Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- de dagvaarding van 10 november 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 19 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de publiekrechtelijke rechtspersoon Stad Antwerpen, eiseres, en een gedaagde die zelf procedeert. De zaak betreft een vordering van Antwerpen tot betaling van een administratieve boete van € 250,00, die aan de gedaagde zou zijn opgelegd. De gedaagde heeft als verweer aangevoerd dat de boete reeds is betaald, maar Antwerpen heeft hierop niet meer gereageerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat zij bevoegd is op grond van artikel 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, aangezien de gedaagde in Rotterdam woont. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het Belgische recht van toepassing is, zoals bepaald door de Rome II Verordening, omdat de schade zich in België voordoet.
Na beoordeling van de argumenten heeft de rechtbank de vordering van Antwerpen afgewezen. De gedaagde heeft aangetoond dat de boete in tien termijnen is betaald, en aangezien Antwerpen hier niet op heeft gereageerd, heeft de rechtbank dit als feit aangenomen. De rechtbank heeft Antwerpen in de proceskosten veroordeeld, maar deze zijn vastgesteld op nul, omdat de gedaagde in persoon procedeerde en er geen zitting heeft plaatsgevonden.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de vordering wordt afgewezen en dat Antwerpen de proceskosten moet dragen, die aan de kant van de gedaagde op nul zijn vastgesteld.