit de rechtbank zich bij aan. Voor het geval sprake is geweest van (een) overeenkomst(en) van commissiekoop, wordt/worden die beheerst door Nederlands intern recht vanwege de uitdrukkelijke mondelinge rechtskeuze voor Nederlands recht die partijen ter zitting hebben uitgebracht.
4.8.
In geval van commissiekoop/consignatie is sprake van een overeenkomst van opdracht, meer in het bijzonder een overeenkomst van lastgeving, uit hoofde waarvan de lastgever er zorg voor draagt dat producten ter beschikking worden gesteld aan de lasthebber (‘commissionair’), die deze producten in eigen naam, maar voor rekening en risico van de lastgever verkoopt en de netto-verkoopopbrengst – dat wil zeggen: de
(bruto-)verkoopopbrengst onder aftrek van kosten, commissie en eventueel betaalde voorschotten aan de lastgever betaalt. Het is gebruikelijk dat een commissionair verkoopafrekeningen (
sales accounts) aan zijn lastgever stuurt waarop de relevante bedragen staan vermeld.
4.9.
Partijen hebben geen duidelijke afspraken gemaakt over de door hen gevoerde handel in grapefruits, sinaasappels en citroenen in deze zaak. Eigenlijk is de enige bron voor wat zij met elkaar hebben afgesproken de
whatsapp-correspondentie die zij in de periode van 31 mei tot en met 23 december 2022 met elkaar hebben gevoerd. Partijen hebben hierbij steeds met elkaar gecommuniceerd in het Spaans. [eiseres01] heeft een uitdraai van deze
whatsapp-correspondentie in het geding gebracht als productie 7 evenals een fotokopie van een Nederlandse vertaling van deze correspondentie als productie 8. Tussen partijen is niet in geschil dat dit een adequate vertaling is. Daar sluit de rechtbank zich bij aan.
4.10.
Uit de
whatsapp-correspondentie komt naar voren dat [gedaagde01] in de periode waarop deze zaak betrekking heeft bijna dagelijks [eiseres01] op de hoogte hield van de (meestal dalende) ontwikkelingen van de markt voor fruit in Nederland. Veelal bemoeide [eiseres01] zich met de beslissing van [gedaagde01] om al dan niet te verkopen. Over de hoeveelheden te leveren fruit werden weinig concrete afspraken gemaakt. [eiseres01] heeft geregeld bij [gedaagde01] geïnformeerd naar het aantal colli van dat fruit dat [gedaagde01] nog in voorraad had. Ook heeft zij er in voorkomende gevallen op gewezen dat zij het recht had haar fruit bij [gedaagde01] weg te halen en door een andere agf-handelaar te laten verkopen.
Met [gedaagde01] is de rechtbank van oordeel dat deze contacten veel beter passen bij een rechtsverhouding van commissiekoop, ook wel genoemd ‘consignatie’, dan bij een gewone koop-verkoop-relatie.
4.11.
Hier komt nog het volgende bij. Bij dagvaarding heeft [eiseres01] gesteld dat [gedaagde01] over de verkopen recht had op een “commissievergoeding” van 8%. Hoewel [eiseres01] hiervan op de zitting is teruggekomen en zich op het standpunt is gaan stellen dat dit percentage van 8% waar [gedaagde01] recht op heeft een “commerciële korting” is, is aannemelijk geworden dat het hier gaat om een vergoeding voor [gedaagde01] voor verrichte werkzaamheden en niet om een korting op een aanvankelijk overeengekomen verkoopprijs. [eiseres01] heeft de term commissie zelf gebruikt in de dagvaarding en het daarbij overgelegde overzicht (productie 1). Verder is de opmerking van mr. Borsboom ter zitting dat 8% een gebruikelijk consignatietarief is vervolgens niet betwist door [eiseres01] . Ook heeft de rechter op de zitting nog gevraagd aan partij [eiseres01] wat er zou gebeuren bij een hogere opbrengst en is daarop geantwoord dat ook dan het percentage van 8% gehanteerd zou worden.
4.12.
Met [gedaagde01] is de rechtbank van oordeel dat de rechtsverhouding tussen partijen dan ook moet worden aangemerkt als consignatie, tenzij [eiseres01] , overeenkomstig de hoofdregel van artikel 150 Rv, weet aan te tonen dat (ten dele) sprake is geweest van koop. Het is dan ook aan [eiseres01] om aan te tonen dat zij, zoals zij stelt, fruit heeft verkocht aan [gedaagde01] tegen een minimumprijs, namelijk een prijs waaronder zij dat fruit niet meer wenste te verkopen aan [gedaagde01] .
4.13.
Eind oktober 2022 heeft [gedaagde01] drie vrachtwagens (1, 2 en 3) met grapefruits van [eiseres01] ontvangen. (Onder meer) hierop hebben de volgende
whatsappberichten – aangehaald voor zover relevant – betrekking:
[6/10/22, 13:10:09] [gedaagde01] : Hoi [naam01] .
Zoals je zei is er een goede markt voor citroenen, mandarijnen en grapefruit.
De beste maten voor de laatste in een 16/15 kg open top box zijn: 45/50/55.
Er zijn nog wat Zuid-Afrikaanse
[hierna staat in de Nederlandse vertaling “citroenen” maar hier zijn , gelet op de Spaanse oorspronkelijk tekst, grapefruits bedoeld;RECHTBANK
]over, verkoopprijs: € 18/17
Het zou interessant zijn om zo snel mogelijk te beginnen met enkele pallets van deze drie producten om
tenminste een signaal te geven aan onze beste klanten dat wij dit jaar uw merk dienovereenkomstig zullen
positioneren.
Ik kijk ernaar uit om van u te horen
[6/10/22, 13:11:02] [naam01] : Ok, morgen zal ik u informeren.
[11/10/22, 11:08:36] [gedaagde01] : Hoi [naam01]
Zoals gezegd zou het goed zijn om zo snel mogelijk te beginnen met het laden van grapefruit, maar het
belangrijkste is een goede kwaliteit en externe/interne kleur.
De markt doet het erg goed en alles wijst erop dat het goed zal blijven gaan.
Het ideaal is om met uw merk te laden maar als dat in het begin niet mogelijk is zou een goede generieke doos met uw sticker geen probleem zijn.
Grote pallet 60 p pallet
Transport zal worden besproken als we verder gaan (de goedkoopste)
We zijn het eens over het idee van laden op vrijdag 21e of eerder als u akkoord bent met de kwaliteit en kleur.
Stuur foto's van de interne kleur.
We houden contact.
[…]
[17/10/22, 12:05:54] [naam01] : lk hoop aanstaandé vrijdag tussen de 60 en 65 pallets met
sterrobijnen te kunnen laden.
[17/10/22, 12.07:58j [naam01] : Sneller of langzamer verkopen maakt mij niet uit, maar je
moet een prijs van 18€ krijgen en als je meer kunt krijgen des-te beter —
[17/10/22, 12:36:26] [gedaagde01] : Goedemorgen [naam01]
Oké, zo gaan we het doen.
[…]
[18/10/22, 15:16:54] [gedaagde01] : Hallo [naam01]
Gaat alles goed met de grapefruits zoals je gisteren sprak ?
[18/10/22, 16:25:05] [naam01] : Ja.
[…]
[21/10/22, 15:44:58] [gedaagde01] : Hoi [naam01]
De foto's zien er erg goed uit
Gaat alles goed met de uploads ?
Wordt alles vandaag geupload of tussen vandaag en morgen ?
[21/10/22, 16:37:38] [naam01] : Hallo
Vandaag laden we er 2 en morgen 1.
[…]
[24/10/22, 8:30:57] [gedaagde01] : Goedemorgen, [naam01] .
Er is een vrachtwagen aangekomen. Het fruit ziet er over het algemeen goed uit, d.w.z. gezond (enkele
externe krassen)
De start van de verkoop is positief, d.w.z. we verkopen aan een breed scala van klanten en ik vind dat
leuk, geen grote hoeveelheden maar pallet voor pallet in te voeren.
We zijn begonnen op ongeveer 18 euro en op dit moment heb ik het gevoel dat we ongeveer de helft
van de eerste vrachtwagen hebben verkocht en ik denk niet dat we moeten rennen.
Uit deze
whatsappberichten blijkt overduidelijk dat voor deze eerste drie vrachtwagens met grapefruits een minimumprijs gold van € 18,00 waartegen [gedaagde01] deze moest afnemen van [eiseres01] . Hier is dus sprake van koop, niet van consignatie.
4.14.
Ook de vierde en vijfde vrachtwagens (4 en 5) bevatten grapefruits. Die vrachtwagens zijn in Nederland aangekomen op 6 november 2022. Uit de
whatsapp-correspondentie of enige andere in het geding gebrachte stukken kan niet worden afgeleid wat er precies is afgesproken ten aanzien van deze partijen grapefruits. Uit de volgende
whatsappberichten – aangehaald voor zover relevant – volgt in ieder geval niet dat koop is afgesproken, veeleer consignatie:
[7/11/22, 10:36:13] [naam01] : Grapefruit prijs onder 16€ gaat in verliezen lopen.
[7/11/22, 10:36:35] [naam01] : Als je de prijs boven de 16€ kunt houden, hoe beter
[7/11/22, 10:38:22] [gedaagde01] : Ok [naam01]
Van onze kant zullen we er alles aan doen om niet te dalen, maar zoals je weet zijn we ook afhankelijk
van de marktsituatie.
Bedankt voor het melden van uw zorgen.
[…]
[17/11/22, 0:07:38] [naam01] : [naam02] elke doos grapefruit die onder ;de 16€ wordt
verkocht heb ik verlies
Ik verkoop liever NIET
Ik wacht liever
Er gebeurt niets met grapefruit en het houdt stand
Het spijt me, maar ik kan niet weten dat ik met verlies verkoop,
Voor mij is het onmogelijk om verder te werken
Gelet op het hierboven in r.o. 4.12 genoemde uitgangspunt geldt voor de vierde en vijfde, met grapefruits beladen, vrachtwagens dus dat partijen een overeenkomst van consignatie zijn aangegaan.
4.15.
De zesde vrachtwagen (6) bevatte sinaasappels en citroenen. Met het laden van deze vrachtwagen is begonnen op 7 november 2022 en deze vrachtwagen is in Rotterdam aangekomen op 9 november 2022. Op het ‘sinaasappelgedeelte’ van deze vrachtwagen hebben de volgende
whatsappberichten – aangehaald voor zover relevant – betrekking:
[24/10/22, 13:16:37] […]
7 November als u wilt kunnen we beginnen met wat navel (verkoopprijs 20€ 10 kg doos)(vraag in de
Markt).
Kalibers in 10 kg 3/40,4/45,5/53
[24/10/22, 14:06:17] [gedaagde01] : Ok [naam01]
Ik zal verschillende klanten vragen want met deze prijs moet je 100% zeker zijn.
[…]
[7/11/22, 12:26:23] [naam01] : Wij zijn net klaar met de confectie van navel cara cara
en wij hebben 7 pallets x 110 houten kisten minus 6 kisten
Ook voor het ‘sinaasappelgedeelte’ van de zesde vrachtwagen is dus koop met een vaste minimumprijs afgesproken en dus niet consignatie.
4.16.
Ook de achtste vrachtwagen (8) bevatte sinaasappels. Die vrachtwagen is op 20 november 2022 aangekomen in Rotterdam. In de
whatsappcorrespondentie noch in andere in het geding gebrachte stukken is duidelijkheid te vinden of ten aanzien van dit gedeelte van de door [naam01] aan [gedaagde01] ‘ter beschikking gestelde’ sinaasappels koop (met een minimumprijs) is afgesproken. Gelet op het hierboven in r.o. 4.12 genoemde uitgangspunt geldt voor deze partij sinaasappels dat partijen een overeenkomst van consignatie zijn aangegaan.
4.17.
Niet alleen de zesde vrachtwagen (6) maar ook de zevende vrachtwagen (7) was beladen met citroenen. Die vrachtwagen is beladen op 8 november 2022. Op 10 november is deze vrachtwagen in Rotterdam aangekomen.
4.18.
Weliswaar is op 24 oktober 2022 melding gemaakt door [gedaagde01] , zo blijkt uit het
whatsappbericht [gedaagde01] van 24 oktober 2022 om 8:30:57, van een prijs van € 22/23, maar pas op 7 november 2023 is, als gezegd, begonnen met laden. De marktprijs kon toen inmiddels sterk veranderd zijn, maar in ieder geval zijn toen geen andere/nadere afspraken over de prijs en/of de hoeveelheid gemaakt. Op de partijen citroenen hebben de volgende
whatsappberichten – aangehaald voor zover relevant – betrekking:
[7/11/22, 12:28:16] [naam01] : We zijn begonnen met citroen
[7/11/22, 12:28:31] [naam01] : Om u op de hoogte te houden
7/11/22, 12:30:01] [gedaagde01] : Hartelijk dank voor de informatie.
Je was me voor met de foto's van de citroenen.
Natuurlijk kun je de markt niet veranderen, maar goed en professioneel werken, dat is zeker [..]
[7/11/22, 12:32:10] [gedaagde01] : Hoeveel citroenen per pallet 63 of 72 ?
[7/11/22, 12:32:54] [naam01] : Van 64 dozen per pallet
(8 basis x 8 hoogte)
[…]
(11/11/22, 7:39:06) [gedaagde01] : Goedemorgen [naam01] .
De kwaliteit van de 18 pallets citroenen is hetzelfde als de partij van gisteren, d.w.z. als je ze niet
aanraakt, maken ze een goede indruk, maar de dozen hebben wat fruit met externe vlekken, verder is
het gezond fruit en je kunt er zeker van zijn dat we zullen vechten om de best mogelijke prijs te
krijgen.
[11/11/22, 10:12:44] [gedaagde01] : Goedemorgen [naam01] .
De dure kanten doen het beter met de verkoop van de eerste reacties gisterochtend.
We verkopen tussen € 18/20 (gisteren de eerste losse dozen verkocht aan € 17 )maar zoals gezegd
hebben we het gevoel. dat de juiste prijs € 20/18 is.
We hebben nog maar 2 pallets 44/40 gauge over.
Als u kunt proberen wat meer klaar te maken om volgende week te laden of wanneer u kunt...
Ik kijk ernaar uit om van u te horen
[11/11/22, 10:14:58] [naam01] : Ik bel u later terug.
[11/11/22, 10:22:56] [gedaagde01] : Ok
[gedaagde01] geeft dus duidelijk aan dat zij (hij) citroenen voor de best mogelijke prijs zal verkopen. Hier blijkt niets van een minimumprijs waaronder verkocht moet worden. Gelet op het hierboven in r.o. 4.12 genoemde uitgangspunt geldt dus voor alle partijen citroenen dat partijen een overeenkomst van consignatie zijn aangegaan.
4.19.
Uit het bovenstaande volgt dat van de acht vrachtwagenzendingen met citrusvruchten alleen maar met betrekking tot de eerste drie vrachtwagenzendingen, die grapefruits bevatten, en met betrekking tot het ‘sinaasappelgedeelte’ van de zesde vrachtwagen gecontracteerd is op basis van koopovereenkomsten. Met betrekking tot al de andere vrachtwagenzendingen is dus gecontracteerd op basis van consignatieovereenkomsten. Dan gaat het om de vierde en vijfde vrachtwagenzendingen, die grapefruits bevatten, het ‘citroengedeelte’ van de zesde vrachtwagen, de geheel uit citroenen bestaande zevende vrachtwagenzending en de geheel uit sinaasappels bestaande achtste vrachtwagenzending.
4.20.
[eiseres01] heeft als productie 1 een facturen- en betalingsoverzicht in het geding gebracht en als productie 2 een Nederlandse vertaling van de Spaanse termen in dat overzicht. Uit deze stukken blijkt dat [gedaagde01] ter zake van iedere van de acht vrachtwagenzendingen al een bedrag heeft betaald. Het totaalbedrag hiervan is het hiervoor in 3.2 genoemde bedrag van € 98.631,13. Bij haar betalingen is [gedaagde01] ervan uitgegaan dat zij met [eiseres01] had gecontracteerd op basis van consignatie-overeenkomsten. Niet in geschil tussen partijen is dat, voor zover de door partijen gesloten overeenkomsten gekwalificeerd moeten worden als consignatie-overeenkomsten, [gedaagde01] niets meer verschuldigd is. De door [eiseres01] in deze zaak gevorderde bedragen zijn namelijk alle gebaseerd op de stelling dat partijen geen consignatie-overeenkomsten hebben gesloten maar koopovereenkomsten.
4.21.
[gedaagde01] is dus alleen nog maar aanvullende betaling verschuldigd van de door [eiseres01] gevorderde bedragen die zien op de zendingen van vrachtwagens 1, 2 en 3 en van het ‘sinaasappelgedeelte’ van vrachtwagen 6. Uit het in r.o. 4.20 genoemde overzicht blijkt dat het hier wat de eerste drie vrachtwagens betreft gaat om de volgende, door [gedaagde01] nog verschuldigde, bedragen:
  • vrachtwagen 1: € 3.427,20 (factuur EX2023/01 d.d. 16 januari 2023)
  • vrachtwagen 2: € 6.739,20 (factuur EX2023/01 d.d. 16 januari 2023)
  • vrachtwagen 3: € 15.260,96(factuur EX2023/01 d.d. 16 januari 2023)
  • totaal € 25.427,36.
Ook blijkt uit dit overzicht dat ter zake van vrachtwagen 6 door [gedaagde01] nog een bedrag onbetaald is gelaten van € 17.766,20. Dat bedrag ziet dus zowel op het ‘sinaasappelgedeelte’ als op het ‘citroenengedeelte’ van vrachtwagen 6. De factuur van [eiseres01] die op de zending van vrachtwagen 6 betrekking heeft, heeft het nummer EX 2023/06 en dateert van 16 januari 2023, zo blijkt uit dit overzicht. Deze factuur, evenals andere facturen van [eiseres01] , is door [eiseres01] in het geding gebracht als productie 3. Het totaalbedrag van deze factuur is € 37.560,--. Uit het overzicht blijkt dat [gedaagde01] van dit bedrag al een bedrag van| € 19.793,80 heeft betaald en dat van het factuurbedrag van
€ 37.560,-- een bedrag van € 15.480,-- ziet op het ‘sinaasappelgedeelte’ en een bedrag van
€ 22.080,-- op het ‘citroengedeelte’. De verkoopafrekening van [gedaagde01] die op de zending van vrachtwagen 6 betrekking heeft, heeft het nummer [nummer01] en vormt de derde bladzijde van productie 9 van [eiseres01] . In deze verkoopafrekening worden de prijzen genoemd waarvoor [gedaagde01] ieder van de vijf pallets citroenen en ieder van de zes pallets sinaasappels van de zending van vrachtwagen 6 heeft verkocht. Het totaalbedrag waarvoor [gedaagde01] de vijf pallets citroenen (op basis van consignatie) heeft verkocht is
€ 10.432,-- (€ 3.072,-- + € 3.200,-- + € 1.280,-- + € 1.920,-- + € 960,--). Dit bedrag is [gedaagde01] dus ter zake van het ‘citroengedeelte’ van vrachtwagen 6 verschuldigd aan [eiseres01] minus het overeengekomen commissiepercentage van 8% ten bedrag van € 834,56, in totaal derhalve € 9.597,44. Opgeteld bij het door [gedaagde01] ter zake van het ‘sinaasappelgedeelte’ van vrachtwagen 6 (op basis van de overeengekomen minimumprijs) verschuldigde bedrag van € 15.480,-- levert dit een totaalbedrag op van € 25.077,44 op dat [gedaagde01] verschuldigd is ter zake van de gehele zending van vrachtwagen 6. Als gezegd, [gedaagde01] heeft al een bedrag betaald van € 19.793,80. Ter zake van vrachtwagen 6 is [gedaagde01] dus nog een bedrag verschuldigd van € 5.283,64.
4.22.
[gedaagde01] is dus wat de gevorderde hoofdsom betreft een bedrag van
€ 30.711,00 (€ 25.427,36 + € 5.283,64) verschuldigd.
4.23.
[gedaagde01] heeft bij [eiseres01] geklaagd over de verpakking van de bepaalde zendingen van de citrusvruchten. Het gaat hier uitsluitend om zendingen waarvoor partijen gecontracteerd hebben op grond van consignatiekoop. In geval van consignatiekoop worden de zaken verkocht voor rekening en risico van de lastgever, in dit geval dus [eiseres01] . De schade aan de citrusvruchten die het gevolg is geweest van de slechte verpakking blijft dus voor rekening en risico van [eiseres01] .
4.24.
Pas op de zitting is de stelling ingenomen door de (advocaat van) [eiseres01] dat, voor het geval de rechtsverhouding tussen partijen moet worden gekwalificeerd als consignatiekoop, [gedaagde01] rekening en verantwoording moet afleggen van de haar verrichte verkoop van de citrusvruchten. Met (de advocaat van) [gedaagde01] is de rechtbank van oordeel dat [eiseres01] door dit late tijdstip waarop zij dit argument heeft aangevoerd in strijd heeft gehandeld met de eisen van een goede procesorde. De rechtbank zal dus verder geen acht slaan op dit verzoek van [eiseres01] .
4.25.
De verschuldigdheid door [gedaagde01] van rente over genoemd hoofdsombedrag van € 30.711,00 volgt uit artikel 78 van het Weens Koopverdrag. Uit het petitum van de dagvaarding volgt dat [gedaagde01] rente over de facturen verschuldigd is vanaf 25 april 2023, zodat aangenomen mag worden dat de termijn voor de betaling van de facturen liep tot en met 24 april 2023. Over het door [gedaagde01] verschuldigde hoofdsombedrag van € 30.711,00 is zij dus rente verschuldigd vanaf 25 april 2023. Tussen partijen is niet in geschil dat op de rentevoet Nederlands recht, te weten de wettelijke handelsrente van artikel 6:119a BW, van toepassing is. Daar sluit de rechtbank zich bij aan.
4.26.
[eiseres01] vordert ook buitengerechtelijke incassokosten. Tussen partijen is niet in geschil dat hierop afgezien van het Weens Koopverdrag Nederlands recht van toepassing is. Daar sluit de rechtbank zich bij aan.
De door [eiseres01] gevorderde hoofdsom betreft een uit overeenkomst voortvloeiende verbintenis tot betaling van een geldsom en het verzuim is ingetreden na 1 juli 2012. De buitengerechtelijke kosten dienen daarom te worden berekend aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit BIK). De rechtbank stelt vast dat [eiseres01] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De toewijsbare buitengerechtelijke kosten conform de bij het Besluit BIK behorende staffel bedragen € 1.082,11 (€ 875,00 + 1%
×€ 20.711,00 (= € 30.711,00 minus € 10.000,00)). Aan buitengerechtelijke incassokosten zal dan ook een bedrag van € 1.082,11 worden toegewezen.
Tegen de over de buitengerechtelijke incassokosten gevorderde wettelijke rente is geen afzonderlijk verweer gevoerd, zodat deze zal worden toegewezen op de wijze als in de beslissing is bepaald.
4.27.
Aangezien beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld, ziet de rechtbank aanleiding de proceskosten te compenseren, in die zin dat beide partijen de eigen kosten dragen.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] tegen behoorlijk bewijs van kwijting tot betaling aan [eiseres01] van een hoofdsombedrag van € 30.711,00, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente van artikel 6:119a BW vanaf 25 april 2023 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] tegen behoorlijk bewijs van kwijting tot betaling aan [eiseres01] van een bedrag van € 1.082,11 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente van artikel 6:119 BW vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
5.3.
compenseert de proceskosten, in die zin dat beide partijen de eigen kosten dragen;
5.4.
verklaart bovengenoemde veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Santema en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2024.
901/32