In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 28 maart 2024, wordt de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind], verlengd voor de duur van drie maanden. De kinderrechter heeft de verzoeken van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) om de ondertoezichtstelling te verlengen en een zorgregeling vast te stellen, beoordeeld. De ouders van [naam kind] zijn belast met het ouderlijk gezag en de moeder is vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. B.V. Rafaela. De mondelinge behandeling vond plaats op 28 maart 2024, waarbij zowel de vader als de moeder aanwezig waren, evenals een vertegenwoordigster van de GI.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er geen verweer is gevoerd tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling en dat de gronden hiervoor aanwezig zijn, zoals gesteld in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft ook de zorgregeling beoordeeld, waarbij de vader zorgen heeft geuit over de veiligheid van [naam kind] tijdens de omgang met de moeder. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat [naam kind] de ruimte krijgt om zelfstandig keuzes te maken en dat de ouders in staat moeten zijn om hierover met elkaar in gesprek te gaan.
De beschikking bevat een gedetailleerde zorgregeling, waarin de omgangsregeling tussen de ouders is vastgelegd, inclusief afspraken over feestdagen en andere bijzondere dagen. De kinderrechter heeft de ouders complimenten gegeven voor de stappen die zij hebben gezet, maar ook gewaarschuwd dat zij de verantwoordelijkheid moeten nemen voor de emotionele veiligheid van [naam kind]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissingen onmiddellijk van kracht zijn, ook al kan er hoger beroep worden ingesteld.