Op 3 april 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van een schuldenares. De schuldsaneringsregeling was eerder uitgesproken op 15 oktober 2021. De bewindvoerder heeft in september 2022 en augustus 2023 verzocht om de regeling tussentijds te beëindigen, omdat er nieuwe vorderingen aan het licht waren gekomen die niet eerder waren gemeld. Tijdens de zittingen werd duidelijk dat de schuldenares en haar echtgenoot betrokken waren bij frauduleuze vorderingen, waaronder een schuld aan Quander Consumer Finance en Hoist Finance. De rechtbank oordeelde dat de schuldenares niet aan haar verplichtingen had voldaan en dat de vorderingen niet te goeder trouw waren ontstaan. De rechtbank heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd op grond van artikel 350, derde lid, onder c, d en f, van de Faillissementswet. Tevens is er een faillissement van rechtswege vastgesteld, en zijn er maatregelen getroffen voor de benoeming van een curator en rechter-commissaris. De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en goede trouw in de schuldsaneringsprocedure.