ECLI:NL:RBROT:2024:3622
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor dubbele huur en woninginrichting
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om bijzondere bijstand voor de kosten van overbrugging (dubbele huur) en de kosten voor woninginrichting. De aanvraag werd door het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Avres afgewezen met een besluit van 31 maart 2022, en het bezwaar van eiseres werd bij het bestreden besluit van 11 mei 2023 eveneens afgewezen. Eiseres heeft beroep ingesteld, maar verscheen niet op de zitting van 12 maart 2024, omdat niet duidelijk was of zij de uitnodiging had ontvangen. Na bevestiging dat de uitnodiging op 19 februari 2024 was ontvangen, heeft de rechtbank het onderzoek gesloten op 4 april 2024.
Eiseres had bijzondere bijstand aangevraagd in verband met een verhuizing van Gorinchem naar Leerdam, waarbij zij kosten voor dubbele huur en woninginrichting wilde dekken. De rechtbank oordeelt dat de kosten niet voortvloeien uit bijzondere omstandigheden, aangezien eiseres had kunnen reserveren voor deze kosten. Eiseres stelde dat de verhuizing onverwacht was en dat zij geen financiële middelen had om de kosten zelf te bekostigen. De rechtbank concludeert echter dat eiseres al sinds 2016 op de hoogte was van de problemen met haar buren en dat zij had kunnen anticiperen op een mogelijke verhuizing.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen bijzondere bijstand ontvangt voor de gevraagde kosten. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ontvangt ook geen vergoeding voor haar proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. van Spengen en is openbaar uitgesproken op 23 april 2024.