ECLI:NL:RBROT:2024:3477

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
4 april 2024
Publicatiedatum
18 april 2024
Zaaknummer
10/339192-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor verboden wapenbezit in verborgen ruimte in auto

Op 4 april 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1997, die ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd was. De verdachte werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie, welke in een verborgen ruimte in zijn auto waren aangetroffen. De officier van justitie, mr. E. van Veen, eiste een gevangenisstraf van 9 maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank oordeelde dat de verdachte het ten laste gelegde feit had bekend en er geen verweer was gevoerd dat tot vrijspraak zou leiden. De rechtbank verklaarde het feit bewezen, waarbij het wapen en de munitie als in beslag genomen voorwerpen onttrokken aan het verkeer werden verklaard. De rechtbank overwoog dat het ongecontroleerde bezit van vuurwapens een ernstig probleem vormt, vooral in stedelijke gebieden, en dat er hard tegen opgetreden moet worden. De verdachte had een strafblad en was eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten. Gezien de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, werd de gevangenisstraf van 9 maanden opgelegd, met de bepaling dat de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht. De rechtbank besloot ook dat de in beslag genomen voorwerpen onttrokken worden aan het verkeer, conform de Wet wapens en munitie.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/339192-23
Datum uitspraak: 4 april 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1997,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] , [postcode] te [woonplaats] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd
in de P.I. [naam PI] ,
raadsman mr. J.P.R. Broers, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 4 april 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. E. van Veen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, met aftrek van voorarrest.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend en er is geen verweer gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Dit feit zal daarom zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 20 december 2023 te Vlaardingen
een wapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2, lid 1 van Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen zijnde een pistool van het merk/type: Glock / 19 Gen 5, kaliber: 9 millimeter envoor dit vuurwapen geschikte munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 van Categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 13 kogelpatronen van het merk/type: Cbc, kaliber: 9 millimeter voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III,
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie in een verborgen ruimte in zijn auto. Dat is een ernstig feit. Het ongecontroleerde bezit van vuurwapens, met name in de grote steden, begint een steeds groter probleem te worden. Niet zelden leidt het bezit van een vuurwapen tot het daadwerkelijk gebruik daarvan. Het aantal schietincidenten met dodelijke afloop neemt hierbij ook toe. Redenen waarom tegen het bezit van vuurwapens en munitie hard behoort te worden opgetreden.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van de verdachte van 28 februari 2024, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op de justitiële documentatie van de verdachte en op de straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Beoordeling
Het pistool en de munitie zoals in beslag genomen zullen worden onttrokken aan het verkeer. Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet en het bewezen feit is met betrekking tot deze voorwerpen begaan.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt;
verklaart onttrokken aan het verkeer:
  • 1 stk pistool, Glock 19, zwart, [serienummer] ;
  • 13 stuk munitie, Cbc kogelpatroon.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. Hello, voorzitter,
en mr. I. Bouter en mr. dr. S. Wahedi, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Biert, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 20 december 2023 te Vlaardingen
een wapen in de zin van artikel 1 onder 3 gelet op artikel 2, lid 1 van Categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen zijnde een pistool van het merk/type: Glock / 19 Gen 5, kaliber: 9 millimeter en/of (voor dit vuurwapen geschikte) munitie in de zin van artikel 1 onder 4, gelet op artikel 2 lid 2 van Categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 13 kogelpatronen van het merk/type: Cbc, kaliber: 9 millimeter voorhanden heeft gehad.