ECLI:NL:RBROT:2024:3609
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor medische behandeling en gedeeltelijke gezagsuitoefening in jeugdzorgzaak
In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 16 februari 2024, wordt een verzoek behandeld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. Het verzoek betreft vervangende toestemming voor medische behandelingen van de veertienjarige [voornaam minderjarige 1] en de gedeeltelijke uitoefening van het gezag over hem en zijn jongere broer, [voornaam minderjarige 2]. De kinderrechter oordeelt dat artikel 1:265h BW niet van toepassing is, omdat [voornaam minderjarige 1] in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen. Hierdoor kan hij zelfstandig, zonder toestemming van zijn moeder, voor een onderzoek naar de KNO-arts en orthodontist gaan. De kinderrechter verklaart dat de toestemming van de moeder voor deze onderzoeken niet vereist is.
Daarnaast wordt het verzoek van de GI om de gedeeltelijke uitoefening van het gezag over de minderjarigen te verlengen, voor zover het betreft de inschrijving bij een onderwijsinstelling, toegewezen. De kinderrechter wijst erop dat de moeder niet is verschenen en dat er al lange tijd geen contact met haar is geweest. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de GI de kinderen moet kunnen inschrijven op school, ook al is de moeder onbereikbaar. De kinderrechter verlengt de gedeeltelijke gezagsuitoefening voor de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing, maar wijst het verzoek voor het overige af. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.