Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift met 3 producties,
- het verweerschrift met 7 producties,
- de mondelinge behandeling op 28 februari 2024,
- de brief van mr. L. Homan van 13 maart 2024.
2.De feiten
3.De standpunten van partijen
4.De beoordeling
Het deskundigenbericht
“Zijn er daarnaast op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest of op enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als het ongeval de onderzochte niet was overkomen?”.[verzoeker] stelt voor om deze vraag te wijzigen in
“Zijn er concrete aanwijzingen dat er klachten en afwijkingen op uw vakgebied zouden zijn geweest op of op enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als het ongeval de onderzochte niet was overkomen?” omdat voor de verdere juridische beoordeling met name concrete aanwijzingen van belang zijn. ASR weerspreekt dat niet maar heeft er bezwaar tegen dat de vraag tot concrete aanwijzingen wordt beperkt. Die beperking zou volgens ASR de deskundige van positieve beantwoording van de vraag kunnen weerhouden omdat het veelal lastig is om concrete aanwijzingen voor een hypothetische situatie te geven.
5.De beslissing
1.DE SITUATIE MET ONGEVAL
Medische gegevens
Medisch onderzoek
Consistentie
Diagnose
Beperkingen
Medische eindsituatie
2.DE SITUATIE ZONDER ONGEVAL
Klachten, afwijkingen en beperkingen zonder ongeval
3.OVERIG
binnen twee wekenna de datum van de nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak,
zes maandenna het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot een schriftelijk en ondertekend bericht in drievoud ter griffie van de rechtbank in te leveren, onder bijvoeging van een gespecificeerde declaratie,