ECLI:NL:RBROT:2024:3808

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 maart 2024
Publicatiedatum
26 april 2024
Zaaknummer
10859288 CV EXPL 23-34058
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming wegens huurachterstand

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Wooncompas en een gedaagde huurder. De eiseres, Wooncompas, heeft de gedaagde aangeklaagd wegens huurachterstand en heeft verzocht om ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De gedaagde, die zelf procedeert, heeft de huurachterstand van € 1.162,52 erkend, maar heeft aangevoerd dat hij in betalingsonmacht verkeert. Tijdens de zitting op 22 februari 2024 is de gedaagde niet verschenen, wat door de kantonrechter is meegenomen in de beoordeling.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te ontbinden, ondanks de persoonlijke omstandigheden van de gedaagde. De rechter heeft geoordeeld dat de gedaagde verplicht was om de huur op tijd te betalen en dat de betalingsregeling die eerder was getroffen, niet is nagekomen. De ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning zijn niet onrechtmatig geacht, ook niet in het licht van de minderjarige kinderen van de gedaagde.

De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld om de huurachterstand te betalen, de woning binnen 14 dagen te ontruimen en de proceskosten te vergoeden. Daarnaast is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De totale proceskosten zijn begroot op € 1.011,85, en de gedaagde moet ook een gebruiksvergoeding betalen tot de ontruiming plaatsvindt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. B.J.R. van Tongeren.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10859288 CV EXPL 23-34058
datum uitspraak: 22 maart 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Wooncompas,
vestigingsplaats: Ridderkerk,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn,
tegen
[gedaagde] ,
woonplaats: Ridderkerk,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Wooncompas’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 19 december 2023, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de brief met bijlagen van de gemachtigde van Wooncompas;
  • de tijdens de zitting namens Wooncompas overgelegde stukken.
1.2.
Op 22 februari 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Namens Wooncompas waren aanwezig: de heer [persoon A] en de heer [persoon B] , consulenten incasso en contractbeheer, bijgestaan door de heer mr. D. de Waard namens de gemachtigde. [gedaagde] is niet op de zitting verschenen.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[gedaagde] huurt de woning aan de [adres] in Ridderkerk van Wooncompas. De huur is nu € 555,99 per maand. Er is een huurachterstand ontstaan. Wooncompas eist dat [gedaagde] die huurachterstand betaalt en dat de kantonrechter de huurovereenkomst ontbindt. [gedaagde] heeft het bestaan van een huurachterstand niet betwist en toegelicht dat sprake is van betalingsonmacht.
2.2.
[gedaagde] moet inderdaad de huurachterstand betalen en de woning verlaten. Hierna wordt uitgelegd waarom.
[gedaagde] is niet op de zitting verschenen
2.3.
[gedaagde] is zonder bericht van afmelding niet verschenen op de zitting. Uit het niet verschijnen van [gedaagde] maakt de kantonrechter de gevolgtrekkingen die hij geraden acht.
Huurachterstand
2.4.
[gedaagde] wordt veroordeeld om € 1.162,52 aan Wooncompas betalen. Dit is de huurachterstand berekend tot en met februari 2024. Wooncompas heeft haar eis tijdens de zitting tot dit bedrag verminderd, omdat [gedaagde] onlangs twee betalingen heeft gedaan waarna nog € 1.162,52 aan huurachterstand resteert.
2.5.
De persoonlijke omstandigheden van [gedaagde] kunnen niet tot een ander oordeel leiden, omdat zij haar niet ontheffen van haar verplichting om elke maand (tijdig) de huur te betalen.
Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming van de woning
2.6.
De huurovereenkomst wordt ontbonden, omdat [gedaagde] verplicht was om de huur op tijd te betalen en dat niet heeft gedaan (artikel 6:265 BW). De huurachterstand is, gelet op de in deze zaak geldende omstandigheden, ernstig genoeg om de huurovereenkomst te beëindigen. De kantonrechter heeft er in dit geval rekening mee gehouden dat de huurachterstand ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding bijna vier maanden was. Gedurende deze procedure is de achterstand weliswaar afgenomen tot ongeveer twee maanden, maar de tekortkoming van [gedaagde] is daarmee niet teruggedraaid. De betalingsregeling die partijen hebben getroffen is komen te vervallen, omdat [gedaagde] deze regeling niet naar behoren is nagekomen. Verder heeft Wooncompas haar zorgen geuit, omdat zij nog niets heeft gehoord van een schuldhulpverleningsinstantie en de lopende huur volgens haar niet wordt betaald.
2.7.
De ontbinding en ontruiming worden niet als onrechtmatig tegenover de minderjarige kinderen van [gedaagde] gezien, mede gelet op de primaire verantwoordelijkheid van [gedaagde] voor het welzijn van haar kinderen. Bovendien heeft [gedaagde] niet gesteld en is niet gebleken dat haar minderjarige kinderen door de ontruiming van het gehuurde in een schrijnende woonsituatie terecht zullen komen.
2.8.
Omdat de huurovereenkomst is ontbonden, moet [gedaagde] de woning met al haar spullen verlaten. Dat moet binnen 14 dagen nadat dit vonnis is betekend. Tot en met de dag van de ontruiming moet [gedaagde] een gebruiksvergoeding van € 555,99 per maand betalen (artikel 7:225 BW). Wooncompas heeft niet uitgelegd waarom [gedaagde] een vergoeding moet betalen voor de rest van die maand. Voor het verhogen van de gebruiksvergoeding gelden dezelfde regels (artikel 7:248 BW) als voor het verhogen van de huur.
Buitengerechtelijke incassokosten
2.9.
De incassokosten van € 289,06 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
Rente
2.10.
De rente wordt toegewezen op de wijze zoals vermeld in de beslissing van dit vonnis, omdat Wooncompas genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze rente moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist.
Geen oneerlijke bepalingen
2.11.
De kantonrechter heeft onderzocht of er nog oneerlijke bepalingen zijn opgenomen in de huurovereenkomst en algemene huurvoorwaarden die aan toewijzing van de eis in de weg kunnen staan, maar die zijn er niet. Daarbij is alleen gekeken naar bepalingen die voor deze zaak van belang zouden kunnen zijn. Bepalingen die voor beoordeling van de eis niet relevant zijn, heeft de kantonrechter dus niet getoetst.
Proceskosten
2.12.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen, omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van Wooncompas op € 129,85 aan dagvaardingskosten, € 372,- aan griffierecht, € 408,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten × € 204,-) en € 102,- aan nakosten. Dat is in totaal € 1.011,85. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.13.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen en veroordeelt [gedaagde] om binnen 14 ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege [gedaagde] bevinden en het gehuurde met alle sleutels ter beschikking van Wooncompas te stellen;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Wooncompas te betalen € 1.451,58 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over het bedrag dat aan huurachterstand vanaf de dag van dagvaarding heeft opengestaan tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
veroordeelt [gedaagde] om vanaf maart 2024 tot en met de dag waarop de ontruiming plaatsvindt aan Wooncompas te betalen € 555,99 per maand met de verhoging die is toegestaan;
3.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Wooncompas worden begroot op € 1.011,85;
3.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.6.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
43416