Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder parketnummer 10/065379-22 en het onder parketnummer 10/199378-21 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen vervangende jeugddetentie, met aftrek van voorarrest;
- opheffing van het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
4.Waardering van het bewijs
- slaan in het gezicht van die [slachtoffer 1] waardoor deze ten val kwam en
- terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag schoppen tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] en
- bij de keel grijpen van die [slachtoffer 2] en
- terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag trappen tegen
derug en beenen van die [slachtoffer 2] en
- die [slachtoffer 3] tegen het hoofd te slaan en
- meermaals die [slachtoffer 3] tegen het lichaam te slaan en
- meermaals die [slachtoffer 3] tegen het lichaam te schoppen
terwijl dit door hem gepleegde geweld enig lichamelijk letsel, te weten een zwelling rond de oogkas, voor die [slachtoffer 3] ten gevolge heeft gehad.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
deskundige[naam], werkzaam als jeugdreclasserings-werker bij JBRR, het advies van JBRR toegelicht en verklaard dat het sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis op 17 maart 2022 goed gaat met de verdachte en zich geen nieuwe incidenten hebben voorgedaan. De verdachte focust zich op zijn werk en vriendin en dat is terug te zien in zijn gedrag. Vanuit school, de politie en de thuissituatie zijn geen bijzonderheden bekend. De schorsingsvoorwaarden gelden inmiddels twee jaar en nu dit goed gaat en de verdachte en zijn ouders geen hulpvraag hebben, lijkt het advies, om aan de verdachte een voorwaardelijke werkstraf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen, passend.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Bijlagen
10.Beslissing
werkstrafvoor de duur van
50 (vijftig) uren, waarbij de Raad voor de Kinderbescherming dient te bepalen uit welke werkzaamheden de werkstraf dient te bestaan;
42 (tweeënveertig) urente verrichten werkstraf resteren;
- slaan en/of stompen in het gezicht van die [slachtoffer 1] (waardoor deze ten val kwam) en/of
- (terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag) schoppen en/of trappen op/tegen het hoofd van die [slachtoffer 1] en/of
- bij de keel pakken/grijpen van die [slachtoffer 2] en/of
- (terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag) schoppen en/of trappen op/tegen het hoofd en/of rug en/of be(e)n(en) van die [slachtoffer 2] en/of
- met een mes op die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] aflopen.
- eenmaal die [slachtoffer 3] in/tegen het gezicht, althans het hoofd, te slaan en/of te stompen en/of
- meermaals, althans eenmaal, die [slachtoffer 3] op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of
- meermaals, althans eenmaal, die [slachtoffer 3] op/tegen het lichaam te trappen en/of te schoppen
terwijl dit door hem gepleegde geweld enig lichamelijk letsel, te weten een zwelling rond de oogkas(sen), voor die [slachtoffer 3] ten gevolge heeft gehad.