ECLI:NL:RBROT:2024:3815

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
26 april 2024
Zaaknummer
C/10/650124 / HA ZA 22-1046
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake buitengerechtelijke incassokosten en hoger beroep

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen 112Schade B.V. en Allianz Benelux N.V. over de betaling van buitengerechtelijke incassokosten (BIK) in het kader van schadeverhaal voor 2155 gedupeerden van verkeersschade. 112Schade heeft in opdracht van deze gedupeerden verhaalswerkzaamheden uitgevoerd en vordert een bedrag van € 219.528,60 van Allianz, alsmede een vergoeding voor de gemaakte BIK van € 2.872,64. Allianz heeft verweer gevoerd en stelt dat de vorderingen niet gerechtvaardigd zijn, omdat de zaken relatief eenvoudig zijn en er geen discussie over aansprakelijkheid te verwachten was. De rechtbank heeft in haar beoordeling de redelijkheid van de ingeschakelde kosten en de noodzaak van de werkzaamheden van 112Schade onderzocht. De rechtbank concludeert dat er onvoldoende informatie is om de redelijkheid van de kosten te beoordelen en dat de vordering vooralsnog niet kan worden toegewezen. De rechtbank verleent echter wel verlof voor het instellen van hoger beroep en verwijst de zaak naar de parkeerrol in afwachting van de procedure in hoger beroep.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/650124 / HA ZA 22-1046
Vonnis van 24 april 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
112SCHADE B.V.,
gevestigd te IJsselstein,
eiseres,
advocaat mr. B. la Croix te Blaricum,
tegen
de naamloze vennootschap
ALLIANZ BENELUX N.V.,
gevestigd te Brussel (België),
gedaagde,
advocaat mr. M.P. Vink te Amsterdam.
Partijen worden hierna 112Schade en Allianz genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 20 december 2022, met producties 1 tot en met 9;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 10;
  • de akte overleggen producties van Allianz, met productie 11;
  • de mondelinge behandeling van 29 augustus 2023;
  • de zittingsaantekeningen van 112Schade;
  • de zittingsaantekeningen van Allianz;
  • de akte overleggen producties en wijziging van eis van 112Schade, met producties 10 tot en met 12;
  • de antwoordakte van Allianz, met producties 13 en 14;
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1. 112
Schade staat gedupeerden van verkeersschade bij in het verhalen van hun schade op de aansprakelijke wederpartij.
2.2.
De aansprakelijke wederpartijen in deze zaak zijn WAM-verzekerd bij Allianz.
2.3.
In deze zaak heeft 112Schade in opdracht van 2155 gedupeerden verhaalswerkzaamheden jegens Allianz uitgevoerd. In alle dossiers betreft het uitsluitend blikschade. Allianz heeft de voertuigschade, eventuele expertisekosten en wettelijke rente in deze kwesties betaald. Van de ingediende buitengerechtelijke incassokosten (BIK) heeft Allianz € 21.315,23 betaald. Dat betreft gemiddeld per dossier een betaling door Allianz aan 112Schade van € 9,89 aan BIK.

3.Het geschil

3.1. 112
Schade vordert na vermeerdering van eis om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Allianz te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan 112Schade te voldoen een bedrag van € 219.528,60, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente gerekend vanaf de dag der verschuldigdheid tot de dag der algehele voldoening;
Allianz te veroordelen een bedrag te betalen van € 2.872,64 als vergoeding voor de door 112Schade gemaakte buitengerechtelijke incassokosten (Rb: voor de vordering sub 1);
Allianz te veroordelen in de proces- en nakosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2. 112
Schade legt aan haar vordering ten grondslag dat het redelijk is dat de gedupeerden in voormelde 2155 dossiers zich hebben laten bijstaan door 112Schade voor het verhalen van schade op Allianz. Allianz is ervaren in het behandelen en beoordelen van schade, maar de gedupeerden als particulieren zijn dit niet. 112Schade is dat wel en het staat eenieder vrij om haar te benaderen, ook in het geval het een dossier betreft waarin voor ingevoerden te verwachten is dat Allianz de aansprakelijkheid snel of zonder discussie zou erkennen. Op voorhand is voor de particulieren immers niet duidelijk of Allianz aansprakelijkheid gaat erkennen en ook niet of er wel of geen nadere discussie met Allianz gaat ontstaan over de afwikkeling van de schade. 112Schade heeft werkzaamheden verricht in de dossiers en heeft voor deze werkzaamheden gemiddeld € 111,76 in rekening gebracht bij Allianz. Dit betreft steeds een gematigde en een redelijke vergoeding voor de BIK per dossier.
3.3.
Allianz voert verweer dat strekt tot afwijzing van de vorderingen.

4.De beoordeling

4.1.
Het bredere geschil in deze zaak ziet erop dat Allianz niet bereid is gebleken tot constructief overleg over het treffen van een regeling over de (steeds gematigde) buitengerechtelijke incassokosten die 112Schade bij Allianz per aangeleverd blikschadedossier in rekening brengt. Uit de door 112Schade overgelegde stukken blijkt dat 112Schade ook nadat Allianz in een afzonderlijk dossier bij vonnis is veroordeeld om die kosten te voldoen, moeite moet doen – zoals het leggen van beslag onder de rekening van Allianz – om de BIK in dat dossier betaald te krijgen. Hoewel 112Schade (nog) geen grondslag heeft aangevoerd waarom Allianz gehouden is om voor de onderhavige 2155 dossiers en bij voorbaat voor de toekomstige vergelijkbare dossiers, met 112Schade een regeling te treffen, heeft 112Schade toegelicht dat zij met andere WAM-verzekeringsmaatschappijen wèl heeft kunnen afspreken dat er bij blikschade, waar het hier om gaat, een vast bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten door de WAM-verzekeraar wordt voldaan aan 112Schade. Op zitting is toegelicht welke bedragen (veel) andere verzekeringsmaatschappijen zijn overeengekomen met 112Schade om per dossier aan BIK te vergoeden aan 112Schade. Met Allianz is het treffen van een regeling niet mogelijk gebleken.
4.2.
Beide partijen wensen in deze procedure een oordeel over het juridisch kader c.q. de norm waar de onderliggende 2155 zaken aan moeten worden getoetst. De rechtbank zal een algemeen oordeel geven en van dit vonnis, zoals partijen eveneens wensen, tussentijds hoger beroep toestaan.
4.3.
Het primaire verweer van Allianz komt er in het kort op neer dat in elk dossier de vordering tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten de (eerste) toets van de dubbele redelijkheidstoets niet doorstaat. Alle zaken zijn immers relatief eenvoudig, zodat in redelijkheid geen discussie te verwachten was over de aansprakelijkheid, Allianz aansprakelijkheid ook zonder discussie heeft erkend en Allianz binnen redelijke tijd na ontvangst van de (door 112Schade samengestelde) dossiers c.q. de begroting van de vordering, tot betaling van de schadevergoeding is overgegaan. Hierdoor is het niet gerechtvaardigd dat de kosten van het inschakelen van 112Schade moeten worden gedragen door Allianz.
4.4.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de eerste redelijkheidstoets als volgt. Ter zitting heeft 112Schade onbetwist toegelicht dat zij zowel een advies- als een filterfunctie heeft, en dat bij de adviesfunctie ook hoort dat zij richting de cliënten aan verwachtingenmanagement doen. 112Schade geeft particulieren advies over de stappen die kunnen worden genomen, bijvoorbeeld in de situatie dat zij niet weten bij wie de wederpartij is verzekerd als er verkeerde informatie op het schadeformulier is ingevuld. Ook ontstaat er dikwijls stress bij de schadelijdende particulier, omdat deze de beschadigde auto acuut nodig heeft, en niet weet hoe verder. Daar begeleidt 112Schade de cliënten bij. Daarnaast maakt 112Schade een inschatting of er een expert moet worden ingeschakeld om de schade te beoordelen. De filterfunctie houdt in dat 112Schade op voorhand de zaken selecteert, wat ertoe leidt dat 15% van de zaken aantoonbaar niet wordt doorgezet. In de zaken waarin 112 Schade vindt dat Allianz niets hoeft te vergoeden of dat er twee partijen aansprakelijk zijn, claimt 112Schade geen buitengerechtelijke incassokosten.
De rechtbank vindt het standpunt van Allianz dat de particulieren 112Schade benaderen uit vooral gemakzucht in het licht van de gegeven toelichting van 112Schade, onvoldoende onderbouwd. De rechtbank vindt het te billijken dat particulieren, die doorgaans onervaren zullen zijn in het claimen van hun schade, zich wenden tot een ervaren en onafhankelijke organisatie als 112Schade en is van oordeel dat óók indien enkel sprake is van blikschade, niet van particulieren kan worden gevergd dat zij van meet af aan vertrouwen in de verzekeraar van de wederpartij stellen voor wat betreft de schade-afhandeling - voor zover de particulier die verzekeraar al moeiteloos weet te vinden. Deze verzekeraar dient immers primair een ander belang dan het belang van de betreffende particulier.
4.5.
De door Allianz overgelegde uitspraken maken dit niet anders, omdat daarin de tendens is dat 112Schade of de met 112Schade vergelijkbare organisaties onvoldoende hadden onderbouwd dat en waarom zij redelijkerwijs / noodzakelijkerwijs waren ingeschakeld. In onderhavige zaak heeft 112Schade naar het oordeel van de rechtbank wel - globaal - die redelijkheid onderbouwd met de toelichting over wat haar werkzaamheden zijn geweest in alle dossiers en wat de toegevoegde waarde is van deze werkzaamheden. Daarnaast is door Allianz in casu niet voldoende gemotiveerd betwist dat 112Schade de dossiers ‘panklaar’ bij Allianz aanlevert, zoals de drie dossiers die zijn genoemd in de dagvaarding ( [dossiernaam 1] , [dossiernaam 2] en [dossiernaam 3] ), en dat dit Allianz veel werk en daardoor tijd en kosten bespaart, en dat ook het uitfilteren van 15% van de zaken Allianz werk en kosten bespaart.
4.6.
Bij de tweede redelijkheidstoets moet de vraag worden beantwoord of de door 112Schade in rekening gebrachte kosten redelijk kunnen worden geacht. De rechtbank acht zich onvoldoende geïnformeerd om deze vraag te kunnen beantwoorden. Een redelijkheidstoets kan nu eenmaal nooit in abstracto plaatsvinden, maar is altijd contextueel bepaald. In deze zaak gaat het om 2155 dossiers waar de onderliggende stukken niet van zijn overgelegd. 112Schade heeft slechts drie eerdere zaken toegelicht die volgens 112Schade vergelijkbaar zijn met de 2155 voorgelegde zaken, maar dit acht de rechtbank onvoldoende en zij kan daarom niet beoordelen of de door 112Schade in rekening gebrachte kosten redelijk zijn.
4.7.
Allianz heeft subsidiair nog aangevoerd dat in sommige van de dossiers de BIK-vordering niet aan 112Schade is gecedeerd door de gelaedeerde, maar aan een andere (gelieerde) entiteit, namelijk 112Automotive B.V. (hierna: ‘112 Automotive’). Echter, met de door 112Schade als productie 11 overgelegde verklaring is komen vast te staan dat als 112Automotive een vorderingsrecht heeft op Allianz, zij dit overdraagt aan 112Schade.
4.8.
De vordering onder 2 ziet op buitengerechtelijke incassokosten over de totale hoofdsom in de 2155 dossiers. De rechtbank kan op dit moment (nog) niet beoordelen of 112Schade recht heeft op vergoeding van deze kosten, omdat dit afhankelijk is van de vraag of de hoofdsom toewijsbaar is.
4.9.
Ten aanzien van de gevorderde handelsrente overweegt de rechtbank dat deze – als de hoofdsom wel toewijsbaar is – in ieder geval niet kan worden toegewezen, omdat 112Schade gelden namens particulieren wenst te innen, waardoor sprake is van wettelijke rente die hoogstens verschuldigd kan zijn met ingang van de dag van de dagvaarding.
4.10.
In verband met het te verlenen verlof voor het instellen van tussentijds hoger beroep, verwijst de rechtbank de zaak naar de parkeerrol in afwachting van de beslissing in hoger beroep.
4.11.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verwijst de zaak in afwachting van de procedure in hoger beroep naar de parkeerrol van 2 oktober 2024,
5.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. de Geus en in het openbaar uitgesproken op 24 april 2024.
3608/638