ECLI:NL:RBROT:2024:3554

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 april 2024
Publicatiedatum
19 april 2024
Zaaknummer
FT EA 24/48 en FT EA 24/49
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot instemming met schuldregeling en afwijzing verzoek tot schuldsaneringsregeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 april 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling door verzoekster, die te maken heeft met een aanzienlijke schuldenlast van € 49.714,44, verdeeld over zevenentwintig schuldeisers. Verzoekster heeft een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, waarbij zij 3,34% aan de preferente schuldeisers en 1,69% aan de concurrente schuldeisers heeft aangeboden. Vijfentwintig van de zevenentwintig schuldeisers hebben ingestemd met deze regeling, maar Niya Vastgoedbeheer B.V. en Nextfactor N.V. hebben geweigerd in te stemmen. De rechtbank heeft de situatie van verzoekster, waaronder haar psychische gezondheid en haar onvermogen om betaald werk te verrichten, in overweging genomen. De rechtbank oordeelt dat de aangeboden regeling het uiterste is waartoe verzoekster in staat moet worden geacht en dat de belangen van verzoekster en de schuldeisers die instemden met de regeling zwaarder wegen dan die van Niya en Nextfactor. De rechtbank heeft daarom bevolen dat Niya en Nextfactor in moeten stemmen met de schuldregeling en heeft het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen. De kosten van de procedure zijn begroot op nihil, aangezien verzoekster niet door een advocaat is bijgestaan. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
rekestnummer: [nummer 1] – [nummer 2]
uitspraakdatum: 17 april 2024
in de zaak van:
[verzoekster],
wonende te [adres]
[postcode] [woonplaats] ,
verzoekster.

1.De procedure

Verzoekster heeft op 12 januari 2024, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a, eerste lid, Faillissementswet ingediend om een tweetal schuldeisers, te weten:
  • Niya Vastgoedbeheer B.V. (hierna: Niya)
  • Nextfacor N.V. (hierna: Nextfactor);
die weigeren mee te werken aan een door verzoekster aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.
Nextfactor heeft voorafgaand aan de zitting een verweerschrift toegezonden.
Ter zitting van 10 april 2024 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoekster;
  • mevrouw [persoon A] en mevrouw [persoon B] , beiden werkzaam bij Stroomopwaarts (hierna ook: schuldhulpverlening);
  • de heer [persoon C] , werkzaam bij Niya.
Nextfactor is hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.Het verzoek

Verzoekster heeft volgens het ingediende verzoekschrift zevenentwintig schuldeisers, waarvan drie preferente en vierentwintig concurrente schuldeisers. Deze schuldeisers hebben in totaal een bedrag van € 49.714,44 van verzoekster te vorderen. Verzoekster heeft bij brief van 30 augustus 2023 (en bij heroverwegingsbrief van 21 november 2023) een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, inhoudende een betaling van 3,34% aan de preferente schuldeisers en 1,69 % aan de concurrente schuldeisers tegen finale kwijting.
Het aangeboden akkoord heeft de volgende inhoud en achtergrond. De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm. De afloscapaciteit van verzoekster is gebaseerd op ongewijzigde voortzetting van haar Participatiewet-uitkering/WIA-uitkering. Uit het verzoekschrift met bijgevoegde medische rapportages en het verhandelde ter zitting is gebleken dat de gezondheidssituatie van verzoekster dusdanig is dat zij niet in staat zal zijn betaald werk te verrichten. De arbeidsverplichting zal zich ten hoogste richten op het op enig moment kunnen verrichten van vrijwilligerswerk. Volgens de aangeboden schuldregeling wordt het aangeboden percentage – door middel van een door schuldhulpverlening ter beschikking gesteld saneringskrediet – in één keer aan de schuldeisers uitgekeerd. Verzoekster heeft zich op het standpunt gesteld dat zij al het mogelijke heeft gedaan om het aangeboden percentage aan haar schuldeisers aan te bieden. Verzoekster heeft sinds de aanmelding bij schuldhulpverlening geen nieuwe schulden of achterstanden meer laten ontstaan en haar vaste lasten worden inmiddels door haar budgetbeheerder voldaan.
Vijfentwintig schuldeisers stemmen met de aangeboden schuldregeling in. Niya stemt hier niet mee in. Zij heeft een vordering van € 2.149,05 op verzoekster, welke 4,32% van de totale schuldenlast beloopt. En ook Nextfactor stemt hier niet mee in. Zij heeft een vordering van € 12.484,67 op verzoekster, welke 25,11% van de totale schuldenlast beloopt.

3.Het verweer

Niya
Niya geeft aan dat zij in de achterliggende periode niet op de hoogte was van de psychische klachten van verzoekster. Niya geeft aan dat de eigenaar van het pand niet begrijpt waarom de huur, die slechts € 400,00 bedraagt en waarbij ook nog huurtoeslag wordt ontvangen, in het verleden niet steeds tijdig is betaald. Inmiddels wordt de huur wel tijdig betaald. Het aanbod wat nu wordt gedaan staat in de visie van Niya eigenlijk nagenoeg gelijk aan € 0,00. Iedereen heeft zijn inkomsten nodig.
Nextfactor
Uit het verweerschrift van Nextfactor volgt onder meer dat zij het aangeboden bedrag te laag vindt. Het aanbod staat niet in verhouding met de totale schuldvordering. Ook stelt Nextfactor dat verzoekster bij het aangaan van het krediet willens en wetens een langdurige aflosverplichting is aangegaan, maar dat zij na enkele aflossingen is gestopt met betalen. Nextfactor meent daarom dat de schuld van verzoekster niet te goeder trouw is ontstaan. Daarom kan van toelating van verzoekster tot de schuldsaneringsregeling in de visie van Nextfactor geen sprake zijn. Daarnaast heeft Nextfactor zich in haar verweerschrift op het standpunt gesteld dat de aangeboden regeling niet goed is gedocumenteerd en dat deze onvoldoende financieel transparant is. Ook heeft verzoekster in de visie van Nextfactor niet het maximaal haalbare aangeboden. De aangeboden regeling is immers gebaseerd op een Participatiewet-uitkering/WIA-uitkering, terwijl de inkomenspositie van verzoekster de komende tijd nog zou kunnen verbeteren doordat zij wel in staat moet worden geacht arbeid te verrichten. Verder meent Nextfactor dat het onterecht is dat het voorstel uitgaat van een duur van 18 maanden. Immers bestond al vanaf 19 januari 2023 een schuldregelingsovereenkomst en bestaat geen overgangsrecht voor de wettelijke schuldsanering. Het feit dat het voorstel gedateerd is op 30 augustus 2023 doet hieraan niet af.
Hoewel behoorlijk opgeroepen heeft Nextfactor geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid haar standpunten ter zitting toe te lichten.

4.De beoordeling

Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van zijn vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering, staat het belang van Niya en van Nextfactor bij hun weigering vast.
De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of Niya en Nextfactor in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling hebben kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij hebben bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van verzoekster of de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
De rechtbank stelt allereerst vast dat de vordering van Niya en de vordering van Nextfactor respectievelijk 4,32% en 20,79% in de totale schuldenlast vormen.
Een ruime meerderheid van de schuldeisers, namelijk vijfentwintig van de zevenentwintig schuldeisers, is met de aangeboden regeling akkoord gegaan.
De rechtbank stelt ook vast dat het voorstel is getoetst door een deskundige en onafhankelijke partij, te weten Stroomopwaarts. Voorts is het voorstel naar het oordeel van de rechtbank goed en controleerbaar gedocumenteerd.
De rechtbank is van oordeel dat het voorstel het uiterste is waartoe verzoekster in staat moet worden geacht. Uit het verzoekschrift met bijgevoegde medische rapportages en het verhandelde ter zitting is voldoende aannemelijk geworden dat verzoekster gelet op haar psychische problemen in de komende jaren geen inkomen zal kunnen verwerven uit arbeid. Omdat het voorstel na 1 juli 2023 is gedaan, te weten op 30 augustus 2023, geldt een looptijd van 18 maanden en niet een looptijd van 36 maanden zoals dit aan de orde was vóór 1 juli 2023. Het feit dat verzoekster per 19 januari 2023 een schuldregelingsovereenkomst is aangegaan maakt dit niet anders.
Naar verwachting zal de uitwerking van het voorstel een gunstiger resultaat hebben voor de schuldeisers dan in de situatie dat de schuldsaneringsregeling op verzoekster van toepassing zou zijn, zoals subsidiair verzocht. Immers, de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling zal aanzienlijke kosten met zich brengen, bestaande uit salaris voor de bewindvoerder en griffierecht, die in mindering komen op hetgeen verzoekster zou kunnen afdragen in de schuldsaneringsregeling. Dat betekent dat toepassing van de schuldsaneringsregeling de schuldeisers minder zou opleveren dan bij het akkoord wordt aangeboden. Daar komt nog bij dat een eventuele bate voor de schuldeisers pas aan het einde van de schuldsaneringsregeling wordt uitgekeerd, terwijl de aangeboden regeling erin voorziet dat het aangeboden bedrag ineens en op korte termijn betaalbaar wordt gesteld.
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat de belangen van verzoekster die vanuit een stabiele situatie haar schuldenproblematiek wil oplossen en van de overige schuldeisers die hebben ingestemd met het aanbod, zwaarder wegen dan die van Niya en van Nextfactor, die geweigerd hebben in te stemmen.
Het verzoek om Niya en Nextfactor te bevelen in te stemmen met de schuldregeling wordt daarom toegewezen.
Niya en Nextfactor zullen als de in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu voor het onderhavige verzoekschrift geen griffierecht verschuldigd is en verzoekster niet is bijgestaan door een advocaat, worden de kosten begroot op nihil.
De rechtbank stelt vast dat er thans een gedwongen schuldregeling is afgekondigd, die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers. Hieruit volgt dat verzoekster zal kunnen voortgaan met het betalen van haar schulden en dat zij niet verkeert in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen zodat het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank:
- beveelt Niya en Nextfactor om in te stemmen met de door verzoekster aangeboden schuldregeling;
- veroordeelt Niya en Nextfactor in de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoekster begroot op nihil;
- bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming;
- wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. van Vuren, rechter, en in aanwezigheid van S.R.L.T. Peek, griffier, in het openbaar uitgesproken op 17 april 2024. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.