ECLI:NL:RBROT:2024:3607

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 april 2024
Publicatiedatum
22 april 2024
Zaaknummer
C/10/662377 / HA ZA 23-629
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van gezamenlijke woning na beëindiging van informele samenleving zonder overeenkomst

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om de verdeling van een gezamenlijke woning na de beëindiging van een informele samenleving tussen twee partijen, [eiser] en [gedaagde]. De partijen hebben samengeleefd zonder een samenlevingscontract en hun relatie is in april 2023 geëindigd. De woning, waar zij samen hebben gewoond, is hun gezamenlijke eigendom en er rust een hypothecaire lening op bij Nationale Nederlanden. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 januari 2024 is afgesproken dat de woning zou worden getaxeerd en dat beide partijen de kosten zouden delen. De taxatie heeft plaatsgevonden en de waarde van de woning is vastgesteld op € 257.000. [Eiser] heeft aangetoond dat hij de woning kan financieren, terwijl [gedaagde] dat niet kan. De rechtbank heeft vervolgens bepaald dat de woning aan [eiser] zal worden toegedeeld, onder de voorwaarde dat [gedaagde] wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheekschuld. De rechtbank heeft ook de verdeling van de inboedelgoederen vastgesteld en bepaald dat beide partijen hun eigen proceskosten dragen. Dit vonnis is op 17 april 2024 uitgesproken door mr. A. Wijsman-van Veen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/662377 / HA ZA 23-629
Vonnis van 17 april 2024
in de zaak van
[eiser],
wonende te Rotterdam,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. H. [eiser] te Rotterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te Ridderkerk,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. S. Kandemir te Dordrecht.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 3 juli 2023, met producties 1 en 4;
  • de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met productie 1;
  • de nagezonden producties 2 en 3 van [eiser];
  • de conclusie van antwoord in reconventie, met productie 5 en 6;
  • productie 7 van [eiser];
  • het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 31 januari 2024, waarin een aantal (procedurele) afspraken en een stappenplan is vastgelegd;
  • de e-mail van [eiser] aan de rechtbank van 5 maart 2024, inhoudende dat [eiser] als enige de woning kan financieren en de woning aan hem moet worden toebedeeld, met diverse bijlagen;
  • de e-mail van de rechtbank aan partijen van 5 maart 2024 dat [gedaagde] een termijn van twee weken wordt geboden vanaf 27 februari 2024 om te overleggen met haar hypotheekadviseur;
  • het rolbericht van [eiser] van 13 maart 2024 en het verzoek om vonnis te wijzen met daarbij de e-mail van mr. Kandemir namens [gedaagde] van 8 maart 2024 dat zij de woning niet kan financieren.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. Waar gaat de zaak over?
in conventie en reconventie
2.1.
[eiser] en [gedaagde] hebben samengeleefd, zonder samenlevingscontract. Hun samenleving is per april 2023 geëindigd.
2.2.
De woning waar [eiser] en [gedaagde] het laatst samen hebben gewoond was hun gezamenlijke koopwoning aan [adres] (hierna: de woning). Beide partijen zijn voor de helft eigenaar.
2.3.
Op de woning rust een hypothecaire geldlening bij Nationale Nederlanden onder leningnummer [nummer], waarvoor beiden hoofdelijk aansprakelijk zijn.
2.4.
Ten tijde van de mondelinge behandeling van 31 januari 2024 zijn partijen overeengekomen dat de woning zou worden getaxeerd door Ooms Makelaardij te Barendrecht, dat [eiser] en [gedaagde] ieder de helft van de kosten van de taxatie zouden dragen en dat ieder binnen een termijn van 2 weken na verschijnen van het taxatierapport bescheiden zou overleggen met betrekking tot de mogelijkheid van financiering van de woning door hem of haar waarbij de ander uit de hoofdelijke aansprakelijkheid wordt ontslagen en waarbij rekening wordt gehouden met een bedrag van € 128.175,29 dat door [gedaagde] nog aan [eiser] dient te worden voldaan.
2.5.
Mr. [eiser] heeft in zijn e-mailbericht aan de rechtbank van 5 maart 2024 geschreven dat de woning op 9 februari 2024 is getaxeerd door Ooms Makelaardij, dat de waarde is vastgesteld op € 257.000, dat [eiser] hiermee naar de hypotheektussenpersoon is gegaan die berekend heeft dat de hij de woning kan financieren en [gedaagde] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid terzake de hypotheekschuld kan laten ontheffen. Dit is onderbouwd met het taxatierapport en een e-mailbericht (met bijlagen) van 23 februari 2024 van [naam] van [bedrijf]
2.6.
Mr. Kademir heeft in zijn e-mailbericht van 8 maart 2024 laten weten: “Cliënte (rb: [gedaagde]) kan de financiering net niet voor elkaar krijgen”.
2.7.
Ten tijde van de mondelinge behandeling is afgesproken dat wanneer blijkt dat maar één van beide partijen de woning kan financieren met inachtneming van hetgeen is omschreven onder 2.4 hiervóór, de woning dan aan deze partij zal worden toegedeeld.
2.8.
Deze situatie doet zich voor, omdat [eiser] wel en [gedaagde] niet de woning kan financieren. De woning zal dan ook aan [eiser] worden toegedeeld. [eiser] dient binnen een termijn van 2 maanden na datum van dit vonnis de woning over te nemen onder de voorwaarde van ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van [gedaagde]. De rechtbank zal op die wijze beslissen.
2.9.
Ter zake de inboedelgoederen hebben partijen overeenstemming bereikt over een verdeling zoals opgenomen in de tabel onder randnummer 15 van de dagvaarding. De rechtbank zal dit opnemen onder de beslissing.
2.10.
Partijen hebben tevens afgesproken, ten tijde van de mondelinge behandeling, dat zij ieder de eigen proceskosten betalen en dat zij verder niets meer van elkaar te vorderen hebben en elkaar over en weer finale kwijting verlenen.

3.De beslissing

De rechtbank
in conventie en reconventie
3.1.
deelt de woning aan [adres] toe aan [eiser],
3.2.
veroordeelt [gedaagde] binnen twee maanden.na heden mee te werken aan notariële overdracht van de woning aan [adres] aan [eiser], onder de voorwaarde dat:
  • [gedaagde] uiterlijk ten tijde van die overdracht wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor wat betreft de hypotheekschuld bij Nationale Nederlanden onder leningnummer [nummer];
  • [eiser] uit de overwaarde (zijnde de getaxeerde waarde van € 257.000 minus de huidige restant hypotheekschuld) een bedrag ontvangt van € 128.175,29, waarna het restant (aan overwaarde of restschuld) bij helfte tussen partijen wordt gedeeld,
3.3.
bepaalt dat bij gebreke van medewerking van [gedaagde] dit vonnis in de plaats treedt voor haar benodigde medewerking,
3.4.
bepaalt dat beide partijen de helft van de kosten van taxatie van de woning door Ooms Makelaardij voldoen,
3.5.
bepaalt de verdeling van de inboedelgoederen conform het overzicht zoals opgenomen in de tabel onder randnummer 15 van de dagvaarding,
3.6.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
3.7.
verklaart dit vonnis, voor wat betreft de veroordelingen, uitvoerbaar bij voorraad,
3.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Wijsman-van Veen en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2024.
3246/2990