ECLI:NL:RBROT:2024:3783

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 april 2024
Publicatiedatum
25 april 2024
Zaaknummer
83-081391-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte rechtspersoon wegens onjuiste geluidsmeting en niet-naleving HMRI

In de zaak tegen een verdachte rechtspersoon, die wordt beschuldigd van het overschrijden van de geluidsnormen, heeft de rechtbank Rotterdam op 9 april 2024 uitspraak gedaan. De verdachte, een rechtspersoon met als handelsnaam onder andere [naam café], werd beschuldigd van het niet naleven van de geluidsnormen zoals vastgesteld in de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai (HMRI). De officier van justitie had gevorderd dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zou worden verklaard, en vroeg om een geldboete van € 1.250,-.

De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de geluidsmeting die door DCMR was uitgevoerd in de nacht van 13 op 14 augustus 2022, niet conform de HMRI was uitgevoerd. De meting vond plaats nabij [naam café], maar de rechtbank concludeerde dat de juiste meetmethoden niet waren toegepast. Er was geen vrij zicht op de geluidsbron en de meethoogte voldeed niet aan de vereisten. Bovendien was er onvoldoende bewijs dat de geluidsnorm van 40 decibel was overschreden.

Als gevolg hiervan heeft de rechtbank de eerder uitgevaardigde strafbeschikking vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De rechtbank oordeelde dat het onderzoek niet aan de wettelijke eisen voldeed en dat de bewijsvoering onvoldoende was om tot een veroordeling te komen. De uitspraak benadrukt het belang van correcte meetmethoden en de noodzaak om aan de wettelijke vereisten te voldoen bij geluidsmetingen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 83-081391-23
Datum uitspraak: 9 april 2024
Tegenspraak (art. 279 Sv)
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige economische kamer, in de door de economische politierechter verwezen zaak tegen de verdachte rechtspersoon:
[verdachte rechtspersoon]
,
gevestigd op het adres [adres ],
raadsman mr. Z.B. Gyömörei, advocaat te Den Haag.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 26 maart 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte rechtspersoon (rechtspersoon [verdachte rechtspersoon], met als handelsnaam onder andere: [naam café]) is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de oproeping. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. J.A. Bekke heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • vernietiging van de eerder uitgevaardigde strafbeschikking;
  • veroordeling van de verdachte rechtspersoon tot een geldboete ter hoogte van € 1.250,-.

4.Vrijspraak

Vaststaande feiten
Uit het dossier blijkt dat DCMR in de nacht van 13 op 14 augustus 2022 in Rotterdam geluidsmetingen heeft uitgevoerd in de buurt van [naam café]. Het meetpunt (ook wel referentiepunt genoemd) was gesitueerd op het dak van het pand van Basic Fit aan de Lijnbaan, bijna 30 meter in een loodrechte lijn gemeten vanaf [naam café]. Het beoordelingspunt bevond zich op de gevel van het appartementencomplex, gelegen tussen de [straatnaam], de Karel Doormanstraat en de Lijnbaanhof, op ruim 57 meter afstand van [naam café]. De meting is uitgevoerd volgens meetmethode II.1 uit de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai 1999 (hierna: HMRI). De meetresultaten zijn vervolgens geëxtrapoleerd naar het beoordelingspunt volgens de vereenvoudigde extrapolatiemethode (formule 3.3 uit paragraaf 3.7.2 van module B) van de HMRI. In de meetresultaten is ook het stemgeluid meegenomen.
Standpunt officier van justitie
Aangevoerd is dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. Uit het deskundigenrapport van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (hierna: STAB-rapport) blijkt dat de grenswaarde van 40 decibel voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau in de nacht van 13 op 14 augustus 2022 door [naam café] is overschreden. De geluidsmeting komt uit op ongeveer 54 decibel. Hierbij is echter wel uitgegaan van een onjuiste extrapolatiemethode, maar indien was uitgegaan van de juiste extrapolatiemethode, was alsnog komen vast te staan – zo blijkt uit de aanvullende berekening van DCMR – dat de grenswaarde van 40 decibel was overschreden.
Beoordeling
Uit het dossier is niet gebleken dat is voldaan aan de vereisten voor toepassing van de vereenvoudigde extrapolatiemethode. De vereenvoudigde extrapolatiemethode mag worden gebruikt indien wordt voldaan aan een aantal voorwaarden, waaronder 1) dat er zowel vanuit het referentiepunt als vanuit het beoordelingspunt vrij zicht op de geluidsbron is en 2) dat de meethoogte op het referentiepunt bij voorkeur vijf meter boven het plaatselijk maaiveld is. Op het beoordelingspunt was geen sprake van vrij zicht op [naam café]. De dakrand van het pand van Basic Fit belemmerde het zicht. Verder is gebleken dat het referentiepunt zich op twee meter bevond boven het plaatselijk ‘maaiveld’ (boven op het dak van Basic Fit), in plaats van de aanbevolen vijf meter.
Overigens is gebleken dat in de berekeningen het stemgeluid is meegenomen, en wel omdat sprake zou zijn van verwarmde terrassen. Ter zitting is echter onvoldoende komen vast te staan dat op het moment van de meting bij [naam café] sprake was van verwarmde terrassen.
De rechtbank is van oordeel dat het onderzoek op (meerdere onderdelen) niet conform de HMRI is uitgevoerd dan wel dat niet is gebleken dat de gegevens waarvan bij de meting is uitgegaan juist zijn. Dat uit een aangepaste berekening ook zou volgen dat sprake was van een overschrijding van de geluidsnorm is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gebleken. Dat de grenswaarde van 40 decibel op de oostgevel van het appartementencomplex is overschreden op de locatie zoals ten laste is gelegd, is daarom onvoldoende komen vast te staan. Het ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen en de verdachte rechtspersoon wordt vrijgesproken.

5.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

6.Beslissing

De rechtbank:
vernietigt de eerder uitgevaardigde strafbeschikking d.d. 19 december 2022;
verklaart niet bewezen dat de verdachte rechtspersoon het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte rechtspersoon daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. J.J. Klomp en S.W.H. Bootsma, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Knook, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 9 april 2024.
De voorzitter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
zij op of omstreeks 14 augustus 2022, omstreeks 1.58 uur, in de gemeente Rotterdam, als degene die een inrichting type B, als bedoeld in artikel 1.2 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, gelegen aan of nabij [adres ], dreef, al dan niet
opzettelijk niet heeft voldaan aan de bij of krachtens artikel 2.17 van voornoemd besluit gestelde regels, immers bedroeg het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (LAr,LT) veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en/of toestellen en/of door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en/of activiteiten, op de gevel van een gevoelig gebouw, te weten de oostgevel van het appartementencomplex, dat gelegen is tussen de [straatnaam], de Karel Doormanstraat en de Lijnbaanhof, ongeveer 54 dB(A), in elk geval meer dan 40 dB(A).