2.4.In het echtscheidingsconvenant staat het volgende vermeld:
“(…)
* dat de gemeenschap van goederen de navolgende baten en lasten omvat, volgens de gegevens door verzoekers verstrekt:
-1- De echtelijke koopwoning te Krimpen aan den IJssel aan het [adres] ;
Volgens een recente taxatie d.d. 5-2-2016 van makelaar Swijnenburg & Valk Makelaardij, is de actuele marktwaarde van de woning thans € 305.000,--.
Aan de woning is gekoppeld een hypotheek hij de Rabobank van totaal € 394.800,--:
een Rabo Opbouwhypotheek € 383.800 5.7% = € 21.876.60 p.j. is € 1.823,05 per maand
aflossingsvrij € 10.000 5.5% = € 570,-- p.j. is € 47,50 per maand
Rabo opbouw Spaarrekening (…) saldo d.d. 11-1-2016 € 19.602.97 maandpremie € 190,44.
(daarnaast 2x overlijdensrisico: - man verzekeringnemer op leven van vrouw, premie € 26,70 p.m.
- vrouw verzekeringsnemer op leven man: premie € 17,68;)
De WOZ waarde van de woning bedroeg in 2016 € 257.000.--;
Partijen nemen als peildatum voor de samenstelling en de waardering van de gemeenschap van goederen de datum tekening convenant, tenzij uitdrukkelijk andere data in dit convenant worden genoemd.
Partijen wensen thans de gevolgen van de echtscheiding, zodra de echtscheidingsbeschikking zal worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, middels dit convenant te regelen en komen mitsdien het navolgende overeen:
-I- Aangaande de echtelijke woning te Krimpen aan den IJssel aan het [adres] , de hypotheek en de aan de hypotheek verbonden [de] Rabo opbouw Spaarrekening (…).
-l- De woning en genoemde polis, komen in enig eigendom toe aan de man onder de voorwaarde dat de vrouw zal zijn ontslagen uit de hypothecaire aansprakelijkheid.
-2- Gezien de taxatiewaarde van de woning € 305.000,--. minus hypotheek € 394.800,--: bedraagt de huidige overwaarde € 89.800,-- negatief
Daarnaast is er de Rabo opbouw Spaarrekening (…) saldo d.d. 11-1-2016 € 19.602,97; per saldo wordt dan de overwaarde € 70.197.03 negatief.
-3- Partijen komen overeen dat de vrouw het alleen gebruikersrecht van de woning heeft tot het moment dat zij een eigen huurwoning krijgt toegewezen en kan betrekken.
-4- Aangaande de kosten van de woning. degene die het alleengebruik van de woning heeft, neemt de gebruikerslasten voor zijn/haar rekening; de eigenaarslasten komen voor rekening van de man;
daarbij gaan partijen ervan uit dat de vrouw binnen 3 tot 6 maanden een eigen huurwoning heeft.
-5- De inboedel van de echtelijke woning is tussen partijen naar tevredenheid verdeeld.
-6- Slaagt de man er thans nog niet in om de woning met hypotheek alleen op zijn naam te zetten, dan zal de man, nadat de vrouw een eigen woning betrekt, zijn intrek nemen in de woning.
Zodra hij in staat is de woning over te nemen, zal hij daartoe de acties ondernemen, waarna de verdeling volgt, als boven uiteengezet.
Partijen blijven in overleg of het wellicht verstandig is de woning te verkopen en hoe e.e.a. dan de (negatieve) opbrengst verdeeld wordt.
Tot 2 jaar na de verbreking van dc samenleving kan de man, de hele hypotheekrente, die hij betaalt, nog aftrekken.
Na die 2 jaar kan de hypotheekrente nog maar voor de helft worden afgetrokken, mits hij die rente ook betaalt en mits hij zijn hoofdverblijf in de woning heeft.
Bij de vrouw wordt dan, na de 2 jaar, de overwaarde van de woning (WOZ minus hypotheekrente) geteld bij haar vermogen (box 3); ingeval de waarde negatief is, kan die compenseren met positieve spaargelden. NB e.e.a. vanaf de vrijgestelde spaargrens van thans € 24.437.
-V- Aangaande de overbedeling:
Gezien de bestanddelen die onder - II- t/m -IV- tussen partijen zijn verdeeld constateren partijen dat nog ter verdeling tussen partijen is:
- negatieve overwaarde van woning + polis: € 70.197,03 debet
- inboedel
15.000,--
totaal € 55.197,03 debet
totaal man € 55.197,03 debet
Aan de vrouw komt toe:
(…)
€ 815,06 debet
Meerwaarde man € 54.381,97 debet
waarvan ieder van partijen de helft, zijnde € 27.190,99 debet toekomt.
De man ziet het als een natuurlijke verbintenis van moraal en fatsoen om de vrouw met de kinderen van partijen, na de scheiding een nieuwe financiële start te kunnen laten maken, zonder schuld, zodat hij de hele schuld voor zijn rekening wil nemen.
-VIII- Partijen constateren dat met de effectuering van het bovenstaande de tussen hen bestaande gemeenschappelijke bezittingen en schulden geheel zijn gescheiden en gedeeld, zij niets meer van elkaar te vorderen hebben en elkaar over en weer finale kwijting verlenen.
-IX- Partijen vrijwaren elkaar over en weer jegens aanspraken van derden en hun rechtsopvolgers t.a.v. de baten en lasten welke middels dit convenant aan elk van hen afzonderlijk zijn toebedeeld.
(…).”