Rechtbank Rotterdam
BESCHIKKING VERZOEK EX ART. 182 SV
Parketnummers : 83/072241-22 en 83/109372-22
De rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in de rechtbank te Rotterdam heeft een verzoek tot het verrichten van onderzoekshandelingen ex art. 182 Sv ontvangen, in de strafzaken tegen de verdachten.
[verdachte 1] ,
geboren op [geboortedatum 1] 1985 te [geboorteplaats 1] ,
[verdachte 2]
geboren op [geboortedatum 2] 1986 te [geboorteplaats 2] ( [geboorteland] ).
De onderzoekswensen van de verdediging en de reactie daarop van de officier van justitie
De raadsman van de verdachte [verdachte 1] , mr. J. Zevenboom, heeft op 17 april 2023 zijn onderzoekswensen kenbaar gemaakt. Deze onderzoekswensen zien toe op het horen van de volgende personen als getuigen:
-
Getuige 1:
[verdachte 2], geboren op [geboortedatum 3] 1986, woonachtig aan de [adres 1] , [postcode 1] [woonplaats 1] .
-
Getuige 2:
[getuige 2], geboren op [geboortedatum 4] 1986, woonachtig aan de [adres 2] , [postcode 2] [woonplaats 1] .
Toelichting getuigen 1 en 2:
Cliënte kan zich niet verenigen met de stelling dat zij een totaalbedrag van € 971.657,00 tezamen en in vereniging met haar partner heeft witgewassen. Zij kan zich niet verenigen met de berekeningen zoals die gemaakt zijn in het dossier, meer specifiek kan zij zich onder andere niet verenigen met stellingen dat uitgaven lijken te zijn gedaan met onverklaarbaar vermogen, dat contante onttrekkingen uit het bedrijf niet bij de inkomsten zijn betrokken, dat schenkingen en leningen niet bij de inkomsten in de uitgebreide kasopstelling zijn betrokken en dat er in die uitgebreide kasopstelling bovendien uitgaven zijn betrokken die niet gedaan zijn.
Cliënte heeft eerder te kennen gegeven dat contant geld dat in de woning is aangetroffen afkomstig is uit onderneming en kasgelden betreffen. Ook andere uitgaven zijn (deels) verklaarbaar, doordat zij gedaan zijn (weliswaar privé) met gelden afkomstig uit de onderneming.
Getuige 1 is tevens partner van cliënte en voorts als verdachte aangemerkt. Tijdens de verhoren bij de politie heeft hij zich voornamelijk op zijn zwijgrecht beroepen. Cliënte heeft aangegeven dat haar partner helpt in de winkel. Zodoende kan hij verklaren over het kas verloop in de afgelopen jaren, het meenemen van kasgelden naar huis en het aanwenden van deze kasgelden voor privé doeleinden. Hij kan verklaren over leningen en schenkingen van familieleden, verklaren over privé uitgaven en de bron van die uitgaven, verklaren over contante stortingen en de bron van die contante stortingen. Getuige 2 betreft de broer van cliënte en is als verdachte aangemerkt in verband met een vermoede Hawalla-transactie voor het doen van een deelbetaling van de woning in Dubai. Cliënte stelt dat dit geld een legale herkomst heeft en zij stelt voorts dat de getuige hieromtrent kan verklaren.
Het horen van de getuige kan van belang zijn voor het nemen van enig rechtens relevante beslissing nu het horen van deze getuigen kan bijdragen aan de hiervoor beschreven door cliënte ingenomen standpunten.
-
Getuige 3:
[getuige 3], geboren op [geboortedatum 5] 1988, woonachtig aan de [adres 2] , [postcode 2] [woonplaats 1] .
-
Getuige 4:
[getuige 4], geboren op [geboortedatum 6] 1993, adres onbekend.
Toelichting getuigen 3 en 4:
Deze getuigen zijn aangetroffen in de woning aan de [adres 2] te [woonplaats 1] op het moment dat de politie onderzoek deed. De politie vermoedt en cliënte stelt dat zij de woning verhuurd heeft aan deze personen. De beide getuigen hebben hier niet over willen verklaren. Uiteraard is er huur betaald, aldus cliënte. In de uitgebreide kasopstelling zijn huurinkomsten niet meegenomen, nu deze niet als zodanig onderkend zijn. Feit is echter dat cliënte huurinkomsten heeft gehad, omdat zij haar woning ter beschikking heeft gesteld aan deze huurders.
Het horen van de getuigen is in het belang van de verdediging nu de kasopstelling, die (deels) betwist wordt, mede bepalend is voor de inhoud van de tenlastelegging.
-
Getuige 5:
[getuige 5], geboren op [geboortedatum 7] 1967, woonachtig aan de [adres 3] , [postcode 3] [woonplaats 1] .
-
Getuige 6:
[getuige 6], geboren [geboortedatum 8] 1961, woonachtig aan de [adres 4] , [postcode 4] [woonplaats 1] .
-
Getuige 7:
[getuige 7] ,[geboortedatum 9] 1972, woonachtig aan de [adres 5] , [postcode 5] [woonplaats 2] .
-
Getuige 8:
[getuige 8], nadere gegevens aan te leveren.
Toelichting getuigen 5 tot en met 8:
Naar aanleiding van onderzoek naar de bankrekeningen van cliënte en haar partner én aangetroffen administratie zijn een aantal leningen, dan wel schenkingen voorwerp geweest van onderzoek. Het onderzoeksteam heeft naar aanleiding van verder onderzoek gesteld dat de overeenkomsten vermoedelijk vals zijn, althans dat die niet regulier zijn en deze daarom niet bij de uitgebreide kasopstelling meegenomen moesten worden als inkomsten. Cliënte kan zich in die stellingen niet verenigen. In het derde verhoor heeft zij te dien aanzien een aantal vragen beantwoord.
Het onderzoek houdt de lening van getuige 5 buiten de kasopstelling, omdat er voorafgaande aan de overboekingen contante stortingen op de rekening van de getuige zichtbaar zijn. De getuige is bevraagd door het onderzoekteam en heeft aangegeven dat hij een krediet heeft genomen en gouden sieraden heeft verpand. De verdediging heeft hier nadere vragen over gelet op de standpunten van het onderzoeksteam. Daarnaast heeft de getuige aangegeven zaken nader te gaan uitzoeken via een begeleidster. De getuige is niet nader gehoord.
De raadsman van de verdachte [verdachte 2] , mr. P.P. van Rhijn, heeft op 24 april 2023 te kennen gegeven zich aan te sluiten bij de onderzoekswensen van mr. Zevenboom.
De officier van justitie, mr. I. Hoek, heeft bij e-mailbericht van 8 mei 2023 zijn zienswijze bekend gemaakt: