ECLI:NL:RBROT:2024:3800

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 februari 2024
Publicatiedatum
26 april 2024
Zaaknummer
83-280646-22
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor opzettelijke overtreding van de Wet milieubeheer met betrekking tot professioneel vuurwerk

Op 21 februari 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die opzettelijk een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, heeft overtreden. De verdachte werd beschuldigd van het ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk aan een pseudokoper en het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid vuurwerk in een bestelbus en een zeecontainer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten, waaronder het opslaan en verkopen van knalvuurwerk (Cobra 6). De verdachte ontkende niet dat er een verkoop had plaatsgevonden, maar betwistte de aard van de goederen. De rechtbank achtte het bewijs, waaronder observaties van de politie en verklaringen van de verdachte, voldoende om tot een bewezenverklaring te komen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 284 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 360 uur. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het positieve rapport van de reclassering. De in beslag genomen telefoon werd verbeurd verklaard. De uitspraak benadrukt de risico's van het illegaal verhandelen van vuurwerk en de gevolgen voor de veiligheid van de samenleving.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 83-280646-22
Datum uitspraak: 21 februari 2024
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige economische kamer, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres 1],
raadsman mr. M. van Stratum, advocaat te 's-Gravenhage.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 21 februari 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K. Broere heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht de verdachte vrij te spreken van het onder 1 onder B ten laste gelegde ten aanzien van [naam 1], omdat wettig en overtuigend bewijs hiervoor ontbreekt. Voor het overige heeft de verdachte de feiten bekend en heeft de verdediging zich ten aanzien van de bewezenverklaring gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.1.2.
Beoordeling
Het onder 1 onder A en C en het onder 2 en 3 ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
Ten aanzien van het onder 1 onder B ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt.
De Verdachte heeft bekend dat er tussen hem en [naam 1] die dag een verkoop heeft plaatsgevonden, maar hij heeft tevens verklaard dat het niet om vuurwerk ging. Waar het dan wel om ging, wilde hij niet zeggen.
Tijdens een observatie op 10 november 2022 zag een verbalisant dat de verdachte contact had met een man die in een auto reed met kenteken [kenteken 1] en dat een donkere tas in deze auto werd gelegd. Daarna werd gezien dat de verdachte geld aan het tellen was. De auto met het kenteken [kenteken 1] stond op naam van [naam 2]. Kort daarna, op 12 november 2022, gingen verbalisanten naar het adres van [naam 2] en spraken daar zijn zoon [naam 1]. [naam 1] verklaarde dat zijn vader de eigenaar van de auto is, maar dat hij de gebruiker is.
Op grond van een machtiging tot binnentreden zijn verbalisanten vervolgens de woning ingegaan. Op de vraag of er vuurwerk aanwezig was, wees [naam 1] de verbalisanten op een zwarte (vuilnis)zak in de woonkamer met daarin tientallen pakken Cobra 6 knalvuurwerk. Later werd ook Cobra 6 knalvuurwerk aangetroffen in de kelderbox van de woning. Uit de verklaring van verdachte bij de pseudokoop (A) volgt dat hij toen heeft gezegd enkel in Cobra’s te handelen.
Gelet op het voorgaande, in combinatie met de verklaring van de verdachte dat er een verkoop heeft plaatsgevonden tussen hem en [naam 1] en de omstandigheid dat de verdachte ook volgens eigen zeggen diezelfde avond Cobra’s aan twee andere personen heeft geleverd, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte ook Cobra 6 knalvuurwerk ter beschikking heeft gesteld aan [naam 1].
4.1.3.
Conclusie
Bewezen is dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
4.2.
Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
Hij op 10 november 2022, te Rotterdam,
  • ten aanzien van A en Ctezamen en in vereniging met anderen,
    en
  • ten aanzien van Balleen,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten,
A.
- knalvuurwerk (Cobra 6),
voorhanden heeft gehad en aan een ander, te weten een pseudokoper van
de politie, ter beschikking heeft gesteld en
B.
- knalvuurwerk (Cobra 6),
voorhanden heeft gehad en aan een ander, te weten [naam 1] ter
beschikking heeft gesteld en
C.
- knalvuurwerk (Cobra 6),
voorhanden heeft gehad en aan een ander, te weten [naam 3] ter
beschikking heeft gesteld;
2
Hij op 10 november 2022, te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
knalvuurwerk (Cobra 6),
heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad in een bestelbus, Volkswagen
Transporter, met kenteken [kenteken 2];
3
Hij in de periode van 5 november 2022 tot en met 11 november 2022,
te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een ander,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
knalvuurwerk (Cobra 6),
heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad in
eenzeecontainer,
gelegen aan [adres 2].
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5.Strafbaarheid feit

De bewezen feiten leveren op:
t.a.v. feit 1:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd
en
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
t.a.v. feit 2:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
t.a.v. feit 3:
medeplegen van overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straffen zijn gebaseerd
De verdachte heeft met zijn medeverdachten 100 pakjes Cobra 6 verkocht aan agenten in burger. Als het vuurwerk succesvol in omloop zou zijn gebracht, zou dit bij particulieren terecht zijn gekomen, met alle gevaren van dien. Daarnaast heeft de verdachte met zijn medeverdachten ruim 500 stuks Cobra 6 verkocht aan particulieren. Verder had de verdachte 5400 stuks illegaal vuurwerk in een zeecontainer op een opslagplaats liggen en hij 450 stuks illegaal vuurwerk in zijn bestelbus liggen. De verdachte had geen veiligheidsmaatregelen getroffen. Indien het vuurwerk tot ontbranding was gekomen, zouden de gevolgen voor de verdachte, zijn gezinsleden en de woningen in de buurt desastreus kunnen zijn geweest. Door dit vuurwerk op te slaan in zijn bestelbus en in een container heeft de verdachte een onverantwoord risico genomen en de veiligheid van personen en goederen ernstig in gevaar gebracht. De verdachte lijkt van tevoren niet te hebben nagedacht over deze risico’s.
Dergelijk vuurwerk is bijzonder explosief en de kracht daarvan kan worden vergeleken met de kracht van een handgranaat. Algemeen bekend is dat bij het afsteken van dergelijk professioneel en zwaar vuurwerk door particulieren met regelmaat iets fout gaat en dat daarbij ernstig letsel aan personen en schade aan goederen kan ontstaan. Bovendien wordt dergelijk vuurwerk recent in toenemende mate gebruikt bij het uitvechten van conflicten in het criminele milieu, waarvan onschuldige burgers het slachtoffer en in elk geval ongewild getuigen zijn. De verdachte heeft niet stilgestaan bij deze risico’s, maar enkel gedacht aan zijn eigen financieel gewin.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 11 januari 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een voortgangsrapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 12 februari 2024. Dit rapport houdt het volgende in. De verdachte heeft zich goed aan de schorsingsvoorwaarden gehouden en heeft vrijwillig de gedragsinterventie cognitieve vaardigheden gevolgd en afgerond. Daarnaast heeft de verdachte zijn leven goed op de rit. Hij heeft werk, inkomen, een stabiel gezin en een betalingsregeling met betrekking tot zijn studieschuld. Aangezien geen sprake is van andere problematiek adviseert de reclassering geen bijzondere voorwaarden.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank zal echter afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf langer dan de periode dat de verdachte in voorarrest heeft gezeten, omdat de verdachte de ernst van de feiten lijkt te beseffen, de reclassering een zeer positief voortgangsrapport heeft opgesteld waaruit volgt dat de verdachte zijn leven ‘op de rit heeft’ en de voorlopige hechtenis van de verdachte al ruim een jaar is geschorst. In plaats daarvan wordt een forse taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaring, passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen telefoon verbeurd te verklaren.
8.2.
Beoordeling
De in beslag genomen telefoon zal worden verbeurd verklaard. De bewezen feiten zijn met betrekking tot dit voorwerp begaan.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 47, 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1a, 2 en 6 Wet op de economische delicten, artikel 9.2.2.1 Wet milieubeheer en artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 365 (driehonderdvijfenzestig) dagen;
bepaalt dat een gedeelte, groot
284 dagen (tweehonderdvierentachtig)niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 3 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
veroordeelt de verdachte ten aanzien van feit 1 tot een
taakstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
60 dagen;
veroordeelt de verdachte ten aanzien van feit 2 tot een
taakstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
60 dagen;
veroordeelt de verdachte ten aanzien van feit 3 tot een
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren, waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
120 dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf: 1 STK Telefoontoestel Apple iPhone.
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. L. Daum en S.W.H. Bootsma, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. G.C. van de Fliert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 21 februari 2024.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
Hij op of omstreeks 10 november 2022, te Rotterdam, in elk geval te Nederland,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten,
A.
- één of meer stuk(s) knalvuurwerk (Cobra 6),
voorhanden heeft gehad en/of aan (een) ander(en), te weten een pseudokoper van
de politie, ter beschikking heeft gesteld en/of
B.
- één of meer stuk(s) knalvuurwerk (Cobra 6),
voorhanden heeft gehad en/of aan (een) ander(en), te weten [naam 1] ter
beschikking heeft gesteld en/of
C.
- één of meer stuk(s) knalvuurwerk (Cobra 6),
voorhanden heeft gehad en/of aan (een) ander(en), te weten [naam 3] ter
beschikking heeft gesteld;
2
Hij op of omstreeks 10 november 2022, te Rotterdam, in elk geval te Nederland,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten één of meer
stuks knalvuurwerk (Cobra 6),
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad in een bestelbus, Volkswagen
Transporter, met kenteken [kenteken 2];
3
Hij in of omstreeks de periode van 5 november 2022 tot en met 11 november 2022,
te Rotterdam, in elk geval te Nederland,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten één of meer
stuks knalvuurwerk (Cobra 6),
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad in één of meer zeecontainers,
gelegen aan [adres 2].