In deze beschikking heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 1 maart 2024 een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de minderjarigen [voornaam minderjarige 1] en [voornaam minderjarige 2]. De zaak betreft een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht, die zich zorgen maakt over de veiligheid van de kinderen in de huidige situatie. De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de kinderen verblijven momenteel op een geheim adres vanwege eerdere doodsbedreigingen van de vader richting de moeder. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de veiligheid van de kinderen niet gewaarborgd kan worden en heeft daarom de voorlopige ondertoezichtstelling in stand gelaten tot 21 mei 2024.
De kinderrechter heeft de situatie van de ouders en de kinderen zorgvuldig gewogen. De moeder heeft aangegeven dat zij terug wil naar haar eigen woning, maar de Raad en de GI zijn van mening dat de situatie nog niet veilig genoeg is. De kinderrechter heeft besloten dat de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van de kinderen, en heeft deze machtiging verleend voor de duur van de voorlopige ondertoezichtstelling. De kinderrechter verwacht dat er voor 20 maart 2024 een plan van aanpak ligt, zodat de moeder met de kinderen terug kan naar huis. De machtiging tot uithuisplaatsing voor [voornaam minderjarige 2] is toegewezen tot 21 mei 2024, terwijl het overige verzochte is afgewezen.