Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 maart 2024, met bijlagen;
- de aanvullende bijlage van eiseres.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de huurder, vertegenwoordigd door mr. N. Rachid, een kort geding aangespannen tegen Stichting Hef Wonen, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 21 maart 2024, en de zaak is op 8 april 2024 besproken tijdens een zitting. De kantonrechter heeft verstek verleend tegen de gedaagde partij, omdat deze niet aanwezig was.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van spoed, waardoor de eis in kort geding kan worden toegewezen. De eis van de huurder om de registratie in het Regionaal Vangnet te verwijderen, is toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond lijkt. De gedaagde partij is veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 765,-, bestaande uit griffierecht, salaris voor de gemachtigde en nakosten.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als de gedaagde partij in hoger beroep gaat. De kantonrechter heeft de gedaagde bevolen om de registratie van de huurder binnen veertien dagen na betekening van het vonnis te verwijderen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. A. Lablans in het openbaar.