Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De verdere procedure
- de beschikking van 15 november 2021;
- het verslag van Horizon van 14 maart 2023;
- het bericht met bijlagen van de vrouw van 21 maart 2023;
- het bericht van de raad voor de kinderbescherming (hierna: de raad) van 21 april 2023;
- het bericht van de man van 21 november 2023;
- het bericht met bijlage van de vrouw van 10 januari 2024;
- het bericht van de vrouw met bijlagen van 14 februari 2024.
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de man;
- de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), vertegenwoordigd door [naam 3] .
2.De verdere beoordeling
- één weekend per veertien dagen van vrijdagmiddag uit school/BSO tot zondag 18:00 uur. De man zal de minderjarige op vrijdag ophalen en op zondag terugbrengen bij de vrouw. Als de minderjarige op zondag sportactiviteiten heeft, dan zal de man hem begeleiden naar die sportactiviteiten;
- de helft van de vakanties en feestdagen.
‘
Gezien de nu vast te stellen voorlopige omgangsregeling gaat de rechtbank er vanuit dat de man gemiddeld minder dan twee dagen per week de zorg heeft voor de minderjarige. Hierbij hoort een zorgkorting van 15%. Zoals tijdens de mondelinge behandeling besproken, zal bij een definitieve vaststelling van de omgangs- dan wel zorgregeling, de zorgkorting zo nodig worden aangepast aan de frequentie van die regeling.’
Wanneer de rechter aan wie wijziging [of vaststelling
] van een kinderbijdrage is gevraagd daartoe een bedrag bepaalt met de toevoeging dat dit ‘voorlopig’ geschiedt en voorts de zaak aanhoudt tot een in zijn beschikking vermelde volgende terechtzitting, moet die beschikking, tenzij er aanwijzingen zijn voor een afwijkende uitleg, in die zin als voorlopig worden opgevat dat de rechter na heropening van het onderzoek vrij is om op grond van hem dan blijkende omstandigheden voor die onderhoudskosten zowel voor de toekomst als voor de periode vóór die heropening een ander bedrag vast te stellen.’