ECLI:NL:RBROT:2024:3300

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 april 2024
Publicatiedatum
15 april 2024
Zaaknummer
C/10/675994 / HA ZA 24-260
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzingsvonnis op grond van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, is VARIANTHUIS B.V. de eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.H.I.M. Pierik. De gedaagde partij, die een medewerker is van de Rechtbank Rotterdam, wordt vertegenwoordigd door advocaat mr. S.A. van Gemeren. De procedure begon met een dagvaarding op 11 maart 2024, gevolgd door een B2-formulier van de gedaagde op 26 maart 2024.

De rechtbank heeft op basis van artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie besloten de zaak niet zelf te behandelen, maar door te verwijzen naar Team Handel van de Rechtbank Den Haag. Dit besluit is genomen omdat de gedaagde een medewerker van de Rechtbank Rotterdam is, wat een belangenconflict kan opleveren. De rechtbank heeft de griffier opgedragen om de processtukken en een afschrift van het vonnis zo snel mogelijk naar de griffier van de Rechtbank Den Haag te sturen.

Het vonnis is op 17 april 2024 in het openbaar uitgesproken door mr. J.M.J. Arts. De rechtbank heeft de zaak in de stand waarin deze zich bevindt, voor verdere behandeling en beslissing doorverwezen naar de Rechtbank Den Haag.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/675994 / HA ZA 24-260
Vonnis van 17 april 2024 (bij vervroeging)
in de zaak van
VARIANTHUIS B.V.,
vestigingsplaats: Nieuw-Schoonebeek,
eiseres,
advocaat mr. T.H.I.M. Pierik te Zwolle,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. S.A. van Gemeren te Rotterdam.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 11 maart 2024, met bijlagen 1 tot en met 20;
  • het B2-formulier van 26 maart 2024 van gedaagde.

2.De beoordeling

2.1.
Uit artikel 46b van de Wet op de rechterlijke organisatie (‘Wet RO’) volgt dat de rechtbank een zaak voor verdere behandeling kan verwijzen naar een andere rechtbank, als naar haar oordeel door betrokkenheid van de rechtbank behandeling van die zaak door een andere rechtbank gewenst is.
2.2.
De rechtbank overweegt dat gedaagde een medewerker is van de Rechtbank Rotterdam. Gelet hierop behandelt de rechtbank, op grond van het bepaalde in artikel 46b Wet RO, deze zaak niet en verwijst zij deze zaak naar Team Handel van de Rechtbank Den Haag, locatie Den Haag. De griffier van die rechtbank informeert partijen over het verdere verloop van de zaak.

3.De beslissing

De rechtbank:
3.1.
verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt voor verdere behandeling en beslissing naar Team Handel van de Rechtbank Den Haag, locatie Den Haag;
3.2.
draagt de griffier op om de processtukken en een afschrift van dit vonnis zo snel mogelijk aan de griffier van Team Handel van de Rechtbank Den Haag, locatie Den Haag, te sturen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M.J. Arts en bij vervroeging in het openbaar uitgesproken op 17 april 2024.
3349 / 3455