Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 29 januari 2024;
- het bericht van de vrouw van 5 maart 2024, met als bijlage de referteverklaring van de man.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak verzoekt de vrouw de rechtbank om haar te belasten met het eenhoofdig gezag over de minderjarige, na een foutieve registratie door de gemeente. De vrouw en de man zijn de ouders van de minderjarige, die in 2014 is geboren. Bij de erkenning van de minderjarige door de man op 10 februari 2023, hebben zij aangegeven dat de vrouw het gezag alleen zou uitoefenen. Echter, door een fout van de gemeente is het gezag geregistreerd als gezamenlijk. De vrouw heeft een verzoek ingediend bij de rechtbank om deze fout te herstellen, maar de wet biedt geen mogelijkheid tot herstel van de fout door de gemeente. De rechtbank overweegt dat op basis van artikel 1:253n BW, het gezamenlijk gezag kan worden beëindigd als er onjuiste of onvolledige gegevens zijn gebruikt bij de beslissing tot gezamenlijk gezag. De rechtbank stelt vast dat de vrouw en de man de intentie hadden dat de vrouw het gezag alleen zou uitoefenen en dat dit ook in het belang van de minderjarige is. De rechtbank wijst het verzoek van de vrouw toe en wijzigt het ouderlijk gezag, zodat de vrouw voortaan alleen belast wordt met het eenhoofdig gezag. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.