ECLI:NL:RBROT:2024:349
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van de wettelijke schuldsaneringsregeling met toepassing van de hardheidsclausule
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 19 januari 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Verzoeker, die in financiële problemen verkeert, heeft een verzoekschrift ingediend waarin hij vraagt om toelating tot de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat verzoeker in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, en dat er geen voldoende grond is voor afwijzing van het verzoek. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar de goede trouw van verzoeker in de drie jaar voorafgaand aan de indiening van het verzoekschrift. Hoewel verzoeker verkeersboetes had die niet te goeder trouw waren ontstaan, heeft de rechtbank geoordeeld dat de omstandigheden inmiddels zodanig zijn gestabiliseerd dat verzoeker kan worden toegelaten tot de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft de termijn van de regeling vastgesteld op 18 maanden, te rekenen vanaf 19 januari 2024, en benoemt mr. M. Aukema tot rechter-commissaris. Tevens is er een voorschot op de vergoeding van de bewindvoerder toegekend, voor zover de boedel dit toelaat. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak.