ECLI:NL:RBROT:2024:3301

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 april 2024
Publicatiedatum
15 april 2024
Zaaknummer
10707467 CV EXPL 23-25491
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afsluiting van elektriciteits- en gasaansluitingen en ontruiming van een woning door energieleverancier

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 april 2024, is Stedin Netbeheer B.V. als eiseres opgetreden tegen een gedaagde die zelf procedeert. De zaak betreft de afsluiting van elektriciteits- en gasaansluitingen in de woning van de gedaagde, die geen overeenkomst heeft met een energieleverancier. Stedin eist dat de aansluitingen worden afgesloten en dat de gedaagde de afsluitkosten en schadevergoeding betaalt. De gedaagde voert aan dat communicatieproblemen met zijn vorige energieleverancier de oorzaak zijn van zijn huidige situatie en dat afsluiting desastreuze gevolgen voor hem heeft.

De kantonrechter oordeelt dat Stedin gerechtigd is om de aansluitingen af te sluiten, omdat de gedaagde geen energieleverancier heeft en Stedin geen energie mag leveren. De rechter wijst de eis van Stedin toe, waarbij de gedaagde moet gedogen dat Stedin de werkzaamheden verricht en de woning tijdelijk ontruimd mag worden voor de duur van de werkzaamheden. De gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van € 197,10 aan afsluitkosten en € 75,00 aan schadevergoeding, evenals de proceskosten van € 439,73. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat het onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ook als de gedaagde in hoger beroep gaat.

De beslissing van de kantonrechter is gebaseerd op de artikelen 17 van de Elektriciteitswet 1998 en de artikelen 3 lid 1 en 10b van de Gaswet, evenals artikel 233 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de gedaagde om een energieleverancier te hebben en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichting.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10707467 CV EXPL 23-25491
datum uitspraak: 12 april 2024
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stedin Netbeheer B.V.,
statutaire vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Stedin’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 7 september 2023, met bijlagen;
  • de e-mail van 25 september 2023 van [gedaagde] , met bijlagen;
  • het mondelinge antwoord van [gedaagde] op de rolzitting van 26 september 2023;
  • de e-mail van 12 februari 2024 van [gedaagde] .
1.2.
Op 13 februari 2024 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij was de heer mr. J.R. Ali aanwezig namens de gemachtigde van Stedin. Verder was [gedaagde] aanwezig.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
In de woning van [gedaagde] bevinden zich een elektriciteits- en gasaansluiting. [gedaagde] neemt via die aansluitingen elektriciteit en gas af, terwijl hij daarvoor geen overeenkomst (meer) heeft met een energieleverancier. Volgens Stedin is zij daarom verplicht om de aansluitingen af te sluiten. In deze zaak eist Stedin dan ook – samengevat weergegeven – dat wordt bepaald dat zij de aansluitingen af mag sluiten, dat [gedaagde] dat moet gedogen en dat [gedaagde] wordt veroordeeld om € 197,10 aan afsluitkosten en € 75,00 aan schadevergoeding aan haar te betalen. [gedaagde] voert aan dat een communicatieprobleem ervoor heeft gezorgd dat het is misgelopen met zijn vorige energieleverancier, dat hij de gemachtigde van Stedin steeds op de hoogte heeft gehouden van de ontwikkelingen en dat afsluiting van de aansluitingen desastreuse gevolgen heeft voor de gezondheid en zakelijke activiteiten van [gedaagde] . De kantonrechter wijst de eis van Stedin toe. Hierna wordt uitgelegd waarom de eis wordt toegewezen.
Stedin mag de aansluitingen afsluiten en [gedaagde] moet dat gedogen
2.2.
Stedin mag de elektriciteits- en gasaansluitingen van [gedaagde] afsluiten. Stedin is daar ook toe verplicht, omdat [gedaagde] geen energieleverancier heeft en Stedin zelf geen energie aan [gedaagde] mag leveren. Dat staat in de wet. [1] Aan afsluiting van de aansluitingen staat niet in de weg dat [gedaagde] (communicatie)problemen heeft met zijn vorige energieleverancier. Uit de bijlagen die [gedaagde] bij zijn verweer heeft gevoegd, blijkt namelijk dat die (communicatie)problemen al sinds februari 2022 bestaan. Ten tijde van de mondelinge behandeling waren sindsdien ruim twee jaren verstreken, zonder dat [gedaagde] de (communicatie)problemen met zijn vorige energieleverancier had opgelost of voor zijn elektriciteits- en gasaansluitingen een nieuwe overeenkomst had gesloten met een energieleverancier. [gedaagde] heeft van Stedin ruim voldoende tijd en gelegenheid gehad om de situatie op te lossen. Ondertussen neemt [gedaagde] nog steeds (gratis) elektriciteit en gas af via de aansluitingen en die onrechtmatige situatie moet worden beëindigd. Dat [gedaagde] daar mogelijk persoonlijke en/of zakelijke gevolgen door ondervindt, komt inmiddels voor zijn rekening en risico. Die gevolgen had [gedaagde] immers simpelweg kunnen voorkomen door (bijvoorbeeld) een nieuwe overeenkomst met een nieuwe energieleverancier af te sluiten, zoals [gedaagde] in zijn e-mail van 12 februari 2024 en tijdens de mondelinge behandeling heeft voorgesteld.
2.3.
Het oordeel dat Stedin de elektriciteits- en gasaansluitingen van [gedaagde] mag afsluiten, brengt mee dat [gedaagde] de werkzaamheden moet gedogen die Stedin daarvoor moet verrichten. Daarnaast mag Stedin de woning van [gedaagde] ontruimen om de elektriciteits- en gasaansluitingen van [gedaagde] af te sluiten. Daarbij geldt wel dat [gedaagde] zijn woning alleen hoeft te ontruimen voor de duur van de afsluitwerkzaamheden en voor zover dat voor het verrichten van de afsluitwerkzaamheden noodzakelijk is.
[gedaagde] moet afsluitkosten en een schadevergoeding aan Stedin betalen
2.4.
[gedaagde] moet de kosten voor het afsluiten van de aansluitingen aan Stedin betalen, omdat het afsluiten van de aansluitingen het gevolg is van onrechtmatig handelen door [gedaagde] (het niet hebben van een energieleverancier en desondanks energie afnemen via de aansluitingen). [gedaagde] heeft niet weersproken dat de afsluitkosten € 197,10 bedragen. Dat bedrag wordt daarom toegewezen.
2.5.
Verder moet [gedaagde] ook een schadevergoeding aan Stedin betalen als vergoeding voor de door Stedin geleden en nog te lijden schade als gevolg van het onrechtmatig handelen van [gedaagde] . De schade omvat de buitengerechtelijke kosten en gederfde inkomsten in de vorm van netverlies en het niet kunnen incasseren van de aansluit- en transportvergoeding. [gedaagde] heeft de omvang van de door Stedin geëiste schadevergoeding van € 75,00 niet weersproken, zodat dat bedrag wordt toegewezen. De daarover geëiste rente wordt afgewezen, omdat Stedin niet heeft gesteld dat en waarom [gedaagde] rente zou moeten betalen.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.6.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen, omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van Stedin op € 106,73 aan dagvaardingskosten, € 128,00 aan griffierecht, € 164,00 aan salaris voor de gemachtigde (twee punten × € 82,00) en € 41,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 439,73. Hier kan nog een bedrag bijkomen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.7.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Stedin dat eist en [gedaagde] daar niet op heeft gereageerd. [2] Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
bepaalt dat Stedin gerechtigd is om werkzaamheden te verrichten om tot afsluiting van de elektriciteits- en gasaansluitingen op het adres [adres] ( [postcode] ) Vlaardingen te komen;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om te gedogen dat Stedin de onder 3.1. genoemde werkzaamheden verricht;
3.3.
bepaalt dat Stedin gerechtigd is om het pand aan het adres [adres] ( [postcode] ) Vlaardingen tijdelijk en gedeeltelijk te ontruimen, namelijk voor de duur van de afsluitwerkzaamheden en voor zover dat voor het verrichten van de afsluitwerkzaamheden noodzakelijk is;
3.4.
veroordeelt [gedaagde] om € 197,10 aan afsluitkosten en € 75,00 aan schadevergoeding aan Stedin te betalen;
3.5.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Stedin worden begroot op € 439,73;
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.L. Spierings en in het openbaar uitgesproken.
38671

Voetnoten

1.Artikel 17 van de Elektriciteitswet 1998 en de artikelen 3 lid 1 en 10b van de Gaswet.
2.Artikel 233 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.