ECLI:NL:RBROT:2024:3671

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 maart 2024
Publicatiedatum
23 april 2024
Zaaknummer
10/305357-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring voorhanden hebben van vuurwapen en poging tot overdracht vuurwapen

Op 12 maart 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 1997 en ten tijde van de zitting preventief gedetineerd. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een vuurwapen met bijbehorende munitie en de poging tot overdracht van dit vuurwapen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 8 maanden, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte de feiten had bekend en dat er geen verweer was gevoerd dat tot vrijspraak zou leiden. De rechtbank verklaarde de feiten bewezen en legde een gevangenisstraf van 6 maanden op, rekening houdend met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank benadrukte dat wapens en munitie niet thuis horen in het maatschappelijk verkeer en dat de verdachte zorgwekkend gedrag vertoonde door het wapen te willen verkopen. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen 45 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26, 31 en 55 van de Wet wapens en munitie.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/305357-23
Datum uitspraak: 12 maart 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1997,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] [postcode] [woonplaats] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te [naam PI] ,
raadsman mr. A. Dogan, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 maart 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. Kort gezegd wordt de verdachte ervan beschuldigd dat hij een vuurwapen met munitie voorhanden heeft gehad en heeft geprobeerd om het vuurwapen te verhandelen.
De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K.L. Rook heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
De verdachte heeft de ten laste gelegde feiten bekend.. Deze zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij in de periode van 2 oktober 2023 tot en met 5 december 2023 te Rotterdam
een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie,
te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een revolver van het merk/type BBM Olympic 38, kaliber .22lr en voor voornoemd wapen geschikte munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 5 kogelpatronen, van merk/type RWS Meisterkugeln Dynamit Nobel van het kaliber .22lr
voorhanden heeft gehad;
2
hij in de periode van 2 oktober 2023 tot en met 5 december 2023 te Rotterdam of elders in Nederland, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om
eenwapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van een revolver, over te dragen,
immers heeft hij, verdachte, met een persoon via
dechatapplicatie Whatsapp, contact gehad over de vraagprijs en de beschikbaarheid van bovengenoemd vuurwapen en afbeeldingen van
ditvuurwapen naar een persoon verzonden en op Whatsapp voornoemd wapen aangeboden en onderhandeld over
deprijs, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:

1.

handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III

en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot munitie van categorie III
2.
poging tot handelen in strijd met artikel 31, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft in huis een vuurwapen met bijbehorende munitie voorhanden gehad, ook al heeft zijn vader het hem op enig moment afgepakt, en hij heeft geprobeerd dit aan een ander over te dragen. De rechtbank acht het zorgwekkend dat de verdachte het wapen naar eigen zeggen al jaren in zijn bezit had en heeft geprobeerd om het vuurwapen – met alle mogelijke gevolgen van dien – te verkopen. Wapens en munitie horen vanwege het gevaar dat zij vormen eenvoudigweg niet thuis in het maatschappelijk verkeer.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
Uit het strafblad van de verdachte blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gelet op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Gelet hierop, en in aanmerking genomen dat het onder 2 tenlastegelegde bij een poging is gebleven en niet om een daadwerkelijke overdracht van het wapen, zal de rechtbank een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is gevorderd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op artikelen 45 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26, 31 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. van Essen, voorzitter,
en mrs. H.J. de Kraker en J.T.P. Pot, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.D. Schmahl, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 2 oktober 2023 tot en met 5 december 2023 te Rotterdam
een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie,
teweten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3º van die wet in de vorm van een revolver van het merk/type BBM Olympic 38, kaliber .22lr en/of voor voornoemd wapen geschikte munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 5 kogelpatronen, van merk/type RWS Meisterkugeln Dynamit Nobel van het kaliber .22lr
voorhanden heeft gehad
( art 26 lid 1 Wet wapens en munitie )
2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 oktober 2023 tot en met 5 december 2023 te Rotterdam, en/of elders in Nederland, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om meerdere wapens als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie II en/of Categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten meerdere, althans een, vuurwapen(s) in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet in de vorm van (een) automatisch vuurwapen(s) en/of (een) pist(o)ol(en) en/of (een) revolver(s), over te dragen,
immers heeft hij, verdachte,
- met meerdere, althans een, in Nederland verblijvende pers(o)on(en) via chatapplicaties, waaronder Whatsapp en/of Telegram, contact gehad en/of afspraken gemaakt over de vraagprijs en/of de beschikbaarheid van bovengenoemde vuurwapens en/of
- afbeeldingen van deze en/of andere vuurwapens naar/van meerdere, althans een, in Nederland verblijvende pers(o)on(en) verzonden en/of ontvangen en/of op Whatsapp en/of Telegram voornoemde wapens heeft aangeboden en/of heeft onderhandeld over prijs
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
( art 31 lid 1 Wet wapens en munitie )