Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 27 november 2023, met bijlagen;
- het antwoord;
- de tijdens de zitting namens Dutch Residential overgelegde bijlage.
- [naam] namens de gemachtigde van Dutch Residential;
- [gedaagde].
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Bewaring Dutch Residential XV, eiseres, en een gedaagde die zelf procedeert. De eiseres vorderde betaling van een huurachterstand van € 7.700,28, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning door de gedaagde. De gedaagde huurde een woning van Dutch Residential voor een maandelijkse huurprijs van € 663,14, maar had een aanzienlijke huurachterstand opgebouwd. Tijdens de zitting op 8 maart 2024 werd de zaak besproken, waarbij de gedaagde aanwezig was en de gemachtigde van Dutch Residential. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand ernstig genoeg was om de huurovereenkomst te ontbinden, aangezien de gedaagde niet tijdig had betaald en de achterstand was opgelopen tot bijna 12 maanden. De kantonrechter heeft ook overwogen dat de gedaagde geen hulp heeft gezocht bij een schuldhulpverlener of bewindvoerder. De gedaagde werd veroordeeld om de huurachterstand te betalen, de huurovereenkomst werd ontbonden en de gedaagde moest de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis ontruimen. Daarnaast werden buitengerechtelijke incassokosten en rente toegewezen, en de gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.