ECLI:NL:RBROT:2024:3807

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 april 2024
Publicatiedatum
26 april 2024
Zaaknummer
10985945 VV EXPL 24-131
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijdering registratie 'zwarte lijst' in kort geding

In deze zaak heeft de huurder, vertegenwoordigd door mr. N. Rachid, een kort geding aangespannen tegen Stichting Hef Wonen, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 21 maart 2024, en de zaak is op 8 april 2024 besproken tijdens een zitting. De kantonrechter heeft verstek verleend tegen de gedaagde partij, omdat deze niet aanwezig was.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van spoed, waardoor de eis in kort geding kan worden toegewezen. De eis van de huurder om de registratie in het Regionaal Vangnet te verwijderen, is toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond lijkt. De gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 765,-, bestaande uit griffierecht, salaris voor de gemachtigde en nakosten.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als de gedaagde partij in hoger beroep gaat. De kantonrechter heeft de gedaagde bevolen om de registratie van de huurder binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te verwijderen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. A. Lablans in het openbaar.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10985945 VV EXPL 24-131
datum uitspraak: 22 april 2024
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres],
woonplaats: [woonplaats] ,
eiseres,
gemachtigde: mr. N. Rachid,
tegen
Stichting Hef Wonen,
vestigingsplaats: Rotterdam,
gedaagde,
die niet is verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 21 maart 2024, met bijlagen;
  • de aanvullende bijlage van eiseres.
1.2.
Op 8 april 2024 is de zaak tijdens een zitting met eiseres en mr. P.E. Epping (namens mr. N. Rachid) besproken. Gedaagde is niet verschenen. Tegen haar is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
Een eis in kort geding kan worden toegewezen als de eisende partij hierbij zoveel spoed heeft dat die de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten (artikel 254 lid 1 Rv). Uit de stellingen van eiseres volgt dat deze spoed aanwezig is.
2.2.
De eis wordt toegewezen omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond lijkt (artikel 139 Rv).
2.3.
Gedaagde moet de proceskosten betalen, omdat zij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van eiseres op € 87,- aan griffierecht en
€ 543,- aan salaris voor de gemachtigde en € 135,- aan nakosten. Er worden geen dagvaardingskosten toegewezen, omdat eiseres met een toevoeging procedeert. Het totaal van de proceskosten is € 765,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
2.4.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard zoals door eiseres gevorderd (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
beveelt gedaagde de registratie van eiseres in het Regionaal Vangnet binnen veertien dagen na betekenis van dit vonnis te verwijderen;
3.2.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, die aan de kant van eiseres worden begroot op € 765,-;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Lablans en in het openbaar uitgesproken.
540