ECLI:NL:RBROT:2024:3497
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens tekortkomingen in de inspanningsverplichting
Op 3 april 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenares. De rechtbank had eerder op 20 februari 2023 de schuldsaneringsregeling uitgesproken. Tijdens de procedure zijn er verschillende verhoren geweest, waarbij de schuldenares niet altijd aanwezig was. De bewindvoerder heeft op 21 december 2023 verzocht om de schuldsaneringsregeling voor tussentijdse beëindiging voor te dragen, wat door de rechter-commissaris is goedgekeurd. De schuldenares heeft aangegeven niet in staat te zijn om aan haar verplichtingen te voldoen en heeft verzocht om uit de regeling te stappen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de schuldenares tekort is geschoten in haar inspanningsverplichting en dat er nieuwe schulden zijn ontstaan. De rechtbank heeft op basis van artikel 350, derde lid, onder g van de Faillissementswet besloten de schuldsaneringsregeling te beëindigen. Tevens is het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op maximaal € 2.308,72, inclusief onkosten en omzetbelasting. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende baten zijn om vorderingen te voldoen, waardoor er geen sprake is van een faillissement van rechtswege.
De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.