ECLI:NL:RBROT:2024:3710

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 april 2024
Publicatiedatum
24 april 2024
Zaaknummer
10852191
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geldigheid van ontslag op staande voet en afwijzing van verzoeken om vergoedingen in arbeidszaak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 april 2024 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen [verzoekster] en Horrex Horren B.V. [verzoekster] was sinds 29 maart 2021 werkzaam bij Horrex in de functie van Inside Sales en werd op 24 oktober 2023 op staande voet ontslagen. In verband met dit ontslag verzocht zij om een billijke vergoeding van € 15.000,-, een transitievergoeding van € 2.904,72 en een vergoeding van € 4.060,74 wegens onregelmatige opzegging. Horrex betwistte deze verzoeken en vroeg om een verklaring voor recht dat het ontslag op staande voet gerechtvaardigd was door een dringende reden.

De kantonrechter oordeelde dat het ontslag op staande voet geldig was. De rechter stelde vast dat er sprake was van een dringende reden, namelijk een e-mail van [verzoekster] waarin zij een bedreiging uitte naar een collega. De rechter concludeerde dat de bewoordingen in de e-mail, waarin [verzoekster] refereerde aan de politie, een ernstige schending van de arbeidsrelatie vormden. Hierdoor was Horrex gerechtigd om het dienstverband met onmiddellijke ingang te beëindigen.

De verzoeken van [verzoekster] om vergoedingen werden afgewezen, omdat het ontslag geldig was en Horrex geen transitievergoeding hoefde te betalen. De kantonrechter oordeelde dat [verzoekster] ernstig verwijtbaar had gehandeld, wat ook de reden was dat Horrex geen vergoeding voor onregelmatige opzegging hoefde te betalen. De rechter verklaarde verder dat [verzoekster] de proceskosten moest vergoeden, die op € 949,- werden vastgesteld. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10852191 VZ VERZ 23-10528
datum uitspraak: 9 april 2024
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van
[verzoekster],
woonplaats: Rotterdam,
verzoekster,
gemachtigde: mr. A.T. Leigh,
tegen
Horrex Horren B.V.,
vestigingsplaats: Vlaardingen,
verweerster,
gemachtigde: mr. A.A. Slager.
De partijen worden hierna ‘ [verzoekster] ’ en ‘Horrex’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift van [verzoekster] , met bijlagen 1 tot en met 10;
  • het verweerschrift van Horrex, met bijlagen 1 tot en met 12;
  • de e-mail van Horrex met een nieuwe bijlage 11;
  • de spreekaantekeningen van de gemachtigde van Horrex.
1.2.
Op 7 maart 2024 is de zaak op zitting besproken met:
  • [verzoekster] , met hulp van G.S. Nie (tolk Mandarijn), en haar gemachtigde;
  • [persoon A] ( CFO & HR-manager ) en [persoon B] ( CEO ) voor Horrex, met de gemachtigde en met mr. M. Nijkamp, advocaat stagiair.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
[verzoekster] werkte sinds 29 maart 2021 bij Horrex in de functie Inside Sales. Zij is op
24 oktober 2023 op staande voet ontslagen. In verband met dit ontslag verzoekt [verzoekster] om
€ 15.000,- aan billijke vergoeding, € 2.904,72 bruto aan transitievergoeding en € 4.060,74 bruto aan vergoeding in verband met onregelmatige opzegging. Horrex is het daarmee niet eens, verzoekt om een verklaring voor recht dat aan het ontslag een dringende reden ten grondslag ligt en dat [verzoekster] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, en concludeert tot afwijzing van de verzoeken van [verzoekster] .
2.2.
[verzoekster] krijgt ongelijk. Haar verzoeken worden afgewezen. Het ontslag is namelijk geldig. Het verzoek van Horrex wordt toegewezen. Hierna wordt uitgelegd waarom dit de uitkomst is.
Het ontslag is geldig, dus geen billijke vergoeding
2.3.
[verzoekster] krijgt geen billijke vergoeding. Die kan namelijk alleen worden toegekend als het ontslag niet geldig is (artikel 7:681 lid 1 onder a BW). Daar is in dit geval geen sprake van, want er is voldaan aan de voorwaarden voor een ontslag op staande voet. Dat zijn kort gezegd een dringende reden, onverwijld opzeggen en onverwijld mededelen van de reden (artikel 7:671 lid 1 onder c BW en artikel 7:677 BW).
Er is een dringende reden
2.4.
Er is een dringende reden voor ontslag op staande voet. Met een dringende reden wordt bedoeld één of meer eigenschappen en/of gedragingen van de werknemer die het voor de werkgever onmogelijk maken om door te gaan met het dienstverband (artikel 7:678 lid 1 BW). Blijkens de ontslagbrief van 24 oktober 2023 is geen sprake van een samengestelde dringende reden, want het niet verschijnen door [verzoekster] bij het gesprek die dag is niet aan het ontslag ten grondslag gelegd. De dringende reden is (alleen) gelegen in het feit dat [verzoekster] in haar e-mail van vrijdag 13 oktober 2023 9:20 uur gericht aan Supply Chain Manager [persoon C] (hierna: [persoon C] ), maar ook verstuurd naar CFO/HR-manager [persoon A] (hierna: [persoon A] ) en CEO [persoon B] (hierna: [persoon B] ) en anderen, het volgende heeft geschreven:
“If you continue such silly politics, this will escalate into ugly clashes. I don’t promise any “happy ending”. Remember police emergency number: 112.”
2.5.
Gelet op de bewoordingen en de vermelding van 112 in rode cijfers kan deze passage niet anders worden gelezen dan als een bedreiging van [persoon C] . Waarmee is onduidelijk, zodat wellicht geen sprake is van een bedreiging in strafrechtelijke zin. Dat neemt echter niet weg dat [verzoekster] gezinspeeld heeft op een zodanig lelijke botsing met [persoon C] dat de politie eraan te pas zou moeten komen. Daardoor is bij [persoon C] en ook bij Horrex redelijkerwijs de vrees kunnen ontstaan dat [persoon C] iets zou worden aangedaan door [verzoekster] en hebben zij een dergelijke vrees ook ervaren. Dit heeft zonder meer een dringende reden opgeleverd om in te grijpen. Horrex is namelijk gehouden te zorgen voor een veilige werkomgeving. Dat heeft zij ook gedaan, want diezelfde dag nog is tegen [verzoekster] , die naar het werk gekomen was, gezegd dat zij naar huis kon gaan. Omdat [verzoekster] niet direct naar huis wilde gaan en [persoon C] die dag ook op het bedrijf aanwezig was, heeft Horrex ervoor gezorgd dat beide dames in separate ruimtes werkten, slechts toegankelijk met een persoonsgebonden tag, om een confrontatie te vermijden. [persoon C] is later die dag niet alleen naar huis gegaan, maar opgehaald door haar echtgenoot. In de ochtend van maandag 16 oktober 2023 toen [verzoekster] weer op het werk verscheen is zij meteen apart genomen en is haar te kennen gegeven dat zij op non-actief werd gesteld. Onder begeleiding van drie collega’s heeft zij het bedrijfspand verlaten. [persoon C] werkte die dag uit voorzorg thuis, aldus Horrex.
2.6.
Het kan zo zijn dat [verzoekster] genoemde e-mail geschreven heeft na een nacht niet te hebben geslapen en in geëmotioneerde toestand, maar het is niet in een opwelling gebeurd gezien de lengte van de mail (afgedrukt op A4 ongeveer anderhalve pagina), de verzorgde lay-out en de inhoud ervan. Over de inhoud is nagedacht. De inhoud en toonzetting van de mail met als onderwerp
“My official warning to [persoon C] ”is op onderdelen ronduit kwalijk te noemen vanwege diskwalificatie van [persoon C] en uitingen van disrespect voor haar, met als dieptepunt de hierboven geciteerde passage als officiële waarschuwing voor [persoon C] . Ook over de geadresseerden, naar het zich laat aanzien het managementteam, is nagedacht. Gesteld wordt dat [verzoekster] kampte met mentale klachten toen zij de e-mail schreef, maar over de aard daarvan en wat die klachten zouden hebben gedaan met haar is geen inzicht verschaft en Horrex trekt de klachten in twijfel. Mede bij gebreke van medische onderbouwing op dit punt, die ontbreekt, is er geen grond voor het oordeel dat het schrijven en verzenden van de e-mail [verzoekster] niet of in verminderde mate kan worden toegerekend.
2.7.
Onderkend wordt dat [verzoekster] dit heeft gedaan nadat zij op 12 oktober 2023 een gesprek had gehad met [persoon C] en [persoon A] waarin zij een op schrift gestelde officiële waarschuwing heeft gekregen voor het niet volgen van procedures voor het invoeren en verwerken van verkooporders en niet reageren op klanten. Dat levert echter geen rechtvaardiging op om tot bedreiging over te gaan.
2.8.
Aanvankelijk heeft [verzoekster] ook anders gereageerd, want na de schriftelijke officiële waarschuwing, die zij geweigerd heeft te ondertekenen, heeft zij daartegen op 12 oktober 2023, in een e-mailbericht aan [persoon B] , [persoon A] en anderen, bezwaar gemaakt, omdat zij de waarschuwing onterecht vond, en zich beklaagd over de bejegening tijdens het gesprek eerder die dag. In reactie hierop heeft [persoon A] bij e-mailbericht van
13 oktober 2023 9:12 uur aan [verzoekster] laten weten er maandag op terug te komen met een reactie. Dat maakt het des temeer onbegrijpelijk dat [verzoekster] in haar e-mailbericht van
13 oktober 2023 9:20 uur zo kwalijk uit de bocht gevlogen is.
2.9.
[verzoekster] stelt dat hieraan vooraf is gegaan een voorval tijdens een barbecue bij Horrex op 29 september 2023, bij welke gelegenheid [persoon C] in aanwezigheid van collega’s opmerkingen zou hebben gemaakt over het gewicht van [verzoekster] en haar kledingkeuze, maar die vermeende opmerkingen staan niet vast, want zijn gemotiveerd weersproken door Horrex. Bovendien levert ook dat geen rechtvaardiging op om tot bedreiging over te gaan.
Er is onverwijld opgezegd
2.10.
Anders dan [verzoekster] meent, is de kantonrechter van oordeel dat Horrex heeft voldaan aan het vereiste om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen. Uiteraard heeft de dringende reden voor het ontslag zich al op 13 oktober 2023 voorgedaan, maar zoals gezegd heeft Horrex daarop gereageerd met ordemaatregelen diezelfde dag en de maandag daarop toen [verzoekster] naar huis werd gestuurd. Dat heeft de veiligheid binnen het bedrijf gediend en op dat moment de nodige rust en ruimte gegeven voor bezinning op vervolgstappen, wat ook in het belang van [verzoekster] is geweest. Horrex heeft zich vervolgens verstaan met haar juridisch adviseur, wat geleid heeft tot de uitnodiging van [verzoekster] op 20 oktober 2023 voor een gesprek met haar op 24 oktober 2023. Vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid (goed werkgeverschap) is het begrijpelijk dat Horrex het gesprek met [verzoekster] is willen aangaan om de beweegredenen voor de mail en mogelijke andere omstandigheden mee te kunnen wegen bij eventuele verdergaande rechtspositionele maatregelen. Tegen deze achtergrond kan Horrex bezwaarlijk worden tegengeworpen dat tussen 13 en 24 oktober 2023 enige tijd verstreken is, want Horrex heeft de tijd gebruikt om in te grijpen en [verzoekster] te willen horen. Daarbij speelt mee dat [verzoekster] zich in de avond van 16 oktober 2023 ziek had gemeld. Naar het zich laat aanzien is diezelfde ziekmelding voor [verzoekster] reden geweest om op 24 oktober 2023 het gesprek af te zeggen. Dat is jammer geweest, want [verzoekster] heeft hierdoor een gelegenheid gemist om haar verhaal te doen en verontschuldigende omstandigheden naar voren te brengen, maar bij gebreke daarvan heeft Horrex op 24 oktober 2023 kunnen concluderen dat er een dringende reden was om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen.
De reden is onverwijld medegedeeld
2.11.
Omdat de dringende reden is meegedeeld in de ontslagbrief van 24 oktober 2023 heeft Horrex ook voldaan aan het vereiste om de reden voor het ontslag onverwijld aan [verzoekster] te laten weten.
Horrex hoeft geen transitievergoeding te betalen
2.12.
Horrex hoeft geen transitievergoeding te betalen, omdat het ontslag het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van [verzoekster] (artikel 7:673 lid 7 BW). Daarbij weegt mee dat [verzoekster] ook op zitting geen uitleg heeft gegeven die afdoet aan het kwalijke gehalte van de aangehaalde passage uit haar e-mail van 13 oktober jl. Integendeel. De opmerkingen van [verzoekster] ter zitting dat zij haar buik vol had van [persoon C] , dat [persoon C] narcistisch is, zich superieur opstelt en zich bedreigd voelt in haar functie omdat [verzoekster] evenals zijzelf kan communiceren met leveranciers in China, duiden op rancuneuze gevoelens bij [verzoekster] ten opzichte van [persoon C] , die haar hiertoe hebben gebracht.
Horrex hoeft geen vergoeding voor onregelmatige opzegging te betalen
2.13.
Omdat het ontslag geldig is, gold voor Horrex geen opzegtermijn. Daarom heeft [verzoekster] geen recht op een vergoeding voor onregelmatige opzegging (artikel 7:672 lid 11 BW).
Verklaring voor recht
2.14.
Om genoemde redenen wordt de door Horrex gevraagde verklaring voor recht gegeven.
[verzoekster] moet de proceskosten betalen
2.15.
[verzoekster] moet de proceskosten betalen, omdat zij ongelijk krijgt. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Horrex tot vandaag vast op € 814,- aan salaris voor de gemachtigde en € 135,- aan nakosten. Dit is totaal € 949,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend.
De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad
2.16.
Deze beschikking wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
wijst de verzoeken van [verzoekster] af;
3.2.
verklaart voor recht dat aan het ontslag een dringende reden ten grondslag ligt en dat [verzoekster] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld;
3.3.
veroordeelt [verzoekster] in de proceskosten, die aan de kant van Horrex tot vandaag worden vastgesteld op € 949,-;
3.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.K. Rapmund en in het openbaar uitgesproken.
465