ECLI:NL:RBROT:2024:3739

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 april 2024
Publicatiedatum
25 april 2024
Zaaknummer
10841557
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ambtshalve toetsing van informatieverplichtingen bij online koopovereenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Alektum B.V. en een gedaagde die zelf procedeert. De eiser, Alektum, vorderde betaling van € 21,70 voor een set Earphones en een Headset die de gedaagde op 25 maart 2021 via de webshop van Wish had besteld. De gedaagde had de koopprijs achteraf betaald via Klarna, die de vordering vervolgens aan Alektum overdroeg. De gedaagde heeft de geleverde goederen ontvangen, maar heeft de factuur onbetaald gelaten, ondanks aanmaningen van Alektum.

De gedaagde betwist de vordering van Alektum en stelt dat een deel van de geleverde goederen defect was. Hij heeft echter geen bewijsstukken overgelegd om zijn stelling te onderbouwen, ondanks dat de kantonrechter hem de gelegenheid heeft gegeven om dit te doen. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde de geleverde goederen heeft behouden en dat hij onvoldoende verweer heeft gevoerd tegen de vordering van Alektum. Hierdoor is de gedaagde in beginsel de hoofdsom van € 21,70 aan Alektum verschuldigd.

De kantonrechter heeft echter ambtshalve onderzocht of de handelaar, Wish, aan de wettelijke informatieverplichtingen heeft voldaan. Het blijkt dat Wish essentiële informatie niet heeft verstrekt, zoals contactgegevens en levertermijnen. Hierdoor oordeelt de kantonrechter dat de overeenkomst gedeeltelijk vernietigd moet worden, wat leidt tot een vermindering van de betalingsverplichting van de gedaagde met 25%. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van € 16,28 aan Alektum, plus buitengerechtelijke incassokosten en rente. De proceskosten worden ook aan de gedaagde opgelegd, die in het ongelijk is gesteld.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10841557 CV EXPL 23-33075
datum uitspraak: 12 april 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Alektum B.V.,
vestigingsplaats: Amsterdam,
eiseres,
gemachtigde: Van Lith Gerechtsdeurwaarders en Incasso,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats],
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Alektum’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 22 november 2023, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de repliek.
1.2.
[gedaagde] heeft, hoewel hij daartoe in de gelegenheid is gesteld, niet gereageerd op de repliek en heeft ook niet om verdere aanhouding verzocht.

2.De beoordeling

Wat is de kern van de zaak?
2.1.
[gedaagde] heeft op 25 maart 2021 een set Earphones en een Headset besteld via de webshop van Wish voor een totaalbedrag van € 21,70, inclusief verzendkosten. [gedaagde] heeft ervoor gekozen de koopprijs achteraf (in één keer) te betalen aan Klarna, een aanbieder van een ‘achteraf betaalmethode’. Direct na het voltooien van de koopovereenkomst heeft Wish haar vordering op [gedaagde] aan Klarna overgedragen (door een zogeheten cessie). Klarna heeft de vordering vervolgens weer aan Alektum overgedragen. De Earphones en Headset zijn aan [gedaagde] geleverd, maar hij heeft het factuurbedrag ondanks aanmaning onbetaald gelaten. Daarom eist Alektum in deze procedure dat [gedaagde] wordt veroordeeld om € 21,70 aan haar te betalen, met rente en buitengerechtelijke kosten.
2.2.
[gedaagde] is het niet eens met de eis van Alektum. Hij voert aan dat een deel van de geleverde zaken defect was en dat hij daarvan melding heeft gemaakt. [gedaagde] stelt dat hij de berichten, waarmee hij deze melding heeft gedaan, nog in zijn telefoon heeft staan.
2.3.
De kantonrechter wijst de eis van Alektum toe, maar zal wel de te betalen hoofdsom met 25% verminderen. Hierna wordt uitgelegd waarom.
Er is niet gebleken dat [gedaagde] heeft gemeld dat de geleverde zaken defect waren
2.4.
Het staat vast dat [gedaagde] de Earphones en de Headset, die hij online had besteld, ook daadwerkelijk geleverd heeft gekregen. [gedaagde] heeft weliswaar gesteld dat een deel van de geleverde zaken defect was en dat hij daarvan melding heeft gemaakt bij de verkoper, maar hij heeft geen stukken in het geding gebracht waaruit dat blijkt, ook niet nadat hij op de eerste zitting alsnog uitdrukkelijk door de kantonrechter in de gelegenheid is gesteld kopieën van de door hem verzonden berichten over de defecte zaken over te leggen.
2.5.
Alektum heeft in de dagvaarding al vermeld dat [gedaagde] geen inhoudelijk verweer tegen deze vordering heeft gevoerd en dat hij de geleverde zaken ook heeft behouden. In haar repliek heeft Alektum vervolgens gesteld dat het voor haar - zonder kopieën van de berichten waarin [gedaagde] melding zou hebben gemaakt van de defecte zaken - onmogelijk is om verder onderzoek te doen. [gedaagde] heeft niet meer op de repliek van Alektum gereageerd. Omdat [gedaagde] niet heeft gesteld dat hij de (defecte) zaken retour heeft gestuurd moet er van uit moet worden gegaan dat [gedaagde] de geleverde zaken heeft behouden. Daarnaast is niet komen vast te staan dat [gedaagde] aan Wish, Klarna of Alektum heeft gemeld dat een deel van de geleverde zaken defect zou zijn. [gedaagde] heeft zijn verweer onvoldoende onderbouwd. Dat betekent dat [gedaagde] in beginsel de hoofdsom van € 21,70 aan Alektum verschuldigd is.
Consumentenbescherming
2.6.
[gedaagde] is een consument die buiten de verkoopruimte (namelijk online) een koopovereenkomst heeft gesloten. De kantonrechter moet daarom ambtshalve nagaan of Wish (de handelaar) aan de wettelijke regels heeft voldaan die zijn opgesteld om de consument te beschermen. Als blijkt dat dit niet het geval is, dan heeft dit tot gevolg dat [gedaagde] minder aan Alektum hoeft te betalen.
Essentiële informatieverplichtingen
2.7.
De overeenkomst is op afstand (online) gesloten tussen een handelaar en een consument. Bij of voorafgaand aan het sluiten van deze overeenkomst moet de handelaar bepaalde informatie aan de consument verstrekken (zie de artikelen 6:230m e.v. BW). Deze informatie moet de handelaar na het sluiten van de overeenkomst of in ieder geval voordat de zaak geleverd wordt bevestigen op een duurzame gegevensdrager (zie artikel 6:230v lid 7 BW). Een duurzame gegevensdrager betekent dat de consument de informatie eenvoudig moet kunnen bewaren, zoals bijvoorbeeld een e-mail of een brief.
2.8.
De kantonrechter moet ambtshalve onderzoeken of aan een aantal informatieverplichtingen is voldaan. Het gaat dan om de informatie waaraan de wet een specifieke sanctie verbindt als deze niet wordt gegeven en om de informatie waaraan extra gewicht moet worden toegekend. Dit zijn de essentiële informatieverplichtingen. Als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n essentiële informatieverplichting, dan moet de kantonrechter de overeenkomst geheel of gedeeltelijk vernietigen, in die zin dat de betalingsverplichting van de consument wordt verminderd [1] .
2.9.
De rechtbanken hebben naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad voor de schending van de essentiële informatieverplichtingen de Richtlijn Sanctiemodel essentiële informatieplichten opgesteld (te vinden op www.rechtspraak.nl). Deze sanctierichtlijn houdt samengevat in dat bij drie of minder voldoende ernstige schendingen de betalingsverplichting wordt verminderd met 25% en bij meer dan drie voldoende ernstige schendingen met 50%.
2.10.
Hierna zal worden beoordeeld of aan de informatieverplichtingen is voldaan. Alleen als er sprake is van een voldoende ernstige schending van een informatieverplichting, zal die informatieverplichting hierna worden besproken.
De contactgegevens van de handelaar
2.11.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder c BW moet contactinformatie van de handelaar worden verstrekt. Hierom moet ten minste een e-mailadres, telefoonnummer of een adres van een vestiging worden gegeven. Alektum heeft niet aangetoond dat hieraan op de digitale gegevensdrager is voldaan. Daarop staan immers alleen de contactgegevens van Klarna vermeld, maar niet van de verkoper (Wish). De kantonrechter is dan ook van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder c BW is geschonden.
De levertermijn
2.12.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder g BW moet de termijn waarbinnen zal worden geleverd, worden vermeld. Niet vereist is dat de precieze dag wordt vermeld maar wel vereist is dat de verwachte levertermijn duidelijk is. Alektum heeft niet aangetoond dat hieraan op de digitale gegevensdrager is voldaan. De kantonrechter is van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder g BW is geschonden.
Het ontbindingsrecht
2.13.
Op grond van artikel 6:230m lid 1 onder h moet de consument erop worden gewezen dat de consument het recht heeft om de overeenkomst binnen veertien dagen te ontbinden. Alektum heeft niet aangetoond dat aan deze informatieverplichting op de digitale gegevensdrager is voldaan. De kantonrechter is daarom van oordeel dat artikel 6:230m lid 1 onder h BW is geschonden.
Conclusie essentiële informatieverplichtingen
2.14.
De kantonrechter zal op grond van de hiervoor vastgestelde schendingen van informatieverplichtingen de overeenkomst met toepassing van de sanctierichtlijn gedeeltelijk vernietigen, in die zin dat de betalingsverplichting van [gedaagde] wordt verminderd met 25%. Er is in dit geval namelijk sprake van drie of minder voldoende ernstige schendingen. Dat betekent dat aan hoofdsom (0,75 x € 21,70 =) € 16,28 toewijsbaar is. [gedaagde] wordt veroordeeld dit bedrag aan Alektum te betalen.
[gedaagde] moet de buitengerechtelijke incassokosten betalen
2.15.
Alektum maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Gelet op de hoogte van de toegewezen hoofdsom wordt, conform de tarieven die zijn weergegeven in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, een bedrag van € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten toegewezen.
[gedaagde] moet de rente betalen
2.16.
Uit de factuur in de orderbevestiging van 25 maart 2021 volgt dat [gedaagde] uiterlijk op 2 mei 2021 had moeten betalen. Dat betekent dat [gedaagde] vanaf 3 mei 2021 in verzuim is geraakt. De rente wordt dan ook toegewezen over de hiervoor genoemde hoofdsom vanaf 3 mei 2021, omdat Alektum genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat de rente moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.17.
Omdat [gedaagde] voor het grootste deel ongelijk krijgt moet hij de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van Alektum op
€ 107,84 aan dagvaardingskosten, € 128,- aan griffierecht, € 78,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 39,-) en € 19,50 aan nakosten. Dat is in totaal € 333,34. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.18.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Alektum dat eist en [gedaagde] daar niet op heeft gereageerd (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Alektum te betalen € 56,28 aan hoofdsom en buitengerechtelijke incassokosten, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 16,28 vanaf 3 mei 2021 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Alektum worden begroot op € 333,34;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
44487

Voetnoten

1.Hoge Raad 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677